COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN
CBN-advies 2024/09 – Verslaggeving bij de heropening van de vereffening van de vennootschappen
Advies van 2 oktober 20241
Inleiding
Met de inwerkingtreding van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (hierna: WVV) wordt de heropening van de vereffening van een vennootschap geregeld met de invoering van het nieuwe art. 2:105 WVV2 , waarin wordt bepaald onder welke voorwaarden het vergeten actiefbestanddeel kan leiden tot de toepassing van deze procedure. Deze bepaling dient te worden samengelezen met de algemene regel van het – ook nieuwe – art. 2:104 WVV, waarin wordt bepaald aan wie de vermogensbestanddelen van de vereffende vennootschap toekomen.
In navolging van de CBN-adviezen3 inzake de verslaggeving bij de ontbinding en vereffening van de vennootschappen, acht de Commissie het nuttig om eveneens stil te staan bij de verslaggevingsverplichtingen die gepaard gaan met de heropening van de vereffening overeenkomstig art. 2:105 WVV.
Heropening van de vereffening
Algemeen
Als algemene regel stelt art. 2:104, § 1, lid 1 WVV dat de vennoten of aandeelhouders, na de sluiting van de vereffening, van rechtswege onverdeelde eigenaars worden, elk voor hun deel, van alle actieve vermogensbestanddelen van de vennootschap, ook al zijn deze op het ogenblik van de sluiting van de vereffening niet gekend. De schuldeisers van desbetreffende vennootschap dienen zich, overeenkomstig art. 2:104, § 2-3 WVV4 , in beginsel tot de aandeelhouders te richten ingeval er na de sluiting van de vereffening nieuwe actiefbestanddelen opduiken. Op jaarrekeningrechtelijk vlak gaan hier geen verslaggevingsverplichtingen mee gepaard, aangezien de vennootschap in kwestie niet langer bestaat.
Naast de algemene regel van art. 2:104 WVV voorziet het WVV in een bijzondere regeling van de heropening van de vereffening. Deze nieuwe regeling houdt concreet in dat de rechtbank de vereffening heropent, waardoor de vennootschap opnieuw rechtspersoonlijkheid verkrijgt5 en van rechtswege eigenaar wordt van één of meerdere vergeten actieve vermogensbestanddelen.
De voorwaarden voor de heropening van de vereffening zijn opgenomen in art. 2:105 WVV:
§ 1. “Indien6 na de sluiting van de vereffening blijkt dat één of meerdere actieve vermogensbestanddelen van de vennootschap werden vergeten, kan elke schuldeiser wiens schuldvordering niet integraal werd voldaan de heropening van de vereffening vorderen.
De vordering tot heropening van de vereffening wordt ingesteld tegen de vereffenaars die laatst in functie waren of de in artikel 2:79 aangewezen personen.
De rechtbank beveelt slechts de heropening van de vereffening indien de waarde van het vergeten actieve vermogensbestanddeel de kosten van de heropening overschrijdt.
§ 2. Onverminderd de rechten van derden te goeder trouw verkrijgt de vennootschap door de heropening opnieuw rechtspersoonlijkheid en wordt zij van rechtswege eigenaar van het vergeten actieve vermogensbestanddeel. De vereffenaars die laatst in functie waren verkrijgen opnieuw deze hoedanigheid tenzij de rechtbank hen vervangt of het aantal beperkt. Bij een heropening van een vereffening bedoeld in de artikelen 2:80 en 2:81 kan de rechtbank een vereffenaar aanwijzen.
§ 3. Tussen partijen heeft de heropening uitwerking vanaf de dag dat zij is uitgesproken. Aan derden kan zij slechts worden tegengeworpen vanaf de bekendmaking bedoeld in paragraaf 4 en de artikelen 2:7 en 2:13.
§ 4. Het uittreksel uit de in kracht van gewijsde gegane of bij voorraad uitvoerbare rechterlijke beslissing waarbij de heropening van de vereffening wordt uitgesproken, alsook het uittreksel uit de rechterlijke beslissing waarbij voornoemd vonnis wordt tenietgedaan, worden neergelegd en bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 2:7 en 2:13.
Dat uittreksel vermeldt:
1° de naam en de zetel van de vennootschap;
2° de datum van de beslissing en de rechter die ze heeft gewezen;
3° de naam, de voornaam en de woonplaats van de vereffenaars en ingeval een vereffenaar een rechtspersoon is, de vaste vertegenwoordiger.
§ 5. Alle bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op de aldus heropende vereffening”.
Enkele aandachtspunten
Rekening houdend met het feit dat de heropening van de vereffening slechts beperkt blijft tot de actiefbestanddelen die bij de sluiting van de vereffening niet gekend waren, is de Commissie van oordeel dat de toepassing van art. 2:105 WVV m.b.t. de klassieke ontbinding niet resulteert in de aanpassing van de stukken die bij de sluiting van de oorspronkelijke vereffening werden opgemaakt. Zo zal het cijfermatig verslag, houdende de vereffeningsrekeningen en de stavingstukken, dat bij de sluiting van de vereffening in het kader van art. 2:100 WVV door de vereffenaar werd opgesteld, niet worden aangepast7 als gevolg van de heropening van de vereffening.
De heropening van de vereffening met een vergeten actief heeft niet noodzakelijkerwijs tot gevolg dat de reeds neergelegde jaarrekening moet worden gecorrigeerd8 .
De Commissie is van oordeel dat, eenmaal de vereffening wordt heropend, er in hoofde van betrokken vennootschap opnieuw een boekhouding moet worden gevoerd waarbij alle verrichtingen zonder uitstel, getrouw, volledig en naar tijdsorde worden ingeschreven9 en elke boeking aan de hand van een gedagtekend verantwoordingsstuk, waarnaar zij moet verwijzen10 , geschiedt.
De Commissie is van oordeel dat de waardering van de opgedoken activa in de zin van art. 2:105 WVV moet voldoen aan de eisen van voorzichtigheid, oprechtheid en goede trouw11 . Evenwel zal dit vergeten actief in hoofde van betrokken vennootschap – die opnieuw rechtspersoonlijkheid heeft verkregen – geboekt worden conform de toepasselijke regels wat inhoudt dat dit in beginsel dient te gebeuren aan de aanschaffingswaarde met de vereiste correcties zoals voorzien in het KB WVV. De, voorafgaand aan de vereffening van de vennootschap, gebruikte waarderingsregels zullen in beginsel terug van toepassing zijn. Tevens zullen de schulden moeten geboekt worden. Naar het oordeel van de Commissie zijn deze schulden niet beperkt tot de schulden van de schuldeiser die, overeenkomstig art. 2:105 WVV, de heropening van de vereffening heeft gevorderd en bekomen. Vervolgens zal de toebedeling geboekt dienen te worden tegen in beginsel de werkelijke waarde12 met inachtneming van alle fiscale verplichtingen13 .
Voorbeeld 1
Veronderstel dat er na de sluiting van de vereffening van een vennootschap een vergeten actief opduikt met een boekwaarde van 100. Er is een onbetaalde schuldeiser met een schuldvordering van 80, die de heropening14 van de vennootschap vordert en bekomt15 . De vereffenaar die laatst in functie was, wordt door de rechtbank opnieuw benoemd. Dit vergeten actief wordt vervolgens gerealiseerd voor 120.
In een dergelijk geval zullen de boekingen in hoofde van desbetreffende vennootschap er als volgt uitzien:
2/3/4/5 | Vergeten actief | 100 | |||
aan | 489X | Andere diverse schulden: onbetaalde schuldeiser | 80 | ||
489 | Andere diverse schulden | 20 |
Boeking realisatie vergeten actief voor 120
416 | Diverse vorderingen | 120 | |||
aan | 2/3/4/5 | Vergeten actief | 100 | ||
764 | Andere niet-recurrente bedrijfsopbrengsten | 20 |
Boeking geraamde belastingen
6702 | Geraamde belastingen | 5 | |||
aan | 450 | Belgische winstbelasting | 5 |
Boeking ontvangst vordering
550 | Kredietinstellingen: rekening-courant | 120 | |||
aan | 416 | Diverse vorderingen | 120 |
Betaling schuldeiser
489X | Andere diverse schulden: onbetaalde schuldeiser | 80 | |||
aan | 550 | Kredietinstellingen: rekening-courant | 80 |
Betaling belasting
450 | Belgische winstbelasting | 5 | |||
aan | 550 | Kredietinstellingen: rekening-courant | 5 |
Boeking toewijzing van saldo aan de rechthebbenden
697 | Andere rechthebbenden | 15 | |||
489 | Andere diverse schulden | 20 | |||
aan | 473 | Andere rechthebbenden | 35 |
Verslaggevingsplichten
Zoals hierboven reeds aangegeven, bepaalt art. 2:105, § 5 WVV dat alle bepalingen van het hoofdstuk16 over de ontbinding en vereffening van de vennootschappen van toepassing zijn op de heropende vereffening. Naar het oordeel van de Commissie is dit ook het geval inzake de verslaggeving die gepaard gaat met de heropening van de vereffening van de reeds voorheen ontbonden vennootschap.
Voor de verslaggevings- en publicatieverplichtingen naar aanleiding van de heropening van de vereffening verwijst de Commissie naar de verplichtingen zoals uiteengezet in het CBN-advies 2022/04 – Verslaggeving bij ontbinding en vereffening van BV, CV, NV, SE en SCE met betrekking tot de klassieke vereffening17 :
- het opstellen van een omstandige staat van de toestand van de vereffening tijdens de looptijd van de vereffening – neer te leggen bij de griffie van de ondernemingsrechtbank18 ;
- voor elk boekjaar: het opstellen van een jaarrekening tijdens de looptijd van de vereffening – voor te leggen aan de algemene vergadering en neer te leggen bij de Nationale Bank van België19 . De begindatum van de eerste jaarrekening die na de heropening wordt opgesteld, stemt in beginsel overeen met de datum waarop de heropening van de vereffening wordt uitgesproken20 ;
- het opstellen van een cijfermatig verslag over de looptijd van de heropende vereffening zelf, houdende de vereffeningsrekeningen21 en de stukken tot staving bij de nieuwe sluiting van de vereffening – neer te leggen in het dossier van de rechtspersoon22 en bekend te maken in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad23 .
Indien de onmiddellijke sluiting van de vereffening24 in de zin van art. 2:80 WVV wordt heropend, verwijst de Commissie, voor wat de verslaggevings- en publicatieverplichtingen betreft, naar hetgeen supra in randnr. 9 wordt vermeld met betrekking tot de klassieke vereffening.
Voorbeeld 2
Een besloten vennootschap Z (hierna: de BV Z) voerde haar boekhouding per kalenderjaar. De jaarlijkse algemene vergadering vond plaats op 30 mei. Op 30 april 20N1 werd deze vennootschap vrijwillig ontbonden en werd er een vereffenaar aangesteld. Op 20 april 20N2 werd de vereffening van deze besloten vennootschap afgesloten.
Vervolgens wordt door een schuldeiser de heropening van de vereffening van de BV Z gevorderd omwille van een opgedoken vergeten actiefbestanddeel. Op 30 september 20N2 beveelt de rechtbank de heropening van de vereffening overeenkomstig art. 2:105, § 1, lid 3 WVV en verkrijgt de vereffenaar die laatst in functie was opnieuw zijn hoedanigheid25 . Op 5 oktober 20N2 wordt deze rechterlijke beslissing bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 2:7 en 2:13 WVV. Op 1 maart 20N3 wordt de vereffening afgesloten.
Gelet op art. 2:105, § 5 WVV dient de vereffenaar vanaf het ogenblik dat de vereffening wordt heropend, in beginsel alle relevante26 bepalingen inzake de verslaggeving bij de klassieke vereffening in acht te nemen. De vereffenaar zal een boekhouding dienen te voeren voor de nieuwe vereffeningsperiode na de heropening. De vereffenaar zal conform art. 2:99 WVV op 31 december 20N2 een jaarrekening dienen op te maken voor de periode 30 september 20N2 tot 31 december 20N2 en deze, voorafgaand aan de sluiting van de heropende vereffening op 1 maart 20N3, voorleggen aan de algemene vergadering en vervolgens neerleggen bij de Nationale Bank van België. Bij de nieuwe sluiting van de vereffening op 1 maart 20N3 zal de vereffenaar, overeenkomstig art. 2:100 WVV, een cijfermatig verslag opmaken over de vereffening, houdende de vereffeningsrekeningen, dat samen met de stukken tot staving bij de sluiting van de heropende vereffening wordt neergelegd27 in het dossier van de rechtspersoon bij de ondernemingsrechtbank. De sluiting van de heropende vereffening zal tevens bekend moeten worden gemaakt in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad28 .
De Commissie meldt dat één van de leden vraagt om naar aanleiding van de publicatie van onderhavig advies een eigen, alternatief advies als ‘minderheidsstandpunt’ te publiceren. De meerderheid van de leden heeft zich tijdens de vergadering van 6 november 2024 gedistantieerd van het in het alternatief advies ingenomen standpunt dat het bestaan van een vergeten actief of passief zou kunnen gebruikt worden om te ontsnappen aan bepaalde wettelijke verplichtingen dan wanneer deze activa of passiva niet zouden zijn vergeten. Daarbij wordt tevens de aandacht gevestigd op o.a. het feit dat het minderheidsstandpunt ten onrechte stelt dat een ontbinding en vereffening in één akte geen deficitair karakter zou kunnen hebben (zie art. 2:80, eerste lid, 2°, in fine WVV).
9 oktober 2024
HET LOT VAN EEN VERGETEN ACTIEF OF PASSIEF NA DE SLUITING VAN DE VEREFFENING
Het is wellicht een curiosum, een ‘accident de parcours’: een vergeten actief of passief dat opduikt nà de sluiting van de vereffening.1 De wetgever heeft, nu voor het eerst, een wettelijke regeling uitgewerkt (art. 2:104 en 2:105 WVV). We geven nu reeds mee dat de vereffening enkel zal heropend worden als een vergeten actief opduikt in een deficitaire vereffening.
1 EEN VERGETEN ACTIEF
Bij een batige vereffening, waarbij alle schuldeisers volledig werden betaald, worden de vennoten of aandeelhouders van rechtswege de onverdeelde eigenaars van het vergeten actief, prorata hun participatie (art. 2:104, §1).2 Ze moeten dit dus onderling regelen.3 De vennootschap zelf, die overigens niet meer bestaat en dus geen eigenaar van het vergeten actief meer kan zijn, blijft hier volledig buiten beeld. De vereffening wordt niet heropend. De verslaggeving die eigen is aan de vereffening, is dus ook niet aan de orde.
Bij een deficitaire vereffening, waarbij de schuldeisers niet volledig werden betaald, zal de ontdekking van een vergeten actief aanleiding geven tot de heropening van de vereffening. De schuldeisers die in nuttige rang komen, zullen het vergeten actief willen recupereren. Hier is (blijft) de vennootschap van rechtswege eigenaar van het vergeten actief (art. 2:105, §2).4 De schuldeisers richten hun vordering tegen de vereffenaar (art. 2:105, §1).5 De rechter zal, op verzoek van de schuldeisers, een heropening van de vereffening bevelen.6 De heropening van de vereffening doet de rechtspersoonlijkheid van de vennootschap herleven, zo ook de samenloop van de schuldeisers.7 De vereffenaars hernemen hun functie.8 Bijgevolg herneemt ook de verslaggeving binnen de vennootschap.9 De vereffening verloopt verder zoals gewoonlijk (art. 2:105, §5).
2 EEN VERGETEN PASSIEF
Zo bij een batige vereffening een vergeten passief (versta: een vergeten schuldeiser) na de sluiting van de vereffening opduikt, wordt de vereffening niet heropend. De aandeelhouders van een BV, CV en NV zijn aansprakelijk en zullen gehouden zijn tot teruggave, het weze onder voorwaarden en beperkt. Ze zijn enkel aansprakelijk, zo ze het vergeten passief kenden (of moesten kennen). Hun aansprakelijkheid is daarenboven steeds beperkt tot de terugbetaalde inbreng en de verkregen liquidatiebonus. Er is geen hoofdelijkheid tussen hen (art. 2:104, §2).
Bij een deficitaire vereffening zal, wanneer een nieuw of eerder niet gekend passief (versta: een vergeten schuldeiser) na de afsluiting ontstaat of opduikt, de vereffening ook niet heropend worden. Er is immers niets te verdelen. Een heropening heeft dus geen enkele zin. Verslaggeving is hier evenmin aan de orde.
3 DE ONTBINDING EN VEREFFENING IN ÉÉN AKTE (art. 2:105, §2 verwijst naar art. 2:80 WVV).
a. Een vergeten actief
In een batige vereffening geldt voor een vergeten actief dezelfde regeling als bij een gewone vereffening, (supra, 1 alinea 1). De vennoten of aandeelhouders zijn ook hier van rechtswege de onverdeelde eigenaars van het vergeten actief. De vereffening wordt niet heropend.
Een deficitaire vereffening komt hier in principe niet voor.
b. Een vergeten passief
In een batige vereffening wordt bij het opduiken van een vergeten passief, de vereffening niet heropend. De aandeelhouders van een BV, CV en NV zijn altijd aansprakelijk voor de vergeten schuld.10 Ze zullen dus gehouden zijn tot teruggave. Hier is evenmin hoofdelijkheid. Ook hier is hun aansprakelijkheid beperkt tot de terugbetaling van wat zij eerder kregen uitbetaald van hun kapitaalinbreng en de eerder verkregen liquidatiebonus. Zijn ze te goeder trouw, dan kunnen ze zich daarenboven verhalen op de leden van het bestuursorgaan (art. 2:104, §3).
Een deficitaire vereffening komt hier, zoals gezegd, in principe niet voor.
4. DE HEROPENING VAN DE VEREFFENING DOET DE ONDERNEMING NIET HERRIJZEN.
De vereffening wordt slechts beperkt heropend. Alle voorheen gestelde vereffeningshandelingen blijven ongemoeid, De klok wordt niet teruggedraaid. De heropening is enkel toegespitst op de realisatie van één enkel vergeten actief. De heropening is beslist een sterk afgeslankte light-versie van de gewone vereffening.
Tijdens de gewone vereffening bleven alle verplichtingen toepasselijk die vóór de ontbinding toepasselijk waren.11 Dit is ook het geval bij de heropening van de vereffening (art. 2:105, §5 WVV). De daaropvolgende realisatie van het éne actief, creëert nog geen onderneming. Er wordt immers geen enkele economische activiteit meer uitgeoefend.12 De vennootschap verkrijgt opnieuw rechtspersoonlijkheid (art. 2:105, §2 WVV), maar dit is een zwaar geamputeerde rechtspersoonlijkheid.13
Om die redenen dient er na de heropening geen boekhouding te worden gevoerd14,15, geen jaarrekening te worden opgemaakt en geen aangifte in de vennootschapsbelasting16 te worden ingediend.17
Gerard GOEMAERE
Lid van de CBN
1 Zie: Advies CBN 2022/4 ivm de verslaggeving bij vereffening; advies CBN 2022/6 ivm de verslaggeving bij de ontbinding en vereffening in één akte.
2 De gekende overblijvende activa werden reeds tijdens de gewone vereffening door de vereffenaar aan de aandeelhouders overhandigd (art.2:97, §3). Met het vergeten actief gebeurt hetzelfde, maar van rechtswege.
3 Desgevallend via de gerechtelijke procedure van verdeling van roerend goed (art. 1205 e.v. Ger. W.)
4 Het is mogelijk dat tussen de sluiting van de deficitaire vereffening en de ontdekking van het vergeten actief dit actief door de vennoten reeds werd verkocht aan een derde. Daarom spreekt het WVV van ‘onverminderd de rechten van derden te goeder trouw’ (art. 2:105 §2). Aan het eigendomsrecht van de derde wordt niet geraakt. De vennoot die het actief verkocht had, zal de prijs die hij heeft ontvangen, aan de vereffening moeten afdragen. Hij heeft immers iets verkocht wat niet van hem was.
5 De vordering tot heropening van de vereffening verjaart vijf jaar na de bekendmaking van de afsluiting en vervalt één jaar na de ontdekking van het vergeten actief (art. 2:143, §3). De vervaltermijn van 1 jaar wordt niet gestuit of geschorst, behalve bij overmacht, d.i. wanneer de schuldeiser onmogelijk kennis kon hebben van het vergeten actief of niet kon ageren.
6 Enkel indien de waarde van het vergeten actief de kosten van de heropening overtreft (art. 2:105 §1).
7 De vereffenaar moet de gelijkheid van de schuldeisers respecteren en zal actief moeten op zoek gaan naar alle onbetaalde schuldeisers (in nuttige rang) en die aanschrijven met de melding dat er een nieuw actief werden ontdekt en de vraag of ze hun rechten willen laten gelden.
8 De rechter kan een andere vereffenaar benoemen, onder meer zo de aansprakelijkheid van de vorige vereffenaar mogelijk ter discussie staat.
9 Analoog met de gewone vereffening omvat de verslaggeving hier het opstellen van: (1) een verslag van het bestuursorgaan, i.c. de vereffenaar (art. 2:71, §2); (2) een staat van actief en passief (art. 2:71, §2); (3) een verdelingsplan (art. 2:97 §2). Bij de sluiting van de vereffening volgen (4) de vereffeningsrekeningen (art. 2:100).
10 De ontbinding en vereffening in één akte is minder transparant en biedt minder waarborgen aan de schuldeisers. De schuldeisers krijgen pas voor het eerst kennis van de ontbinding en vereffening bij de publicatie van de ééndagsprocedure in het Staatsblad, wanneer het te laat is om hun rechten te laten gelden. Om te verhinderen dat de aandeelhouders deze schuldeisers al te gemakkelijk zouden verschalken, voorziet de wet een strenger aansprakelijkheidsregime: hier zijn de aandeelhouders ook aansprakelijk voor de schulden die zij niet kenden of niet konden kennen.
11 Alhoewel er vanaf de ontbinding in principe - de tijdelijke voortzetting van de activiteiten na de ontbinding buiten beschouwing gelaten - tijdens de gewone vereffening ook al geen onderneming meer is, leggen tal van wettelijke bepalingen deze verplichtingen op, zoals: het voeren van een boekhouding, het opstellen en neerleggen van een jaarrekening (art. 2:99 WVV), aangifte vennootschapsbelasting (art. 208 WIB 92).
12 Alle ondernemingen zijn boekhoudplichtig (art. III.82 WER). Maar wat is een onderneming? De oude functionele definitie (W. 28 februari 2013) van onderneming luidde: “elke natuurlijke of rechtspersoon die op duurzame wijze een economisch doel nastreeft, …”(art. I, 1 WER). De nieuwe formele definitie (W. 15 april 2018) geeft enkel nog een opsomming, o.a.” (b) iedere rechtspersoon;” (art. I, 1, 1° b WER).
13 De ondernemingsrechtbank zal de ogen van de overledene (de ontbonden vennootschap) heel eventjes heropenen, om ze daarna definitief te sluiten
14 De boekhouding is aangepast aan de aard en de omvang van het bedrijf, dat er in casu evenwel niet meer is (art. III.82, §2 WER) Een boekhouding zou trouwens niets toevoegen aan de heropening. De vereffenaar zal een verdelingsplan (art. 2:97, §2 WVV) en de vereffeningsrekeningen (art. 2:100) opmaken. Hij zal deze ter goedkeuring voorleggen aan de rechter en ook aan de algemene vergadering teneinde kwijting te bekomen. Deze verslaggeving is volledig qua kosten en opbrengsten. Een boekhouding en een jaarrekening kunnen daar niets meer aan toevoegen en hebben dus geen bijkomend nut meer.
15 Van de vijf redenen die aan te halen zijn voor het voeren van een boekhouding van een onderneming: de boekhouding als beleidsinstrument, het geven van rekenschap en verantwoording, de bescherming van derden, de sociale relevantie en het overheidsbelang (K. VAN HULLE, N. LYBAERT, J.P. MAES, Handboek Boekhoud- en Jaarrekeningrecht, Die Keure, 2015, 5-9) is geen enkele nog relevant bij de heropening van de vereffening).
16 Aan de vennootschapsbelasting zijn binnenlandse vennootschappen onderworpen, zijnde de rechtspersonen die een onderneming exploiteren of zich met het voeren van verrichtingen van winstgevende aard bezighouden en waarvan de voornaamste inrichting of zetel van bestuur of beheer zich in België bevindt (art. 179 juncto 2, §1, 5°, a) en b) WIB 92). De heropening van de vereffening voldoet niet aan die voorwaarde. Een aangifte in de vennootschapsbelasting zou daarenboven, gelet op het deficitair karakter van de vereffening, per definitie geen belastbare winst opleveren (art. 208 WIB 92), geen liquidatiebonus omvatten (art. 209 WIB 92) en hoofdzakelijk bestaan uit overdraagbare verliezen.
17 ‘Alle bepalingen van dit hoofdstuk (= de gewone vereffening) zijn van toepassing op de aldus heropende vereffening’ (art. 2:105, §5 WVV). O.i. moet dit niet letterlijk, maar doelgericht en functioneel opgevat worden. Men zoekt tevergeefs naar een norm achter de regel. Voorstel van wetswijziging: “alle bepalingen” vervangen door het beperkende “de verslaggeving”.
- 1Onderhavig advies is tot stand gekomen nadat het ontwerpadvies op 17 juli 2024 ter publieke consultatie werd gepubliceerd op de website van de CBN.
- 2Zie randnr. 4 van onderhavig advies.
- 3CBN-advies 2022/04 – Verslaggeving bij ontbinding en vereffening van BV, CV, NV, SE en SCE en CBN-advies 2022/06 – Verslaggeving bij onmiddellijke sluiting van de vereffening van een vennootschap.
- 4Art. 2:104, § 2 WVV bepaalt ter zake, voor wat de klassieke ontbinding en vereffening betreft, het volgende: “De aandeelhouders van een besloten vennootschap, een coöperatieve vennootschap en een naamloze vennootschap zijn, zonder hoofdelijkheid tussen hen, aansprakelijk voor de schulden van de ontbonden vennootschap die niet uiterlijk bij de sluiting van de vereffening werden betaald en waarvoor niet uiterlijk op dat tijdstip een bedrag werd geconsigneerd dat volstaat om deze schulden te betalen in hoofdsom en toebehoren, indien zij op de hoogte waren van het bestaan van deze schulden of daarvan, gezien de omstandigheden, niet onkundig konden zijn. Deze aansprakelijkheid is voor iedere aandeelhouder beperkt tot het bedrag gelijk aan de som van de hem terugbetaalde inbreng en zijn aandeel in het vereffeningssaldo zoals ontvangen voor of bij de sluiting van de vereffening van de vennootschap. Dit geldt ook voor aandeelhouders die hun aandelen hebben overgedragen vóór de sluiting van de vereffening, ten belope van de voorschotten die zij hebben ontvangen.” Art. 2:104, § 3 WVV bepaalt ter zake, voor wat de onmiddellijke sluiting van de vereffening betreft, het volgende: “In geval van toepassing van de artikelen 2:80 en 2:81 zijn, in afwijking van paragraaf 2 de aandeelhouders van een besloten vennootschap, een coöperatieve vennootschap en een naamloze vennootschap, steeds, zonder hoofdelijkheid tussen hen, aansprakelijk voor de in paragraaf 2 bedoelde schulden, ongeacht of zij al dan niet van deze schulden op de hoogte waren of gezien de omstandigheden behoorden te zijn. Zijn zij te goeder trouw, kunnen zij verhaal uitoefenen op de leden van het bestuursorgaan die het laatst in functie waren. De aansprakelijkheid ten aanzien van de aandeelhouders is voor iedere aandeelhouder beperkt tot het bedrag gelijk aan de som van de hem terugbetaalde inbreng en zijn aandeel in het vereffeningssaldo zoals ontvangen voor of bij de sluiting van de vereffening van de vennootschap.”
- 5De vennootschap verkrijgt hierdoor haar rechtspersoonlijkheid zoals zij die had tussen de ontbinding en de sluiting van de vereffening. De Commissie merkt op dat het hier niet gaat over de rechtspersoonlijkheid zoals deze bestond voorafgaand aan de ontbinding, doch wel een rechtspersoonlijkheid met het oog op de vereffening zelf. Zie voor meer: R. Tas, “De procesrechtelijke gevolgen van de sluiting van de vereffening van een handelsvennootschap”, TRV 1997, 496; H. BRAECKMANS en R. HOUBEN, “Het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (deel 1), RW 2019-2020, 539, nr. 46 en H. BRAECKMANS en R. HOUBEN, Handboek Vennootschapsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2020, 834, nr. 1696 ev.
- 6Zie Voorbereidende werken, Parl. St., Kamer, 2017-2018, DOC 54-3119/008, 47: “Het is wenselijk om ook niet deficitaire vereffeningen te heropenen indien er voldoende “vergeten” activa opduiken. De heropende vereffening biedt voor schuldeisers procedureel toch een aantal voordelen in vergelijking met de aansprakelijkheidsvorderingen voorzien in artikel 2:98, § 2 en 3.”.
- 7Art. 3:19 WVV bepaalt onder welke voorwaarden de jaarrekening kan – en moet – worden gecorrigeerd. Een dergelijke correctie wordt evenwel niet voorzien m.b.t. het cijfermatig verslag, zoals opgenomen in art. 2:100 WVV.
- 8Zie voor meer: CBN-advies 2020/12 – Correctie van de jaarrekening.
- 9Art. III.84, tweede lid WER.
- 10Art. III.86, eerste lid WER.
- 11Art. 3:10 KB WVV.
- 12De Commissie zal in een later stadium via een afzonderlijk advies ingaan op het begrip “werkelijke waarde”.
- 13De Commissie verwijst hier onder meer naar art. 208 en 209 WIB 92.
- 14Zie art. 2:105 WVV en randnr. 4.
- 15In onderhavig voorbeeld wordt abstractie gemaakt van de eventuele kosten van heropening.
- 16Hiermee verwijst de regelgever naar Deel 1, Boek 2, titel 8, hoofdstuk 1 van het WVV, zie art. 2:70-2:108 WVV.
- 17Zie voor meer: randnrs. 17-30 van het CBN-advies 2022/04 – Verslaggeving bij ontbinding en vereffening van BC, CV, NV, SE en SCE.
- 18Zie art. 2:96 WVV.
- 19Zie art. 2:99 WVV.
- 20Zie ook art. 2:105, § 3 WVV en voorbeeld 2 hieronder.
- 21Indien uit de vereffeningsrekeningen blijkt dat niet alle schuldeisers integraal kunnen worden terugbetaald, dient er ook een verdelingsplan te worden voorgelegd aan de bevoegde rechtbank: art. 2:97, § 2 WVV.
- 22Zie art. 2:102-2:103 WVV.
- 23Zie art. 2:102, § 1, lid 1 WVV, art. 2:103, lid 1, 5° WVV en art. 2:13 WVV.
- 24Ook wel turboliquidatie genoemd.
- 25Art. 2:105, § 2 WVV.
- 26Ter zake kan o.m. worden verwezen naar art. 2:96 en 2:99 WVV.
- 27Zie art. 2:102-2:103 WVV.
- 28Zie art. 2:102, § 1, lid 1 WVV jo art. 2:13 WVV.