FAQ

Hieronder vindt u een lijst van de meest gestelde algemene vragen. Vragen in verband met Individuele Beslissingen inzake Boekhoudrecht (IBB's) vindt u onderaan deze lijst.
Indien u uw antwoord niet vindt, neem dan gerust contact op met ons via het contactformulier.

Wie kan een vraag richten aan de CBN?

Ondernemingen, vennootschappen, verenigingen zonder winstoogmerk en stichtingen kunnen, net zoals de cijferberoepers, kosteloos vragen richten aan de CBN.
Aanvragen van Individuele Beslissingen inzake Boekhoudrecht (IBB's) kunnen enkel gevraagd worden door het bestuursorgaan van de onderneming. Deze kan de bevoegdheid delegeren aan een advocaat, accountant, boekhouder of revisor of aan eenieder die het bestuursorgaan daartoe mandateert.

Hoe kan een vraag gericht worden aan de CBN?

Het volstaat om het formulier onder het item ‘Contact’ in te vullen, waarin u zo goed mogelijk het onderwerp en de context van uw vraag beschrijft.
De aanvraag om een IBB kan schriftelijk worden gericht aan het College via dit formulier.

Hoe verwerkt de CBN vragen die tot haar gericht zijn (voor IBB's, zie hieronder)?

De vraag wordt doorgegeven aan het wetenschappelijk secretariaat, dat een antwoord opstelt in de vorm van een ontwerpadvies. Dit ontwerpadvies wordt in eerste instantie voorgelegd aan de leden van de Commissie die één à twee keer per maand vergaderen. De leden kunnen of het ontwerpadvies goedkeuren – unaniem of met één of meerdere minderheidsstandpunten -, of om aanpassingen vragen. Wanneer de aanpassingen aan het ontwerpadvies aangebracht zijn, wordt het ontwerpadvies in de regel gedurende verschillende weken ter publieke consultatie voorgelegd. Zo kunnen belanghebbenden hun opmerkingen meedelen. Vervolgens past het wetenschappelijk secretariaat, indien nodig, het ontwerpadvies aan en wordt het aangepaste ontwerpadvies voorgelegd aan de leden van de Commissie. De leden geven hierover hun mening. Na goedkeuring wordt het advies gepubliceerd op de website van de Commissie.

In dringende gevallen kunnen de ontwerpadviezen een schriftelijke procedure doorlopen.

Wanneer worden de vergaderingen van de CBN gehouden?

U kan de datums van de plenaire vergaderingen terugvinden onder het item ‘Kalender’.

Worden de onderwerpen die behandeld worden tijdens de plenaire vergaderingen van de CBN, openbaar gemaakt?

Op de startpagina van de website, bij de nieuwsberichten, of onder het item 'Organisatie' en dan 'Verslagen vergaderingen' wordt een overzicht gepubliceerd van de onderwerpen die behandeld zijn op de plenaire vergaderingen.

Mag ik mijn jaarrekening bij de CBN neerleggen?

Nee, elke onderneming dient de jaarrekening neer te leggen bij de Balanscentrale van de Nationale Bank van België. Kleine verenigingen en stichtingen die een vereenvoudigde boekhouding voeren, dienen de jaarrekening neer te leggen bij de griffie van de rechtbank van koophandel.

 

Naar aanleiding van het ontwerp van wet tot wijziging van het Wetboek van Economisch Recht,  heeft de minister van Economie, voor wat de bevoegdheid van de Commissie voor Boekhoudkundige Normen betreft, een antwoord geformuleerd op de vaakst gestelde vragen in verband met de boekhoudkundige rulings (Parlementair stuk DOC 54 2090/003, blz. 4 e.v.)

Wat is het verschil tussen een Individuele Beslissing inzake Boekhoudrecht (IBB) van het College en een advies van de CBN?

De CBN-adviezen kwalificeren als gezaghebbende technische doctrine en vormen een belangrijke rechtsbron bij de interpretatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke boekhoudvoorschriften. De concrete toepassing van deze adviezen in bijzondere situaties kan aanleiding geven tot bijkomende vragen uit het praktijkveld. Een IBB is niets anders dan het antwoord hoe de wet in hoofde van de aanvrager wordt toegepast op een bijzondere situatie of verrichting die op jaarrekeningrechtelijk vlak nog geen uitwerking heeft gehad.

Het College dient trouwens te allen tijde de adviezen van de CBN te volgen. Het College vraagt advies aan de CBN wanneer er geen wettelijke of reglementaire bepalingen voorhanden zijn en waarover de CBN nog geen advies heeft gegeven.

Het College kan de CBN tevens advies vragen indien het College van oordeel is dat de bestaande CBN-adviezen ontoereikend, onvolledig of voor wijziging vatbaar zijn, of indien het College van oordeel is te moeten afwijken van het door de CBN ingenomen algemeen geldende standpunt. In die gevallen zal de CBN de vraag van het College bij hoogdringendheid dienen te behandelen.

Een IBB kan fiscale gevolgen hebben voor de aanvrager. Wat is de relatie met de Dienst Voorafgaandelijke Beslissingen in fiscale zaken (DVB)?

De regering heeft om die reden voorzien dat minstens één lid van het nieuw op te richten College in de schoot van de CBN tevens collegelid moet zijn van de DVB. De Regering acht dit laatste onontbeerlijk gelet op de band die inderdaad bestaat tussen het boekhoudrecht en het fiscaal recht en in het bijzonder omwille van de primauteit van het boekhoudrecht op het fiscaal recht.

Als een aanvraag voornamelijk fiscaalrechtelijke gevolgen heeft, kan een IBB trouwens niet worden gegeven, tenzij in casu:

  • de primauteit van het boekhoudrecht reeds werd erkend of
  • de aanvrager akkoord gaat met een overleg met de bevoegde belastingautoriteit of
  • de aanvrager ermee instemt dat een aanvraag om voorafgaande beslissing in fiscale zaken zal worden ingediend met een overleg met de DVB tot gevolg.

Wie kan een IBB aanvragen?

Een IBB kan enkel gevraagd worden door het bestuursorgaan van de onderneming. Deze kan de bevoegdheid delegeren aan een advocaat, accountant, boekhouder of revisor of aan eenieder die het bestuursorgaan daartoe mandateert.

Hebben de IBB’s een bindend karakter?

Neen. Het antwoord van het College bindt het bestuursorgaan niet. Het is een opinie van het College op basis van de door het bestuursorgaan voorgelegde elementen. Het bestuursorgaan kan van het antwoord van het College afwijken.

Tevens raakt een antwoord van het College niet aan de prerogatieven van de rechterlijke macht.

Voor welke termijn kan een IBB worden gegeven?

Er geldt een maximale geldigheidsduur van vijf jaar, maar in specifieke gevallen kan een langere termijn worden voorzien (bijvoorbeeld in geval van een leasingovereenkomst die werd gesloten voor een langere termijn of een afschrijvingsritme).

In andere gevallen kan een IBB beschouwd worden als zijnde niet langer geldig omdat bijvoorbeeld de voorwaarden waaraan de IBB werd onderworpen niet langer worden vervuld of wanneer de voornaamste gevolgen van de situatie of de verrichtingen gewijzigd zijn.

Binnen welke tijdsspanne moet een IBB worden afgeleverd?

De IBB moet worden meegedeeld aan de aanvrager binnen een termijn van twee maanden vanaf de datum waarop het dossier alle nodige elementen bevat die het mogelijk maakt om een IBB af te leveren. Het College en de aanvrager kunnen in onderlinge overeenstemming deze termijn wijzigen.

Ten laatste binnen vijftien werkdagen vanaf het ogenblik dat de aanvraag volledig is, licht het College de aanvrager in over de vastgestelde antwoordtermijn.

Zo wordt er zorg voor gedragen dat de vraagstellers snel een antwoord krijgen.

Hoe worden de IBB’s gepubliceerd?

De IBB’s worden op anonieme wijze gepubliceerd op de website van de CBN.

Op welke manier kan een IBB worden aangevraagd, en wat moet zij bevatten?

De aanvraag om een IBB wordt schriftelijk gericht aan het College (via dit formulier). Zij moet gemotiveerd zijn en ondertekend zijn door een persoon die daartoe gemachtigd is door de aanvrager.

Zij moet bevatten:

  • de identiteit van de aanvrager en, in voorkomend geval, die van de betrokken partijen en derden;
  • de beschrijving van de activiteiten van de aanvrager;
  • de volledige beschrijving van de bijzondere situatie of verrichting;
  • de verwijzing naar de wettelijke of reglementaire bepalingen waarop het antwoord moet slaan.

De aanvraag bevat, in voorkomend geval, een volledige kopie van de aanvragen die voor hetzelfde onderwerp werden ingediend bij een overheid, en van de beslissingen met betrekking tot deze aanvragen.

Zolang het College geen antwoord heeft gegeven, moet de aanvraag worden aangevuld met elk nieuw element dat betrekking heeft op de voorgenomen situatie of verrichting.

Rond welke materie kan een aanvraag worden ingediend bij het College?

Het College is bevoegd voor vragen omtrent de toepassing van de bepalingen van het Belgische Boekhoud- en jaarrekeningenrecht. Hiermee worden bedoeld:

  • de betreffende bepalingen uit het Wetboek van Vennootschappen en de daarbijhorende uitvoeringsbesluiten;
  • de besluiten met betrekking tot de minimumindeling van het rekeningenstelsel en de boekhouding van ondernemingen;
  • de boekhoudrechtelijke bepalingen die betrekking hebben op verenigingen en stichtingen; en meer algemeen
  • elke wettelijke bepaling die rechtstreeks of bij derogatie verwijst naar het Belgisch boekhoudrecht.

De aanvraag moet steeds verwijzen naar een bijzondere situatie of verrichting, hetgeen impliceert dat zij betrekking heeft op de boekhoudrechtelijke behandeling die van toepassing is in een nauwkeurig uiteengezette situatie waarin de aanvrager zich bevindt. Dit kan betrekking hebben op een investering, een contract, een vaste inrichting in België als enige andere duidelijk omschreven situatie waarin wordt verwezen naar een concreet project waarvan de realisatie ernstig wordt overwogen.

Het mag dus niet gaan om louter theoretische vragen die enkel bij wijze van hypothese worden overwogen.