§ 1. Het in artikel 2 bedoelde dagboek is genummerd en wordt geïdentificeerd door de naam van de vereniging.
§ 2. Het dagboek mag worden gehouden door middel van ingebonden of ingenaaide registers of door middel van geïnformatiseerde systemen.
Indien het wordt gehouden door middel van ingebonden of ingenaaide registers, moet het voor het eerste gebruik en vervolgens ieder jaar worden ondertekend door de perso(o)n(en) die de vereniging ten aanzien van derden vertegenwoordig(t)(en).
§ 3. Het dagboek wordt bijgehouden naar tijdsorde, zonder witte vakken, noch weglatingen, opdat de materiële continuïteit, alsook de regelmatigheid en de onomkeerbaarheid van de boekingen gewaarborgd zouden zijn. Bij correctie moet de oorspronkelijke boeking leesbaar blijven.
§ 4. Het originele dagboek gehouden door middel van ingebonden of ingenaaide registers moet gedurende zeven jaar worden bewaard te rekenen vanaf 1 januari van het jaar volgend op de afsluiting ervan.
Indien het dagboek wordt gehouden door middel van geïnformatiseerde systemen, moet de voor het bewaren gebruikte drager de onveranderlijkheid en de toegankelijkheid van de gegevens die erin geregistreerd zijn verzekeren gedurende de volledige bewaringstermijn opgelegd in het vorige lid.