CBN advies 144-2 - Winst uit overdracht van het gebruiksrecht op een goed krachtens een leasingovereenkomst

Aan de Commissie werd gevraagd of het verschil tussen de aanschaffingsprijs van een goed bestemd om in leasing te worden gegeven en het bedrag van de vordering op de leasingnemer, onmiddellijk en integraal in de resultatenrekening onder de opbrengsten moet worden geboekt, dan wel, integendeel, naar verhouding van de kapitaalaflossingen in resultaat mag worden genomen. 

Naar het oordeel van de Commissie moet dit verschil onmiddellijk in resultaat worden genomen. 

Door het sluiten van een leasingovereenkomst waarna het goed aan de leasingnemer wordt geleverd en dus het gebruiksrecht op het goed aan de leasingnemer wordt overgedragen, heeft de leasinggever zich immers van zijn hoofdverbintenis bevrijd, aangezien de leasingovereenkomst voor hem geen gespreide of opeenvolgende prestaties impliceert. Met toepassing van artikel 19, 4de lid van het jaarrekeningbesluit, krachtens hetwelk rekening moet worden gehouden met de kosten en de opbrengsten die betrekking hebben op het boekjaar of op voorgaande boekjaren, ongeacht de dag waarop deze kosten en opbrengsten worden betaald of geïnd, moet de winst uit deze verrichting dan ook onmiddellijk in resultaat worden genomen. 

Als men er bovendien van uitgaat, enerzijds, dat het sluiten van een leasingovereenkomst voor de leasinggever de overdracht van het gebruiksrecht op het goed impliceert, en anderzijds, dat een met het oog op een leasingovereenkomst verworven goed geen materieel vast actief is, adviseert de Commissie volgende boekingen: 

Bij de aanschaffing van het goed

604 Aankopen van handelsgoederen (bestemd voor leasing)
  aan 440 Levanciers
340 Handelsgoederen : aanschaffingswaarde (bestemd voor leasing)
  aan 6094 Voorraadwijzigingen van handelsgoederen

Bij de overdracht van het gebruiksrecht

290 Handlsvorderingen (op meer dan één jaar)
  aan 70 omzet
6094 Voorraadwijzigingen van handelsgoederen
  aan 340 Handelsgoederen : aanschaffingswaarde