Skip to main content
Home

Main menu NL

  • Home
  • Organisatie
  • Adviezen
  • IBB's
  • Wetgeving
  • Kalender
  • FAQ
  • Contact
Home

Main menu NL

  • Home
  • Organisatie
  • Adviezen
  • IBB's
  • Wetgeving
  • Kalender
  • FAQ
  • Contact
  • nl
  • fr

Secondary menu NL

  • Nieuws
  • Nieuwsbrief

You are here

  • Home
  • Koninklijk besluit van 21 oktober 2018 tot uitvoering van de artikelen III.82 tot en met III.95 van het wetboek van Economisch recht

Koninklijk besluit van 21 oktober 2018 tot uitvoering van de artikelen III.82 tot en met III.95 van het wetboek van Economisch recht

Meertalige weergave

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

    Het koninklijk besluit dat de Regering aan U voorlegt, beoogt de uitvoering van een aantal artikelen van het Wetboek van economisch recht (hierna: WER) die betrekking hebben op het voeren van de boekhouding van de boekhoudplichtige ondernemingen zoals gedefinieerd in artikel III.82 WER. Dit koninklijk besluit is de samenvoeging van een aantal uitvoeringsbesluiten tot een meer coherent geheel.

    Artikel 4 van de wet van 17 juli 2013 voegde Boek III in het WER, waaronder titel 3 (algemene verplichtingen van de ondernemingen). De bepalingen van de boekhoudwet van 17 juli 1975 werden opgenomen in de artikelen III.82 tot en met III.95 in hoofdstuk 2 van deze titel. In het kader van de hervorming en modernisering van het ondernemingsrecht werd getracht de boekhoudverplichtingen zoveel mogelijk af te stemmen op het gemoderniseerde ondernemingsbegrip, waarbij de bepalingen noch afhankelijk kunnen zijn van het publiek- of privaatrechtelijke statuut van de betrokken onderneming, noch van de vraag of al dan niet met winstoogmerk wordt gehandeld.

    Bijgevolg kwam onderhavig uitvoeringsbesluit tot stand na een grondige analyse van een aantal bestaande uitvoeringsbesluiten: het koninklijk besluit van 12 september 1983 (I) tot uitvoering van de wet van 17 juli 1975 op de boekhouding van de ondernemingen, het koninklijk besluit van 12 september 1983 (II) tot bepaling van de minimumindeling van een algemeen rekeningenstelsel (MAR) alsook het koninklijk besluit van 26 juni 2003 (II) betreffende de vereenvoudigde boekhouding van bepaalde verenigingen zonder winstoogmerk, internationale verenigingen zonder winstoogmerk en stichtingen en het koninklijk besluit van 19 december 2003 betreffende de boekhoudkundige verplichtingen en de openbaarmaking van de jaarrekening van bepaalde verenigingen zonder winstoogmerk, internationale verenigingen zonder winstoogmerk en stichtingen. Onderhavig ontwerp van koninklijk besluit bevat zodoende de artikelen die betrekking hebben op het voeren van de boekhouding, het houden en bewaren van boeken en de minimumindeling van een algemeen rekeningenstelsel. De overige artikelen uit deze koninklijke besluiten die verband houden met de opstelling en de neerlegging van de jaarrekening zullen later worden ondergebracht in een uitvoeringsbesluit bij het nieuwe Wetboek van vennootschappen en verenigingen (hierna: WVV). De concordantietabel in bijlage geeft een overzicht van welke artikelen uit de eerder vermelde koninklijke besluiten bij deze herschikking in onderhavig ontwerp tot koninklijk besluit werden opgenomen. Inhoudelijk werden, behoudens een aantal aanpassingen ter vereenvoudiging, geen verdere aanpassing aangebracht.

    Artikelsgewijze bespreking

    Artikelen 1, 2 en 3.

    Deze artikelen betreffen een uitvoering van artikel III.85, § 1, van het WER en omvatten de regels voor het voeren van een vereenvoudigde boekhouding door natuurlijke personen, organisaties zonder rechtspersoonlijkheid, vennootschappen onder firma en gewone commanditaire vennootschappen.

    Artikel 1 legt het bedrag van de omzet vast dat niet mag worden overschreden wanneer de hiervoor vermelde organisaties een vereenvoudigde boekhouding willen voeren. Artikel 2 legt uit hoe dit bedrag kan worden bepaald in geval van een boekjaar van minder of meer dan 12 maanden. In artikel 3 ten slotte wordt uitgelegd hoe organisaties die met hun bedrijf aanvangen tijdens het eerste boekjaar het al dan niet overschrijden van dit bedrag dienen te toetsen.

    Artikelen 4 tot en met 8.

    De artikelen 4 en 5 werden opgenomen ter uitvoering van artikel III.87, § 2, tweede lid, van het WER en omvatten enerzijds de regels voor het houden en bewaren van boeken voor alle boekhoudplichtige ondernemingen, aangevuld met een bijzondere bepaling voor wat betreft het ongesplitst dagboek voor verenigingen en stichtingen die een vereenvoudigde boekhouding voeren.

    Artikelen 9 tot en met 11.

    Deze artikelen, ter uitvoering van artikel III.84, zevende lid, van het WER, hebben betrekking op de minimumindeling van het algemeen rekeningenstelsel voor boekhoudplichtige ondernemingen andere dan verenigingen en stichtingen. Dit is het rekeningenstelsel dat in de huidige wetgeving in de bijlage van het koninklijk besluit van 12 september 1983 (II) tot bepaling van de minimumindeling van een algemeen rekeningenstelsel is terug te vinden. 

    Deze artikelen vormen de uitvoering van artikel III.84, zevende lid, WER. Het is dan ook duidelijk dat deze artikelen geen toepassing vinden op de boekhoudplichtige ondernemingen waarvoor artikel III.84, zevende lid, WER niet geldt. In het bijzonder gelden deze artikelen aldus onder meer niet voor:

    - de boekhoudplichtige ondernemingen die een onderneming zijn in de zin van artikel I.1, eerste lid, (a) of (c) WER, de vennootschappen onder firma en de gewone commanditaire vennootschappen, bedoeld in artikel III.85 WER. Met andere woorden, de boekhoudplichtige ondernemingen die een vereenvoudigde boekhouding mogen voeren, moeten de minimumindeling van het algemeen rekeningenstelsel niet volgen en dit ingevolge de expliciete uitsluiting op grond van artikel III.85, § 1 WER;

    - de ondernemingen bedoeld in artikel III.95, § 1, WER. Ook voor deze ondernemingen is artikel III.84, zevende lid, WER niet van toepassing en dit ingevolge een expliciete uitsluiting vermeld in artikel III.95, § 1, WER;

    - de verzekerings- en herverzekeringsondernemingen. Ook voor deze ondernemingen is artikel III.84, zevende lid WER niet van toepassing en dit ingevolge een expliciete uitsluiting vermeld in artikel III.95, § 2, WER.

    Artikelen 12 tot en met 13.

    Deze artikelen, ter uitvoering van artikel III.84, achtste lid, van het WER, hebben betrekking op de minimumindeling van het algemeen rekeningenstelsel voor verenigingen en stichtingen. Hier worden behoudens een aantal vereenvoudigingen tevens een aantal aanpassingen aangebracht als gevolg van de overheveling van de boekhoudkundige verplichtingen van verenigingen en stichtingen naar het WER, met als doel te komen tot een meer uniforme regeling voor wat betreft het voeren van een boekhouding, doch er zorg voor dragend dat dit geen verzwaring van de administratieve lasten voor verenigingen en stichtingen tot gevolg heeft.

    Deze artikelen vormen de uitvoering van artikel III.84, achtste lid, WER. Het is dan ook duidelijk dat deze artikelen geen toepassing vinden op de boekhoudplichtige ondernemingen waarvoor artikel III.84, achtste lid, WER niet geldt. In het bijzonder gelden deze artikelen niet voor de verenigingen en de stichtingen die een vereenvoudigde boekhouding mogen voeren en dit op grond van artikel III.85, § 2, WER.

    Ik heb de eer te zijn,

Sire,
van Uwe Majesteit,
de zeer eerbiedige
en zeer getrouwe dienaar,

De Minister van Economie,
K. PEETERS

De Minister van Justitie,
K. GEENS

De Minister van Financiën,
J. VAN OVERTVELDT

De Minister van Middenstand,
D. DUCARME

 

                                                                      

 

           FILIP, Koning der Belgen,

       Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

    Gelet op het Wetboek van economisch recht, artikelen III.82 tot en met III.95;

    Gelet op het advies van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven;

    Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 11 juli 2018;

    Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 23 juli 2018 ;

    Gelet op de adviesaanvraag binnen dertig dagen, die op 6 september 2018 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

    Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;

    Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

    Op de voordracht van de Minister van Justitie, de Minister van Economie, de Minister van Financiën, de Minister van Middenstand en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers,

 

        Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

 

Titel 1. Regels betreffende de vereenvoudigde boekhouding voor natuurlijke personen, organisaties zonder rechtspersoonlijkheid, vennootschappen onder firma en gewone commanditaire vennootschappen.

Artikel 1

Boekhoudplichtige ondernemingen die een onderneming zijn in de zin van artikel I.1, eerste lid, (a) of (c) van het Wetboek van economisch recht, de vennootschappen onder firma en de commanditaire vennootschappen mogen een vereenvoudigde boekhouding voeren, die voldoet aan artikel III.85, § 1, van het Wetboek van economisch recht als hun omzet, exclusief de belasting over de toegevoegde waarde, over het laatste boekjaar, 500.000 euro niet overtreft.

Het in het eerste lid bepaalde bedrag wordt op 620.000 euro gebracht voor de in het eerste lid bedoelde ondernemingen die als voornaamste beroepsbezigheid gasvormige of vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor het voortbewegen van motorvoertuigen op de openbare weg, in het klein verkopen.

Artikel 2

Heeft het boekjaar een duur van minder of meer dan 12 maanden, dan worden de in artikel 1 bedoelde bedragen van 500.000 euro en van 620.000 euro vermenigvuldigd met een breuk waarvan de noemer 12 is en de teller het aantal maanden van dat boekjaar, waarbij elke begonnen maand voor een gehele maand wordt geteld.

Artikel 3

Boekhoudplichtige ondernemingen die een onderneming zijn in de zin van artikel I.1, eerste lid, (a) of (c) van het Wetboek van economisch recht, de vennootschappen onder firma en de commanditaire vennootschappen die met hun bedrijf aanvangen, mogen tijdens het eerste boekjaar hun boekhouding voeren op de wijze bepaald bij artikel III.85, § 1, van het Wetboek van economisch recht, voor zover uit vooruitzichten te goeder trouw blijkt dat de omzet, exclusief de belasting over de toegevoegde waarde, die tijdens dit eerste boekjaar zal worden bereikt, het bedrag bepaald in artikel 1, dat in voorkomend geval werd berekend overeenkomstig artikel 2, niet zal overschrijden.

Titel 2. Houden en bewaren van de boeken.

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen.

Artikel 4

    § 1. Het ongesplitst dagboek en het centraal boek bepaald in artikel III.84 van het Wetboek van economisch recht of de drie dagboeken bepaald in artikel III.85, § 1, van dit wetboek of het ongesplitst dagboek bepaald in artikel III.85, § 2, van dit wetboek, alsmede het inventarisboek bepaald in artikel III.89, § 1, van dit wetboek, worden op een zodanige wijze gehouden dat de onderneming haar boekhouding kan voeren in overeenstemming met de wettelijke en reglementaire bepalingen die van toepassing zijn op het voeren van een boekhouding, inzonderheid wat betreft de materiële continuïteit, de regelmatigheid en de onveranderlijkheid.

    § 2. Indien de boeken vermeld in § 1 worden gehouden door middel van geïnformatiseerde systemen, worden deze systemen op een zodanige wijze geconcipieerd dat de onderneming in ieder geval haar boekhouding kan voeren in overeenstemming met het bepaalde in § 1.

    § 3. Indien de boeken bepaald in § 1 schriftelijk worden gehouden, kunnen deze om in overeenstemming te zijn met het bepaalde in § 1 worden gehouden door middel van ingebonden of ingenaaide registers met de gedrukte vermelding van het aantal bladzijden waarbij, vóór de eerste ingebruikname van het boek, wordt overgegaan tot de neerlegging bij een ondernemingsloket erkend zoals bepaald bij artikel III.61 tot en met III.69 van het Wetboek van economisch recht, van een identificatieformulier dat door de drukker samen met het boek of het dagboek is afgeleverd en door de onderneming is ingevuld.

Het formulier vermeldt:

  1. de benaming van de onderneming, alsmede het nummer dat haar werd toegekend door de Kruispuntbank van Ondernemingen;
  2. het doel van het boek of van het dagboek, alsmede de plaats in zijn reeks;
  3. het aantal bladzijden van het register, alsmede de naam en het ondernemingsnummer van de drukker.

Het identificatieformulier wordt gedagtekend en ondertekend, naar gelang het geval, door de belanghebbende of door de persoon die de vennootschap of de instelling ten opzichte van derden vertegenwoordigt.

Deze stukken worden bewaard door de erkende ondernemingsloketten overeenkomstig hun wettelijke en reglementaire archiveringsplichten.

Hoofdstuk 2. Hulpdagboeken.

Artikel 5

Indien het ongesplitste hulpdagboek of de bijzondere hulpdagboeken aan de voorwaarden bepaald in artikel 4 voldoen, moeten de in dit hulpdagboek of in deze hulpdagboeken geregistreerde gezamenlijke mutaties niet worden overgeschreven in een centraal boek, zoals bepaald bij artikel III.84, vierde en vijfde lid van het Wetboek van economisch recht.

Hoofdstuk 3. Bijzondere bepaling voor verenigingen en stichtingen die een vereenvoudigde boekhouding voeren.

Artikel 6

In het ongesplitst dagboek zoals bedoeld in artikel 85, § 2, eerste lid, van het Wetboek van economisch recht worden de verrichtingen die betrekking hebben op mutaties in contant geld of op rekeningen zonder vertraging, getrouw en volledig en naar tijdsorde ingeschreven.

Het ongesplitst dagboek wordt gehouden volgens het model bepaald in bijlage 2 van dit besluit.

Hoofdstuk 4. Bijkantoren

Artikel 7

Verrichtingen van een in het buitenland gevestigd bijkantoor van een onderneming naar Belgisch recht die aldaar in een afzonderlijk stelsel van boeken en rekeningen worden ingeschreven, hoeven niet te worden opgenomen in de recapitulatieboeking bedoeld in artikel III.84 van het Wetboek van economisch recht, wanneer de boekhouding van dit bijkantoor wordt gevoerd overeenkomstig de in dat vreemd land geldende regels of gebruiken, in voorkomend geval aangepast met het oog op de toepassing van het bepaalde in het tweede lid.

De saldi van de rekeningen van dit bijkantoor worden ten minste halfjaarlijks in de centrale boekhouding van de onderneming opgenomen.

Hoofdstuk 5. Bewaartermijn.

Artikel 8

De ondernemingen moeten hun boeken bewaren gedurende zeven jaar, te rekenen van de eerste januari van het jaar dat op de afsluiting volgt. Van het ongesplitste dagboek, het centraal boek bedoeld in artikel III.84 van het Wetboek van economisch recht, de drie dagboeken bedoeld in artikel III.85, § 1, van dit wetboek, het ongesplitst dagboek bedoeld in artikel III.85, § 2, van dit wetboek, alsmede het inventarisboek bedoeld in artikel III.89, § 1, van dit wetboek moet het origineel worden bewaard; van de andere boeken mag het origineel of een afschrift worden bewaard.

De voor het bewaren van de in het eerste lid vermelde boeken gebruikte drager moet de onveranderlijkheid en de toegankelijkheid van de gegevens die erin geregistreerd zijn verzekeren gedurende de volledige opgelegde bewaringstermijn.

Titel 3. Minimumindeling van een algemeen rekeningenstelsel voor boekhoudplichtige ondernemingen andere dan verenigingen en stichtingen.

Artikel 9

De bepalingen van deze titel gelden voor de boekhoudplichtige ondernemingen bedoeld in artikel III.82 van het Wetboek van economisch recht, met uitzondering van:

  1. de door buitenlandse ondernemingen in België gevestigde bijkantoren, wanneer die bijkantoren geen eigen opbrengsten hebben door verkoop van goederen of dienstverlening aan derden of door geleverde goederen of verleende diensten aan de buitenlandse onderneming waarvan zij afhangen en waarvan de werkingskosten volledig door de laatstgenoemde worden gedragen;
  2. de verenigingen en de stichtingen.

Artikel 10

Het rekeningenstelsel bedoeld in artikel III.84, zevende lid, van het Wetboek van economisch recht, moet worden ingericht en genummerd overeenkomstig de minimumindeling van het algemeen rekeningenstelsel, zoals bepaald in bijlage 1 van dit besluit.

Artikel 11

De omschrijving van de rekeningen van het algemeen rekeningenstelsel mag worden aangepast aan de bijzondere aard van het bedrijf, van het vermogen en van de opbrengsten en kosten van de onderneming.

De rekeningen van het algemeen rekeningenstelsel die voor een onderneming niet dienstig zijn, moeten niet in haar rekeningenstelsel voorkomen.

Titel 4. Minimumindeling van een algemeen rekeningenstelsel voor verenigingen en stichtingen.

Artikel 12

Het rekeningenstelsel bedoeld in artikel III.84, achtste lid, van het Wetboek van economisch recht, moet, qua inhoud, voorstelling en nummering in overeenstemming zijn met de minimumindeling van een algemeen rekeningenstelsel zoals bepaald in bijlage 3 van dit besluit.

Artikel 13

De omschrijving van de rekeningen van het algemeen rekeningenstelsel mag worden aangepast aan de bijzondere aard van het bedrijf, van het vermogen en van de opbrengsten en kosten van de vereniging of stichting.

De rekeningen van de minimumindeling van een algemeen rekeningenstelsel die voor een vereniging of stichting niet dienstig zijn, moeten niet in haar rekeningenstelsel worden vermeld.

Titel 5. Opheffingsbepaling.

Artikel 14

Worden opgeheven:

  1. het koninklijk besluit van 12 september 1983 tot uitvoering van de wet van 17 juli 1975 op de boekhouding van de ondernemingen;
  2. het koninklijk besluit van 12 september 1983 tot bepaling van de minimumindeling van een algemeen rekeningenstelsel;
  3. de artikelen 1, 2, 3, 4, en de bijlage A, van het koninklijk besluit van 26 juni 2003 betreffende de vereenvoudigde boekhouding van bepaalde verenigingen zonder winstoogmerk, internationale verenigingen zonder winstoogmerk en stichtingen;
  4. de artikelen 1, 3, 4, 5 en de bijlage van het koninklijk besluit van 19 december 2003 betreffende de boekhoudkundige verplichtingen en de openbaarmaking van de jaarrekening van bepaalde verenigingen zonder winstoogmerk, internationale verenigingen zonder winstoogmerk en stichtingen.

Titel 6. Inwerkingstreding.

Artikel 15

Onderhavig besluit treedt in werking op dezelfde dag als de bepalingen van de wet waarvan het de uitvoering verzekert.

Titel 7. Uitvoeringsbepaling.

Artikel 16

De minister van Economie, de minister van Justitie, de minister van Financiën en de minister van Middenstand zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

 

    Gegeven te Brussel, 21 oktober 2018.

 

FILIP

Van Koningswege :
De Minister van Economie,
K. PEETERS

De Minister van Justitie,
K. GEENS

De Minister van Financiën,
J. VAN OVERTVELDT

De Minister van Middenstand,
D. DUCARME

Bijlage 1: minimumindeling van het algemeen rekeningenstelsel voor boekhoudplichtige ondernemingen andere dan verenigingen en stichtingen

Bijlage 1 bij het koninklijk besluit van 21 oktober 2018 tot uitvoering van de artikelen III.82 tot en met III.95 van het Wetboek van economisch recht : minimumindeling van het algemeen rekeningenstelsel voor boekhoudplichtige ondernemingen andere dan verenigingen en stichtingen

 

Hoofdstuk I. Rekeningenstelsel

 

 

Balans

 

 

 

 

Activa

Passiva

1

Eigen vermogen, voorzieningen voor risico's en kosten en schulden op meer dan één jaar

 

 

10

Kapitaal

 

I

 

100

Geplaatst kapitaal

 

I.A

 

101

Niet opgevraagd kapitaal (–)

 

I.B

11

Uitgiftepremies

 

II

12

Herwaarderingsmeerwaarden

 

III

 

120

Herwaarderingsmeerwaarden op immateriële vaste activa (1)(2)

 

 

 

121

Herwaarderingsmeerwaarden op materiële vaste activa (2)

 

 

 

122

Herwaarderingsmeerwaarden op financiële vaste activa (2)

 

 

 

123

Herwaarderingsmeerwaarden op voorraden (1)

 

 

 

124

Terugneming van waardeverminderingen op geldbeleggingen (3)

 

 

13

Reserves

 

IV

 

130

Wettelijke reserve

 

IV.A

 

131

Onbeschikbare reserves

 

IV.B

 

 

1310

Reserve voor eigen aandelen

 

IV.B.1

 

 

1311

Andere onbeschikbare reserves

 

IV.B.2

 

132

Belastingvrije reserves

 

IV.C

 

133

Beschikbare reserves

 

IV.D

14

Overgedragen winst of Overgedragen verlies (–)

 

V

15

Kapitaalsubsidies

 

VI

16

Voorzieningen en uitgestelde belastingen

 

VII

 

160

Voorzieningen voor pensioenen en soortgelijke verplichtingen

 

VII.A.1

 

161

Voorzieningen voor belastingen

 

VII.A.2

 

162

Voorzieningen voor grote herstellingswerken en grote onderhoudswerken

 

VII.A.3

 

163

Voorzieningen voor milieuverplichtingen

 

VII.A.4

 

164 tot 165

Voorzieningen voor overige risico's en kosten (4)

 

VII.A.5

 

168

Uitgestelde belastingen

 

VII.B

 

 

1680

Uitgestelde belastingen op kapitaalsubsidies

 

 

 

 

1681

Uitgestelde belastingen op gerealiseerde meerwaarden op immateriële vaste activa

 

 

 

 

1682

Uitgestelde belastingen op gerealiseerde meerwaarden op materiële vaste activa

 

 

 

 

1687

Uitgestelde belastingen op gerealiseerde meerwaarden op effecten die zijn uitgegeven door de Belgische openbare sector

 

 

 

 

1688

Buitenlandse uitgestelde belastingen

 

 

17

Schulden op meer dan één jaar

 

VIII

 

170

Achtergestelde leningen

 

VIII.A.1

 

 

1700

Converteerbaar

 

 

 

 

1701

Niet converteerbaar

 

 

 

171

Niet-achtergestelde obligatieleningen

 

VIII.A.2

 

 

1710

Converteerbaar

 

 

 

 

1711

Niet converteerbaar

 

 

 

172

Leasingschulden en soortgelijke schulden

 

VIII.A.3

 

173

Kredietinstellingen

 

VIII.A.4

 

 

1730

Schulden op rekening

 

 

 

 

1731

Promessen

 

 

 

 

1732

Acceptkredieten

 

 

 

174

Overige leningen

 

VIII.A.5

 

175

Handelsschulden

 

VIII.B

 

 

1750

Leveranciers

 

VIII.B.1

 

 

1751

Te betalen wissel

 

VIII.B.2

 

176

Vooruitbetalingen op bestellingen

 

VIII.C

 

178

Borgtochten ontvangen in contanten

 

VIII.D

 

179

Overige schulden

 

VIII.D

19

Voorschot aan de vennoten op de verdeling van het netto-actief (-)

 

VIbis.

2

Oprichtingskosten, vaste activa en vorderingen op meer dan één jaar

 

 

20

Oprichtingskosten (5)

I

 

 

200

Kosten van oprichting en kapitaalverhoging

 

 

 

201

Kosten bij uitgifte van leningen

 

 

 

202

Overige oprichtingskosten

 

 

 

203

[...]

 

 

 

204

Herstructureringskosten

 

 

21

Immateriële vaste activa (6)

II

 

 

210

Kosten van onderzoek en ontwikkeling

 

 

 

211

Concessies, octrooien, licenties, know-how, merken en soortgelijke rechten

 

 

 

212

Goodwill

 

 

 

213

Vooruitbetalingen

 

 

22

Terreinen en gebouwen (6)

III.A

 

 

220

Terreinen

 

 

 

221

Gebouwen

 

 

 

222

Bebouwde terreinen (7)

 

 

 

223

Overige zakelijke rechten op onroerende goederen

 

 

23

Installaties, machines en uitrusting (6)

III.B

 

24

Meubilair en rollend materieel (6)

III.C

 

25

Vaste activa in leasing of op grond van een soortgelijk recht (6)

III.D

 

 

250

Terreinen en gebouwen

 

 

 

251

Installaties, machines en uitrusting

 

 

 

252

Meubilair en rollend materieel

 

 

26

Overige materiële vaste activa (6)

III.E

 

27

Vaste activa in aanbouw en vooruitbetalingen (6)

III.F

 

28

Financiële vaste activa

IV

 

 

280

Deelnemingen in verbonden ondernemingen

IV.A.1

 

 

 

2800

Aanschaffingswaarde

 

 

 

 

2801

Nog te storten bedragen (–)

 

 

 

 

2808

Geboekte meerwaarden

 

 

 

 

2809

Geboekte waardeverminderingen (–)

 

 

 

281

Vorderingen op verbonden ondernemingen

IV.A.2

 

 

 

2810

Vorderingen op rekening

 

 

 

 

2811

Te innen wissels

 

 

 

 

2812

Vastrentende effecten

 

 

 

 

2817

Dubieuze debiteuren

 

 

 

 

2819

Geboekte waardeverminderingen (–)

 

 

 

282

Deelnemingen in ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat

IV.B.1

 

 

 

2820

Aanschaffingswaarde

 

 

 

 

2821

Nog te storten bedragen (–)

 

 

 

 

2828

Geboekte meerwaarden

 

 

 

 

2829

Geboekte waardeverminderingen (–)

 

 

 

283

Vorderingen op ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat

IV.B.2

 

 

 

2830

Vorderingen op rekening

 

 

 

 

2831

Te innen wissels

 

 

 

 

2832

Vastrentende effecten

 

 

 

 

2837

Dubieuze debiteuren

 

 

 

 

2839

Geboekte waardeverminderingen (–)

 

 

 

284

Andere aandelen

IV.C.1

 

 

 

2840

Aanschaffingswaarde

 

 

 

 

2841

Nog te storten bedragen (–)

 

 

 

 

2848

Geboekte meerwaarden

 

 

 

 

2849

Geboekte waardeverminderingen (–)

 

 

 

285

Overige vorderingen

IV.C.2

 

 

 

2850

Vorderingen op rekening

 

 

 

 

2851

Te innen wissels

 

 

 

 

2852

Vastrentende effecten

 

 

 

 

2857

Dubieuze debiteuren

 

 

 

 

2859

Geboekte waardeverminderingen (–)

 

 

 

288

Borgtochten betaald in contanten

IV.C.2

 

29

Vorderingen op meer dan één jaar

V

 

 

290

Handelsvorderingen

 

 

 

 

2900

Handelsdebiteuren

 

 

 

 

2901

Te innen wissels

 

 

 

 

2906

Vooruitbetalingen (8)

 

 

 

 

2907

Dubieuze debiteuren

 

 

 

 

2909

Geboekte waardeverminderingen (–)

 

 

 

291

Overige vorderingen

V.B

 

 

 

2910

Vorderingen op rekening

 

 

 

 

2911

Te innen wissels

 

 

 

 

2917

Dubieuze debiteuren

 

 

 

 

2919

Geboekte waardeverminderingen (–)

 

 

 

 

 

 

 

 

3

Voorraden en bestellingen in uitvoering

 

 

30

Grondstoffen (9)

VI.A.1

 

 

300

Aanschaffingswaarde (10)

 

 

 

309

Geboekte waardeverminderingen (-) (11)

 

 

31

Hulpstoffen (9)

VI.A.1

 

 

310

Aanschaffingswaarde (10)

 

 

 

319

Geboekte waarde verminderingen (–) (11)

 

 

32

Goederen in bewerking (9)

IV.A.2

 

 

320

Aanschaffingswaarde (10)

 

 

 

329

Geboekte waardeverminderingen (–) (11)

 

 

33

Gereed product(9)

VI.A.3

 

 

330

Aanschaffingswaarde (10)

 

 

 

339

Geboekte waardeverminderingen (–) (11)

 

 

34

Handelsgoederen (9)

VI.A.4

 

 

340

Aanschaffingswaarde (10)

 

 

 

349

Geboekte waardeverminderingen (–) (11)

 

 

35

Onroerende goederen bestemd voor verkoop (9)

VI.A.5

 

 

350

Aanschaffingswaarde (10)

 

 

 

359

Geboekte waardeverminderingen (–) (11)

 

 

36

Vooruitbetalingen op voorraadinkopen

VI.A.6

 

 

360

Vooruitbetalingen

 

 

 

369

Geboekte waardeverminderingen (–) (11)

 

 

37

Bestellingen in uitvoering (12)

VI.B

 

 

370

Aanschaffingswaarde

 

 

 

371

Toegerekende winst

 

 

 

379

Geboekte waardeverminderingen (–) (11)

 

 

 

 

 

 

 

4

Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaar

 

 

40

Handelsvorderingen (13)

 

 

 

400

Handelsdebiteuren

VII.A

IX.C.1 (14)

 

401

Te innen wissels

VII.A

 

 

404

Te innen opbrengsten (15)

VII.A

 

 

406

Vooruitbetalingen (8)

VII.A

 

 

407

Dubieuze debiteuren

VII.A

 

 

409

Geboekte waardeverminderingen (–)

VII.A

 

41

Overige vorderingen (13)

VII.B

 

 

410

Opgevraagd, niet gestort kapitaal

 

 

 

411

Terug te vorderen btw

 

 

 

412

Terug te vorderen belastingen en voorheffingen

 

 

 

 

4120 tot 4124

Belgische winstbelastingen

 

 

 

 

4125 tot 4127

Andere Belgische belastingen

 

 

 

 

4128

Buitenlandse belastingen

 

 

 

414

Te innen opbrengsten

 

 

 

416

Diverse vorderingen

 

 

 

417

Dubieuze debiteuren

 

 

 

418

Borgtochten betaald in contanten

 

 

 

419

Geboekte waardeverminderingen (–)

 

 

42

Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen (16) (zelfde onderverdeling als 17)

 

IX.A

43

Financiële schulden

 

IX.B

 

430

Kredietinstellingen - Leningen op rekening met vaste termijn

 

IX.B.1

 

431

Kredietinstellingen - Promessen

 

IX.B.1

 

432

Kredietinstellingen - Acceptkredieten

 

IX.B.1

 

433

Kredietinstellingen - Schulden in rekening-courant (17)

 

IX.B.1

 

439

Overige leningen

 

IX.B.2

44

Handelsschulden

 

 

 

440

Leveranciers

VII.A (18)

IX.C.1

 

441

Te betalen wissels

 

IX.C.2

 

444

Te ontvangen facturen (19)

 

IX.C.1

45

Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten

 

 

 

450

Geraamd bedrag der belastingschulden

 

IX.E.1

 

 

4500 tot 4504

Belgische winstbelastingen

 

 

 

 

4505 tot 4507

Andere Belgische belastingen en taksen

 

 

 

 

4508

Buitenlandse belastingen en taksen

 

 

 

451

Te betalen btw

 

IX.E.1

 

452

Te betalen belastingen en taksen

 

IX.E.1

 

 

4520 tot 4524

Belgische winstbelastingen

 

 

 

 

4525 tot 4527

Andere Belgische belastingen en taksen

 

 

 

 

4528

Buitenlandse belastingen en taksen

 

 

 

453

Ingehouden voorheffingen

 

IX.E.1

 

454

Rijksdienst voor Sociale Zekerheid

 

IX.E.2

 

455

Bezoldigingen

 

IX.E.2

 

456

Vakantiegeld

 

IX.E.2

 

459

Andere sociale schulden

 

IX.E.2

46

Vooruitbetalingen op bestellingen

 

IX.D

47

Schulden uit de bestemming van het resultaat

 

IX.F

 

470

Dividenden en tantièmes over vorige boekjaren

 

 

 

471

Dividenden over het boekjaar

 

 

 

472

Tantièmes over het boekjaar

 

 

 

473

Andere rechthebbenden

 

 

48

Diverse schulden

 

IX.F

 

480

Vervallen obligaties en coupons

 

 

 

488

Borgtochten ontvangen in contanten

 

 

 

489

Andere diverse schulden

 

 

49

Overlopende rekeningen

 

 

 

490

Over te dragen kosten

X

 

 

491

Verkregen opbrengsten

X

 

 

492

Toe te rekenen kosten

 

X

 

493

Over te dragen opbrengsten

 

X

 

499

Wachtrekeningen

 

 

 

 

 

 

 

5

Geldbeleggingen en liquide middelen

 

 

50

Eigen aandelen

VIII.A

 

51

Aandelen en geldbeleggingen andere dan vastrentende beleggingen

VIII.B

 

 

510

Aanschaffingswaarde

 

 

 

5100

Aandelen

 

 

 

5101

Geldbeleggingen andere dan vastrentende beleggingen

 

 

 

511

Niet-opgevraagde bedragen (-)

 

 

 

5110

Aandelen

 

 

 

519

Geboekte waardeverminderingen (-) (11)

 

 

 

5190

Aandelen

 

 

 

5191

Geldbeleggingen andere dan vastrentende beleggingen

 

 

52

Vastrentende effecten

VII.B

 

 

520

Aanschaffingswaarde

 

 

 

529

Geboekte waardeverminderingen (–)(11)

 

 

53

Termijndeposito's

VIII.B

 

 

530

Op meer dan een jaar

 

 

 

531

Op meer dan een maand en op ten hoogste een jaar

 

 

 

532

Op ten hoogste een maand

 

 

 

539

Geboekte waardeverminderingen (–)(11)

 

 

54

Te incasseren vervallen waarden (20)

IX

 

55

Kredietinstellingen (21)

IX

 

 

550 tot 559

Rekeningen geopend bij verschillende instellingen, onder te verdelen in

 

 

 

 

...0

Rekening-courant

 

 

 

 

...1

Uitgeschreven cheques (–)(22)

 

 

 

 

...9

Geboekte waardeverminderingen (–)(11)

 

 

57

Kassen

 

 

 

570 tot 577

Kassen-contanten

 

 

 

578

Kassen-zegels

 

 

58

Interne overboekingen

 

 

 

(1)

Enkel de meerwaarden geboekt vóór het begin van het boekjaar dat ingaat na 31 december 1983.

(2)

Met inbegrip van de terugneming van waardeverminderingen bedoeld in artikel 100 van het koninklijk besluit van 30 januari 2001.

(3)

Enkel de terugneming van waardeverminderingen bedoeld in artikel 100 van het koninklijk besluit van 30 januari 2001.

(4)

Uit te splitsen per categorie van risico's en kosten opgesomd in artikel 54, c), van het koninklijk besluit van 30 januari 2001.

(5)

De afschrijvingen op oprichtingskosten worden geboekt op het credit van de betrokken rekeningen of op subrekeningen daarvan.

(6)

Bij deze rekening of bij de onderverdelingen ervan in het rekeningenstelsel van de onderneming horen de volgende subrekeningen:

1°

aanschaffingswaarde;

2°

geboekte meerwaarden;

3°

geboekte afschrijvingen of waardeverminderingen,

met respectievelijk 0, 8 en 9 als laatste cijfer van het nummer van de subrekening.

De ondernemingen mogen evenwel de geboekte meerwaarden, afschrijvingen en waardeverminderingen groeperen in rekeningen met respectievelijk als nummer 218 en 219, 228 en 229, 238 en 239, 248 en 249, 258 en 259, 268 en 269, 278 en 279. In dat geval moeten in die rekeningen de soorten van activa waarop de meerwaarden, afschrijvingen, waardeverminderingen betrekking hebben afzonderlijk worden vermeld volgens de onderscheidingen bepaald in het rekeningenstelsel van de onderneming.

Wat betreft de immateriële vaste activa is het 2° hierboven slechts van toepassing voor de meerwaarden geboekt vóór het boekjaar dat ingaat na 31 december 1983.

(7)

Alleen te gebruiken wanneer terreinen en gebouwen niet kunnen worden onderscheiden, of wanneer, onder meer voor de afschrijvingen, geen onderscheid wordt gemaakt.

(8)

Andere dan deze die kunnen worden toegekend aan de rekeningen 213, 27 en 360.

(9)

De onderverdeling van deze rekening in een rekening aanschaffingswaarde en een rekening geboekte waardeverminderingen, mag worden vervangen door een onderverdeling op basis van andere criteria (soorten van grondstoffen, gereed product, handelsgoederen of goederen, hun ligplaats of bestemming, enz.). In dat geval moeten voor elke uitsplitsing de volgende subrekeningen worden aangelegd:

1°

aanschaffingswaarde;

2°

geboekte waardeverminderingen,

met respectievelijk 0 en 9 als laatste cijfer van het nummer van de subrekening.

(10)

Of de marktprijs wanneer deze lager is. Indien voor het boekjaar dat ingaat na 31 december 1983 de voorraden werden geherwaardeerd tegen hun vervangingswaarde, wordt deze herwaarderingsmeerwaarde, zo zij blijft bestaan, opgenomen in de aanschaffingswaarde of in een afzonderlijke subrekening.

(11)

Artikelen 70, 72 en 75 van het koninklijk besluit van 30 januari 2001.

(12)

De onderverdeling van rekening 37 in de subrekeningen 370, 371 en 379 mag worden vervangen door een onderverdeling met voor iedere bestelling vermelding van de aanschaffingswaarde, de toegerekende winst en de geboekte waardeverminderingen.

(13)

De vorderingen op meer dan één jaar of het gedeelte van de vorderingen dat vervalt binnen het jaar moeten op deze rekeningen slechts worden overgeboekt aan het einde van het boekjaar.

(14)

Klantenrekeningen met creditsaldo.

(15)

De te innen opbrengsten mogen eveneens worden geboekt als uitsplitsing van rekening «400 Handelsdebiteuren» of gevoegd worden bij de klantenrekeningen.

(16)

De schulden op meer dan één jaar of het gedeelte van de schulden dat vervalt binnen het jaar moeten op deze rekeningen slechts worden overgeboekt aan het einde van het boekjaar.

(17)

Deze rekening wordt normaal enkel aan het einde van het boekjaar gebruikt. De tegenboeking wordt verricht bij het begin van de volgende periode.

(18)

Leveranciersrekeningen met debetsaldo.

(19)

De te ontvangen facturen mogen eveneens worden geboekt als uitsplitsing van rekening «440 Leveranciers» of gevoegd worden bij de leveranciersrekeningen.

(20)

De vervallen waarden die aan een kredietinstelling ter incasso werden overgemaakt mogen eveneens worden geboekt op rekening «55 Kredietinstellingen».

(21)

Als het saldo van een rekening-courant aan het einde van een boekjaar in het voordeel is van de kredietinstelling, dan wordt dit saldo normaal op deze datum overgeboekt op rekening «433 Kredietinstellingen – Schulden in rekening-courant». De tegenboekingen worden verricht bij het begin van de volgende periode.

(22)

De overschrijvingsorders mogen eveneens op deze rekening worden geboekt.

 

 

 

Resultatenrekening

 

 

 

 

Kosten

Opbrengsten

6

Kosten

 

 

60

Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen (23)

II.A

 

 

600

Aankopen van grondstoffen

II.A.1

 

 

601

Aankopen van hulpstoffen

II.A.1

 

 

602

Aankopen van diensten, werk en studies

II.A.1

 

 

603

Algemene onderaannemingen

II.A.1

 

 

604

Aankopen van handelsgoederen

II.A.1

 

 

605

Aankopen van onroerende goederen bestemd voor verkoop

II.A.1

 

 

608

Ontvangen kortingen, ristorno's en rabatten (–) (24)

II.A.1

 

 

609

Voorraadwijzigingen

II.A.2

 

 

 

6090

van grondstoffen

 

 

 

 

6091

van hulpstoffen

 

 

 

 

6094

van handelsgoederen

 

 

 

 

6095

van gekochte onroerende goederen bestemd voor verkoop

 

 

61

Diensten en diverse goederen

II.B

 

 

617

Uitzendkrachten en personen ter beschikking gesteld van de onderneming

 

 

 

618

Bezoldigingen, premies voor buitenwettelijke verzekeringen, ouderdoms- en overlevingspensioenen van bestuurders, zaakvoerders en werkende vennoten, die niet worden toegekend uit hoofde van een arbeidsovereenkomst

 

 

62

Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen

II.C

 

 

620

Bezoldigingen en rechtstreekse sociale voordelen

 

 

 

 

6200

Bestuurders of zaakvoerder (25)

 

 

 

 

6201

Directiepersoneel

 

 

 

 

6202

Bedienden

 

 

 

 

6203

Arbeiders

 

 

 

 

6204

Andere personeelsleden

 

 

 

621

Werkgeversbijdragen voor sociale verzekeringen

 

 

 

622

Werkgeverspremies voor bovenwettelijke verzekeringen

 

 

 

623

Andere personeelskosten

 

 

 

624

Ouderdoms- en overlevingspensioenen

 

 

 

 

6240

Bestuurders of zaakvoerders (25)

 

 

 

 

6241

Personeel

 

 

63

Afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen voor risico's

 

 

 

630

Afschrijvingen en waardeverminderingen op vaste activa-toevoeging

II.D

 

 

 

6300

Afschrijvingen op oprichtingskosten

 

 

 

 

6301

Afschrijvingen op immateriële vaste activa

 

 

 

 

6302

Afschrijvingen op materiële vaste activa

 

 

 

 

6308

Waardeverminderingen op immateriële vaste activa

 

 

 

 

6309

Waardeverminderingen op materiële vaste activa

 

 

 

631

Waardeverminderingen op voorraden

II.E

 

 

 

6310

Toevoeging

 

 

 

 

6311

Terugneming (–)

 

 

 

632

Waardeverminderingen op bestellingen in uitvoering

II.E

 

 

 

6320

Toevoeging

 

 

 

 

6321

Terugneming (–)

 

 

 

633

Waardeverminderingen op handelsvorderingen op meer dan een jaar

II.E

 

 

 

6330

Toevoeging

 

 

 

 

6331

Terugneming (–)

 

 

 

634

Waardeverminderingen op handelsvorderingen op ten hoogste één jaar

II.E

 

 

 

6340

Toevoeging

 

 

 

 

6341

Terugneming (–)

 

 

 

635

Voorzieningen voor pensioenen en soortgelijke verplichtingen

II.F

 

 

 

6350

Toevoeging

 

 

 

 

6351

Besteding en terugneming (–)

 

 

 

636

Voorzieningen voor grote herstellingswerken en grote onderhoudswerken

II.F

 

 

 

6360

Toevoeging

 

 

 

 

6361

Besteding en terugneming (–)

 

 

 

637

Voorzieningen voor milieuverplichtingen

II.F

 

 

 

6370

Toevoeging

 

 

 

 

6371

Besteding en terugneming (–)

 

 

 

638

Voorzieningen voor andere risico's en kosten

II.F

 

 

 

6380

Toevoeging

 

 

 

 

6381

Besteding en terugneming (-)

 

 

64

Andere bedrijfskosten

II.G

 

 

640

Bedrijfsbelastingen

 

 

 

641

Minderwaarden op de courante realisatie van vaste activa

 

 

 

642

Minderwaarden op de realisatie van handelsvorderingen

 

 

 

643 tot 648

Diverse bedrijfskosten

 

 

 

649

Als herstructureringskosten geactiveerde bedrijfskosten (–)

II.H

 

65

Financiële kosten

V

 

 

650

Kosten van schulden

V.A

 

 

 

6500

Rente, commissies en kosten verbonden aan schulden

 

 

 

 

6501

Afschrijving van kosten bij uitgifte van leningen

 

 

 

 

6502

Geactiveerde intercalaire interesten (–)

 

 

 

651

Waardeverminderingen op vlottende activa

V.B

 

 

 

6510

Toevoeging

 

 

 

 

6511

Terugneming (–) (26)

 

 

 

652

Minderwaarden op de realisatie van vlottende activa

V.C

 

 

653

Discontokosten op vorderingen

V.C

 

 

654

Wisselresultaten (27)

V.C

 

 

655

Resultaten uit de omrekening van vreemde valuta (27)

V.C

 

 

656

Voorzieningen met financieel karakter

V.C

 

 

 

6560

Toevoegingen

 

 

 

 

6561

Bestedingen en terugnemingen (–)

 

 

 

657 tot 658

Diverse financiële kosten

V.C

 

 

659

Als herstructureringskosten geactiveerde financiële kosten (-)

V.C

 

66

Niet-recurrente bedrijfs- of financiële kosten

II.I of V.D

 

 

660

Niet-recurrente afschrijvingen en waardeverminderingen (toevoeging)

II.I

 

 

 

6600

op oprichtingskosten

 

 

 

 

6601

op immateriële vaste activa

 

 

 

 

6602

op materiële vaste activa

 

 

 

661

Waardeverminderingen op financiële vaste activa (toevoeging)

V.D

 

 

662

Voorzieningen voor niet-recurrente risico's en kosten

II.I

 

 

 

6620

Voorzieningen voor niet-recurrente bedrijfsrisico's en -kosten

 

 

 

 

66200

Toevoeging

 

 

 

 

66201

Besteding (-)

 

 

 

 

6621

Voorzieningen voor niet-recurrente financiële risico's en kosten

 

 

 

 

66210

Toevoeging

 

 

 

 

66211

Besteding (-)

 

 

 

663

Minderwaarden op de realisatie van vaste activa

II.I of V.D

 

 

 

6630

Minderwaarde op de realisatie van immateriële en materiële vaste activa

 

 

 

 

6631

Minderwaarde op de realisatie van immateriële en materiële vaste activa

 

 

 

664 tot 667

Andere niet-recurrente bedrijfskosten

II.I

 

 

668

Andere niet-recurrente financiële kosten

V.D

 

 

669

6690

Als herstructureringskosten geactiveerde niet-recurrente bedrijfskosten (-)

 

 

 

 

6691

Als herstructureringskosten geactiveerde niet-recurrente financiële kosten (-)

 

 

67

Belastingen op het resultaat

VIII.A

 

 

670

Belgische belastingen op het resultaat van het boekjaar

 

 

 

 

6700

Verschuldigde of gestorte belastingen en voorheffingen

 

 

 

 

6701

Geactiveerde overschotten van betaalde belastingen en voorheffingen (–)

 

 

 

 

6702

Geraamde belastingen

 

 

 

671

Belgische belastingen op het resultaat van vorige boekjaren

 

 

 

 

6710

Verschuldigde of gestorte belastingsupplementen

 

 

 

 

6711

Geraamde belastingsupplementen

 

 

 

 

6712

Gevormde fiscale voorzieningen

 

 

 

672

Buitenlandse belastingen op het resultaat van het boekjaar

 

 

 

673

Buitenlandse belastingen op het resultaat van vorige boekjaren

 

 

68

Overboeking naar de uitgestelde belastingen en naar de belastingvrije reserves

 

 

 

680

Overboeking naar de uitgestelde belastingen

VII.B

 

 

689

Overboeking naar de belastingvrije reserves

X.B

 

69

Resultatenverwerking

 

 

 

690

Overgedragen verlies van het vorige boekjaar

 

 

 

691

Toevoeging aan het kapitaal en aan de uitgiftepremie

 

 

 

692

Toevoeging aan de reserves

 

 

 

 

6920

Toevoeging aan de wettelijke reserve

 

 

 

 

6921

Toevoeging aan de overige reserves

 

 

 

693

Over te dragen winst

 

 

 

694

Vergoeding van het kapitaal

 

 

 

695

Bestuurders of zaakvoerders

 

 

 

696

Werknemers

 

 

 

697

Andere rechthebbenden

 

 

 

 

 

 

 

7

Opbrengsten

 

 

70

Omzet

 

I.A

 

700 tot 707

Verkopen en dienstprestaties

 

 

 

708

Toegekende kortingen, ristorno's en rabatten (–) (28)

 

 

71

Wijzigingen in de voorraden en in de bestellingen in uitvoering

 

I.B

 

712

in de voorraad goederen in bewerking

 

 

 

713

in de voorraad gereed product

 

 

 

715

in de voorraad onroerende goederen bestemd voor verkoop

 

 

 

717

in de bestellingen in uitvoering

 

 

 

 

7170

Aanschaffingswaarde

 

 

 

 

7171

Toegerekende winst

 

 

72

Geproduceerde vaste activa

 

I.C

74

Andere bedrijfsopbrengsten

 

I.D

 

740

Bedrijfssubsidies en compenserende bedragen

 

 

 

741

Meerwaarden op de courante realisatie van materiële vaste activa

 

 

 

742

Meerwaarden op de realisatie van handelsvorderingen

 

 

 

743 tot 749

Diverse bedrijfsopbrengsten

 

 

75

Financiële opbrengsten

 

IV

 

750

Opbrengsten uit financiële vaste activa

 

IV.A

 

751

Opbrengsten uit vlottende activa

 

IV.B

 

752

Meerwaarden op de [...] realisatie van vlottende activa (26)

 

IV.C

 

753

Kapitaal- en interestsubsidies

 

IV.C

 

754

Wisselresultaten (27)

 

IV.C

 

755

Resultaten uit de omrekening van vreemde valuta (27)

 

IV.C

 

756 tot 759

Diverse financiële opbrengsten

 

IV.C

76

Niet-recurrente bedrijfs- of financiële opbrengsten

 

I.E of IV.D

 

760

Terugneming van afschrijvingen en waardeverminderingen

 

I.E

 

 

7600

op immateriële vaste activa

 

 

 

 

7601

op materiële vaste activa

 

 

 

761

Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa

 

IV.D

 

762

Terugneming van voorzieningen voor niet-recurrente risico's en kosten

 

I.E

 

 

7620

Terugneming van voorzieningen voor niet-recurrente bedrijfsrisico's en -kosten

 

 

 

 

7621

Terugneming van voorzieningen voor niet-recurrente financiële risico's en kosten

 

 

 

763

Meerwaarden op de realisatie van vaste activa

 

I.E of IV.D

 

 

7630

Meerwaarde op de realisatie van immateriële en materiële vaste activa

 

 

 

 

7631

Meerwaarde op de realisatie van financiële vaste activa

 

 

 

764 tot 768

Andere niet-recurrente bedrijfsopbrengsten

 

I.E

 

769

Andere niet-recurrente financiële opbrengsten

 

IV.D

77

Regularisering van belastingen en terugneming van fiscale voorzieningen

 

VIII.B

 

771

Belgische belastingen op het resultaat

 

 

 

 

7710

Regularisering van verschuldigde of betaalde belastingen

 

 

 

 

7711

Regularisering van geraamde belastingen

 

 

 

 

7712

Terugneming van fiscale voorzieningen

 

 

 

773

Buitenlandse belastingen op het resultaat

 

 

78

Onttrekkingen aan de belastingvrije reserves en uitgestelde belastingen

 

 

 

780

Onttrekkingen aan de uitgestelde belastingen

 

VII.A

 

789

Onttrekkingen aan de belastingvrije reserves

 

X.A

79

Resultaatverwerking

 

XII

 

790

Overgedragen winst van het vorige boekjaar

 

 

 

791

Onttrekking aan het kapitaal en aan de uitgiftepremies

 

 

 

792

Onttrekking aan de reserves

 

 

 

793

Over te dragen verlies

 

 

 

794

Tussenkomst van vennoten (of van de eigenaar) in het verlies

 

 

 

(23)

De onderverdeling van deze rekening in een rekening aankopen en een rekening voorraadwijzigingen mag worden vervangen door een onderverdeling op basis van andere criteria (soorten van grondstoffen, gereed product, handelsgoederen of goederen, enz.). In dat geval moeten voor elke uitsplitsing subrekeningen worden aangelegd voor de aankopen enerzijds, de voorraadwijzigingen anderzijds, met respectievelijk 0 en 9 als laatste cijfer van het nummer van de subrekening. Dergelijke onderverdeling moet overeenstemmen met deze toegepast in klasse 3.

(24)

De kortingen, ristorno's en rabatten op aankopen mogen ook worden geboekt op subrekeningen van de aankooprekeningen; de kortingen, ristorno's en rabatten verkregen op welbepaalde aankopen mogen evenwel rechtstreeks op de betrokken aankooprekeningen worden geboekt.

(25)

Evenals de commissarissen die geen bedrijfsrevisor zijn.

(26)

Andere dan voorraden, bestellingen in uitvoering en handelsvorderingen, ....

(27)

Behalve wanneer deze wisselresultaten of resultaten uit de omrekening van vreemde valuta op specifieke wijze verband houden met andere posten uit de resultatenrekening en op grond daarvan er worden aan toegerekend.

(27bis)

...

(28)

De kortingen, ristorno's en rabatten op verkopen mogen ook worden geboekt op subrekeningen van de verkooprekeningen; de kortingen, ristorno's en rabatten toegekend voor welbepaalde verkopen mogen evenwel rechtstreeks worden geboekt op de betrokken verkooprekeningen.

 

 

0

Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen (29)(30)

00

Zekerheden door derden gesteld voor rekening van de onderneming

 

000

Crediteuren van de onderneming, houders van door derden gestelde zekerheden

 

001

Derden, stellers van zekerheden gesteld voor rekening van de onderneming

01

Persoonlijke zekerheden gesteld voor rekening van derden

 

010

Debiteuren wegens verplichtingen uit wissels in omloop

 

011

Crediteuren wegens verplichtingen uit wissels in omloop

 

 

0110

Door de ondernemingen geëndosseerde, overgedragen wissels

 

 

0111

Andere verplichtingen uit wissels in omloop

 

012

Debiteuren wegens andere persoonlijke zekerheden

 

013

Crediteuren wegens andere persoonlijke zekerheden

02

Zakelijke zekerheden gesteld op eigen activa

 

020

Crediteuren van de onderneming, houders van zakelijke zekerheden

 

021

Zakelijke zekerheden gesteld voor eigen rekening

 

022

Crediteuren van derden, houders van zakelijke zekerheden

 

023

Zakelijke zekerheden gesteld voor rekening van derden

03

Ontvangen zekerheden

 

030

Statutaire bewaargevingen

 

031

Statutaire bewaargevers

 

032

Ontvangen zekerheden

 

033

Zekerheidsstellers

04

Goederen en waarden gehouden door derden in hun naam, maar ten bate en voor risico van de onderneming

 

040

Derden, houders in hun naam, maar ten bate en voor risico van de onderneming van goederen en waarden

 

041

Goederen en waarden gehouden door derden in hun naam, maar ten bate en voor risico van de onderneming

05

Verplichtingen tot aan- en verkoop van vaste activa

 

050

Verplichtingen tot aankoop

 

051

Crediteuren wegens verplichtingen tot aankoop

 

052

Debiteuren wegens verplichtingen tot verkoop

 

053

Verplichtingen tot verkoop

06

Termijnovereenkomsten

 

060

Op termijn gekochte goederen - te ontvangen

 

061

Crediteuren wegens op termijn gekochte goederen

 

062

Debiteuren wegens op termijn verkochte goederen

 

063

Op termijn verkochte goederen - te leveren

 

064

Op termijn gekochte deviezen - te ontvangen

 

065

Crediteuren wegens op termijn gekochte deviezen

 

066

Debiteuren wegens op termijn verkochte deviezen

 

067

Op termijn verkochte deviezen - te leveren

07

Goederen en waarden van derden gehouden door de onderneming

 

070

Gebruiksrechten op lange termijn

 

 

0700

Terreinen en gebouwen

 

 

0701

Installaties, machines en uitrusting

 

 

0702

Meubilair en rollend materieel

 

071

Crediteuren wegens huurgelden en vergoedingen

 

072

Goederen en waarden door derden in bewaring, in consignatie of in bewerking gegeven

 

073

Committenten en deponenten van goederen en waarden

 

074

Goederen en waarden gehouden voor rekening of ten bate en voor risico van derden

 

075

Crediteuren wegens goederen en waarden gehouden voor rekening of ten bate en voor risico van derden

09

Diverse rechten en verplichtingen

 

(29)

(29)

De ondernemingen kunnen voor de nummering van deze rekeningen ook de klassen 8 of 9 of bepaalde rekeningen van deze klassen gebruiken, waarbij volgorde en indeling dezelfde moeten zijn als hier aangegeven.

(30)

(30)

In de klasse 0 worden alleen die rechten en verplichtingen geboekt die niet in de klassen 1 tot en met 5 moeten worden opgenomen.

 

Hoofdstuk II. Bepaling van de inhoud van sommige rekeningen

00 Zekerheden door derden gesteld voor rekening van de onderneming

Op deze rekening worden de zakelijke en persoonlijke zekerheden geboekt die door derden ten behoeve van de crediteuren van de onderneming zijn gesteld, als waarborg voor de voldoening van actuele of potentiële schulden en verplichtingen die de onderneming jegens hen heeft aangegaan.

01 Persoonlijke zekerheden gesteld voor rekening van derden

Op deze rekening worden de persoonlijke zekerheden geboekt die door de onderneming ten behoeve van derden zijn gesteld of onherroepelijk beloofd als waarborg, voor de voldoening van actuele of potentiële schulden en verplichtingen die ze hebben aangegaan jegens andere schuldeisers dan de onderneming zelf.
De wisselverplichtingen zijn die welke voor de onderneming voortvloeien uit door haar getrokken, geëndosseerde of voor aval getekende wissels in omloop, met uitzondering van de door de onderneming getrokken bankaccepten

02 Zakelijke zekerheden gesteld op eigen activa

Op deze rekening worden de zakelijke zekerheden geboekt waarmee de onderneming haar eigen activa heeft bezwaard of die ze onherroepelijk heeft beloofd voor de voldoening van actuele of potentiële schulden en verplichtingen van zichzelf of van derden.
In de rekeningen 021 en 023 betreffende de zekerheidsstellingen moet in voorkomend van onderscheid worden gemaakt tussen de soorten van bezwaarde activa.

03 Ontvangen zekerheden

Op deze rekening worden de zakelijke en persoonlijke zekerheden geboekt die de onderneming heeft ontvangen voor de voldoening van actuele of potentiële schulden en verplichtingen die derden jegens haar hebben aangegaan, met uitzondering van zekerheidsstellingen en borgtochten in contanten.

04 Goederen en waarden gehouden door derden in hun naam, maar ten bate en op risico van derden

Op deze rekening worden de goederen en waarden geboekt die ten opzichte van derden aan een ander toebehoren en waarvan de onderneming het risico draagt maar er tevens de opbrengsten uit int- zoals de overeenkomsten tot het houden van een deelneming -, indien deze goederen en waarden niet mogen worden opgenomen in de balans.

05 Verplichtingen tot aan- en verkoop van vaste activa

Op die rekening worden als verplichtingen tot aankoop geboekt de geplaatste bestellingen en de verplichtingen met optie van derden, en als verplichtingen tot verkoop de ontvangen bestellingen en de opties die aan derden op bezittingen van de onderneming zijn verleend.
De verplichtingen tot aankoop evenals de verplichtingen tot verkoop die tot de gewone bedrijfsuitoefening van de onderneming zijn verleend.

06 Termijnovereenkomsten

Op deze rekening worden in de daartoe aangelegde rekeningen geboekt de koop- en verkoopovereenkomsten op termijn betreffende goederen en vreemde deviezen, alsmede de daartegenover staande betalingsverplichtingen en vorderingen.

07 Goederen en waarden van derden gehouden door de onderneming

Op deze rekening worden in afzonderlijke rekeningen geboekt:

  1. de gebruiksrechten op lange termijn betreffende goederen die aan derden toebehoren en de daartegenover staande verplichtingen, voor zover deze rechten en verplichtingen niet in de balans worden vermeld;
  2. de goederen en waarden van derden die aan de onderneming in bewaring, in consignatie of in bewerking zijn gegeven, alsmede de daartegenover staande verplichtingen jegens deponenten en committenten;
  3. de goederen en waarden die de onderneming uit anderen hoofde voor rekening of ten bate en op risico van derden onder zich houdt, alsmede de daartegenover staande verplichtingen.


   

    Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 21 oktober 2018 tot uitvoering van de artikelen III.82 tot en met III.95 van het Wetboek van economisch recht.

 

FILIP

Van Koningswege :
De Minister van Economie,
K. PEETERS

De Minister van Justitie,
K. GEENS

De Minister van Financiën,
J. VAN OVERTVELDT

De Minister van Middenstand,
D. DUCARME

Bijlage 2: genormaliseerd model van dagboek voor verenigingen en stichtingen

Bijlage 2 bij het koninklijk besluit van 21 oktober 2018 tot uitvoering van de artikelen III.82 tot en met III.95 van het Wetboek van economisch recht : genormaliseerd model van dagboek voor verenigingen en stichtingen.

 

Uitgaven

Nr.

Datum Regi-stra.

Omschrij-ving

Bank X

Bank Y

Andere zichtrekeningen en gelijksoortige rekeningen

Kas 1

Kas2

Bedrag totaal

Uitgaven

Goe-deren en diensten

Bezoldi-gingen

Diensten en diverse goederen

Andere

Nr.

Bedrag

Nr.

Bedrag

Nr.

Bedrag

Nr.

Bedrag

Nr.

Bedrag

Bedrag

Omschrijving

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal uitgaven

 

0,00

 

0,00

 

0,00

 

0,00

 

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

 

 

Ontvangsten

Nr.

Datum Regi-stra.

Omschrij-ving

Bank X

Bank Y

Andere zichtrekeningen en gelijksoortige rekeningen

Kas 1

Kas2

Bedrag totaal

Ontvangsten

Lidgeld

Schenkin-gen en legaten

Subsi-dies

Andere

Nr.

Bedrag

Nr.

Bedrag

Nr.

Bedrag

Nr.

Bedrag

Nr.

Bedrag

Bedrag

Omschrijving

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal ontvangsten

 

0,00

 

0,00

 

0,00

 

0,00

 

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

 

 

    Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 21 oktober 2018 tot uitvoering van de artikelen III.82 tot en met III.95 van het Wetboek van economisch recht.

 

FILIP

Van Koningswege :
De Minister van Economie,
K. PEETERS

De Minister van Justitie,
K. GEENS

De Minister van Financiën,
J. VAN OVERTVELDT

De Minister van Middenstand,
D. DUCARME

Bijlage 3: Minimumindeling van een algemeen rekeningenstelsel voor verenigingen en stichtingen

Bijlage 3 bij het koninklijk besluit van 21 oktober 2018 tot uitvoering van de artikelen III.82 tot en met III.95 van het Wetboek van economisch recht : minimumindeling van algemeen rekeningenstelsel voor verenigingen en stichtingen

 

Hoofdstuk 1. - Rekeningenstelsel

 

 

 

 

 

Overeenstemmende post uit het volledige schema van de jaarrekening

 

 

 

 

 

Activa

Passiva

1.

EIGEN VERMOGEN, VOORZIENINGEN VOOR RISICO'S EN KOSTEN EN SCHULDEN OP MEER DAN ÉÉN JAAR

 

 

 

10.

Fondsen van de vereniging of stichting(1)

 

I

 

11.

 

 

 

 

II

 

12.

Herwaarderingsmeerwaarden

 

III

 

 

120

Herwaarderingsmeerwaarden op immateriële vaste activa(2)

 

 

 

 

121

Herwaarderingsmeerwaarden op materiële vaste activa(2)

 

 

 

 

122

Herwaarderingsmeerwaarden op financiële vaste activa(2)

 

 

 

 

124

Terugneming van waardeverminderingen op geldbeleggingen(3)

 

 

 

13.

Bestemde fondsen en andere reserves

 

IV

 

 

130

Fondsen bestemd voor investeringen

 

 

 

 

131

Fondsen bestemd voor sociaal passief

 

 

 

 

132

Belastingvrije reserves

 

 

 

 

139

Andere bestemde fondsen en andere reserves

 

 

 

14.

Overgedragen resultaat (+)(-)

 

V

 

15.

Kapitaalsubsidies

 

VI

 

16.

Voorzieningen en uitgestelde belastingen

 

VII

 

 

160

Voorzieningen voor pensioenen en soortgelijke verplichtingen

 

VII.A.1

 

 

161

Voorzieningen voor belastingen

 

VII.A.2

 

 

162

Voorzieningen voor grote herstellingswerken en grote onderhoudswerken

 

VII.A.3

 

 

163

Voorzieningen voor milieuverplichtingen

 

VII.A.4

 

 

164-165

Voorzieningen voor overige risico's en kosten(4)

 

VII.A.5

 

 

167

Voorzieningen voor terug te betalen subsidies, legaten en schenkingen met terugnemingsrecht

 

VII.B