Individuele Beslissing inzake Boekhoudrecht
IBB 2022/01 – Voorzieningen
Beslissing van 23 februari 2022
Voorwerp van de aanvraag
De aanvraag strekt ertoe de bevestiging te verkrijgen wat betreft de mogelijkheid voor vennootschap A tot boeking van voorzieningen in de zin van artikel 3:28 van het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (hierna: KB WVV), teneinde bepaalde kosten te dekken m.b.t. de exploitatie van een winningsactiviteit.
Beschrijving door de aanvrager
Vennootschap A is actief in de winning van delfstoffen.
Vennootschap A wenst haar activiteiten uit te breiden om het voortbestaan ervan veilig te stellen. Bijgevolg heeft zij bij de bevoegde autoriteiten een dossier ingediend om een vergunning tot uitbreiding van de site te verkrijgen. De uitbreiding betreft o.a. de aanleg van faciliteiten die specifiek betrekking hebben op de activiteit.
Naar aanleiding van het indienen van het dossier besloten de bevoegde autoriteiten een milieueffectenrapport te laten opstellen m.b.t. het uitbreidingsproject. Dit milieueffectenrapport zal pas na een termijn van ongeveer twee jaar worden afgewerkt. Bijgevolg kan de uitbreidingsvergunning niet worden afgeleverd vóór deze termijn van twee jaar.
Eén van de terreinen waarop de uitbreiding zal worden gerealiseerd, is reeds in het bezit van vennootschap A. De vennootschap is eveneens in onderhandeling met verschillende eigenaars teneinde nieuwe terreinen te verwerven voor de uitbreiding van de activiteiten.
Zodra vennootschap A de concessieovereenkomsten heeft ondertekend met de eigenaars van de terreinen, overweegt zij voorzieningen te boeken teneinde te anticiperen op de toekomstige kosten m.b.t. de aanleg van de faciliteiten die specifiek betrekking hebben op de activiteit alsook de stedenbouwkundige verplichtingen zoals bepaald door de overeenkomsten, waaronder de bijzondere indeling van de terreinen aan het einde van de overeenkomsten.
Enerzijds wenst vennootschap A de volgende contractuele bepaling op te nemen in de verschillende concessieovereenkomsten:
“De eigenaar van het terrein, de heer/mevrouw X, verleent aan vennootschap A het recht tot winning van delfstoffen zoals bepaald in artikel X tegen betaling van X euro. De overeenkomst zal evenwel van rechtswege worden ontbonden indien de gecombineerde winningsvergunning door de bevoegde autoriteiten niet wordt afgeleverd binnen een termijn van drie jaar te tellen vanaf de ondertekening van onderhavige overeenkomst.”
Op die manier kan vennootschap A voldoen aan het wetsvoorschrift van artikel 3:28 WVV inzake voorzieningen.
“De voorzieningen voor risico’s en kosten beogen naar hun aard duidelijk omschreven verliezen of kosten te dekken die op de balansdatum waarschijnlijk of zeker zijn, doch waarvan het bedrag niet vaststaat.”
Volgens de aanvrager is het, om te voldoen aan de waarschijnlijke of zekere aard van de in voorzieningen op te nemen kosten, noodzakelijk voor vennootschap A om te beschikken over overeenkomsten met de grondeigenaars, ook al is de uitbreidingsvergunning nog niet afgeleverd en zal deze de komende twee jaar ook nog niet worden afgeleverd.
Anderzijds, zodra de overeenkomsten zijn ondertekend, overweegt vennootschap A voorzieningen te boeken teneinde te anticiperen op de toekomstige kosten m.b.t. de aanleg van specifieke faciliteiten alsook de stedenbouwkundige verplichtingen zoals bepaald door de concessieovereenkomsten, waaronder de bijzondere indeling van de terreinen aan het einde van de overeenkomsten.
De aanvrager meent immers dat er, overeenkomstig artikelen 3:28 tot 3:33 KB WVV en CBN-advies 158/1 - Boekhoudkundige verwerking van de aankoop, afschrijving en ontginning in concessie van natuurlijke rijkdommen voorzieningen voor risico’s en kosten moeten worden gevormd om de kosten voor de hierboven beschreven verbintenissen te dekken.
Beslissing van het College
Gelet op de artikelen III.93 en III.93/1 van het Wetboek van economisch recht en de voormelde overwegingen beslist het College in de zitting van 23 februari 2022 dat de voorzieningen die zouden worden gevormd teneinde te anticiperen op de toekomstige kosten m.b.t. de aanleg van specifieke faciliteiten alsook de stedenbouwkundige verplichtingen zoals bepaald door de concessieovereenkomsten, waaronder de bijzondere indeling van de terreinen aan het einde van de overeenkomsten, niet toegestaan zijn.
In casu oordeelt het College dat vennootschap A de voorzieningen pas kan boeken zodra zij van de bevoegde autoriteiten de uitbreidingsvergunning heeft verkregen.
Aldus beslist het College om hierover een negatief advies uit te brengen.