COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN
CBN-advies 113-3 - Aanwending van herwaarderingsmeerwaarden

Artikel 34 van het koninklijk besluit van 8 oktober 1976 voorziet in de mogelijkheid bepaalde activa te herwaarderen, wanneer deze ten aanzien van hun aanschaffingswaarde een vaststaande en duurzame meerwaarde vertonen. Krachtens zijn tweede lid moeten bovendien de op het passief geboekte meerwaarden daar behouden blijven zolang de betrokken activa niet worden gerealiseerd, ongeacht de mogelijkheid om ze in het kapitaal in te lijven. 

Deze bepaling wijst erop dat een herwaarderingsmeerwaarde in de zin van hogergenoemd artikel 34 geen «resultaat» uitmaakt, dat aanleiding kan zijn tot winstbestemming. Dergelijke herwaarderingsmeerwaarde is een uitgedrukte, doch niet-gerealiseerde meerwaarde, zonder invloed op de resultatenrekening. 

In deze betekenis is het derhalve principieel uitgesloten dat zij zou worden aangewend om bijvoorbeeld geleden verliezen geheel of gedeeltelijk aan te zuiveren. De Vierde Richtlijn bevat hetzelfde verbod. 

Wel is het zo dat een herwaarderingsmeerwaarde krachtens voornoemd artikel in het kapitaal mag worden geïncorporeerd. Ook de Vierde Richtlijn staat dit toe. Via een kapitaalsvermindering zou dergelijke meerwaarde aldus, op onrechtstreekse wijze, kunnen worden aangewend om verliezen aan te zuiveren. 

In fiscaal opzicht wordt bij incorporatie van herwaarderingsmeerwaarden in het kapitaal een registratierecht van 1 % (artikel 116, Wetboek Registratierechten) geheven over het bedrag van de kapitaalverhoging. Op te merken valt dat een onmiddellijk daarop volgende kapitaalsvermindering - waartoe bijvoorbeeld wordt beslist in dezelfde akte, tijdens eenzelfde algemene vergadering, wat in geval van aanzuivering van verliezen tot de gewone gang van zaken behoort - géén recht geeft op vereffening van het registratierecht op basis van het saldo van de kapitaalswijziging. 

De hierboven aangehaalde fiscale regel heeft tot gevolg dat ondernemingen er in bepaalde gevallen van weerhouden worden om, bijvoorbeeld bij herstructurering, geleden verliezen via een door het koninklijk besluit van 8 oktober 1976 en het vennootschapsrecht toegelaten werkwijze aan te zuiveren, hoewel zulks wenselijk zou zijn. 

De Commissie heeft beslist de aandacht van de Regering op deze aangelegenheid te vestigen. Tot de Vierde E.E.G.-richtlijn in ons land van kracht wordt, zal zij tevens een positief advies bij de bevoegde Minister uitbrengen, over aanvragen tot individuele afwijking (artikel 15 van de boekhoudwet), in gevallen van financiële herstructurering, om toe te laten het geheel of een gedeelte van de herwaarderingsmeerwaarde over te boeken naar de staat der verwerking der resultaten (Afname van reserves, codenummer 5619) en via deze staat verliezen aan te zuiveren.