CBN-advies 120/3 - Waardering van liquide middelen bij de jaarafsluiting : criterium voor de toerekening aan een bepaald boekjaar

Aan de Commissie werd gevraagd welke criteria in aanmerking komen bij de toerekening aan een bepaald boekjaar van door de onderneming verrichte betalingen en door haar ontvangen stortingen. 

De Commissie is van oordeel dat bij het bepalen van het boekjaar waaraan verrichte betalingen en ontvangen stortingen kunnen worden toegekend, de norm geformuleerd in artikel 19, vierde lid van het besluit van 8 oktober 1976 dient nageleefd volgens dewelke rekening wordt gehouden met de kosten of opbrengsten die betrekking hebben op het boekjaar of op voorgaande boekjaren, ongeacht de dag waarop deze kosten of opbrengsten worden betaald of geïnd. Dit leidt ertoe als criterium voor de toerekening aan een bepaald boekjaar in beginsel de datum van de verrichting te nemen. 

Wat van derden ontvangen stortingen betreft gebeurt de boeking normaliter op het ogenblik dat de onderneming ervan bericht krijgt, doorgaans bij het ontvangen van een rekeninguittreksel van de bank. Toch is de datum van het rekeninguittreksel in beginsel irrelevant voor het bepalen van de datum van de verrichting; dit is zeker het geval op het einde van een boekjaar waar vaak rekeninguittreksels over verrichtingen tijdens de laatste dagen van het afgesloten boekjaar, slechts bij het begin van het volgende boekjaar worden ontvangen. Is de datum van de storting zelf niet gekend, dan kan bij de toerekening aan een bepaald boekjaar rekening worden gehouden met de valutadatum. Hoewel deze datum eigenlijk slechts van belang is voor de interestberekening kan er inderdaad bij benadering de datum van de verrichting uit worden afgeleid. Daartoe moet rekening worden gehouden met de algemene voorwaarden van de betrokken financiële instelling of indien die er niet zijn met de gebruiken terzake. 

Wat de door de onderneming zelf verrichte betalingen betreft is de toepassing van het criterium (de datum van de verrichting) vrij gemakkelijk daar de onderneming meestal de datum van dergelijke verrichtingen kent. Betreft het cheques, dan geldt de datum waarop deze werden uitgegeven en in de boekhouding ingeschreven. Betreft het overschrijvingsorders en worden deze slechts geboekt op het ogenblik dat de onderneming door haar bank in kennis wordt gesteld van de uitvoering van de order, dan kan bij het bepalen van de datum van de verrichting rekening worden gehouden met de valutadatum, naar analogie met hetgeen hierboven is gezegd in verband met stortingen. 

Bij het toerekenen aan een bepaald boekjaar van debet- of creditinteresten moet rekening worden gehouden, niet met de datum waarop de interesten verschuldigd of betaald zijn maar met de periode -eventueel pro rata temporis - waarop deze interesten betrekking hebben.