COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

CBN-advies 110/1 - Openbaarmaking van de jaarrekening - Mogelijkheid tot publikatie van de jaarrekening in beknopte vorm (artikel 39)

Krachtens artikel 39 van het koninklijk besluit hebben de ondernemingen die beantwoorden aan de erin opgenomen criteria, de mogelijkheid een beknopte balans en resultatenrekening te publiceren en bepaalde vermeldingen waarin is voorzien door Hoofdstuk I van de bijlage bij het koninklijk besluit van 8 oktober 1976 niet in de toelichting op te nemen. 

Er moet worden onderstreept dat deze mogelijkheid alleen betrekking heeft op de jaarrekening die onderworpen is aan een door de wet georganiseerd publiciteitsregime en niet voor de jaarrekening die intern moet worden opgesteld en bijgehouden in het boek bedoeld in artikel 7, derde lid, van de wet van 17 juli 1975. 

Deze laatste wet heeft namelijk, door er twee verschillende artikelen aan te wijden, een duidelijk onderscheid gemaakt tussen de interne jaarrekening en de jaarrekening die aan een wettelijk systeem van publiciteit onderworpen is. Artikel 7, 3e en 4e lid, van de wet met betrekking tot de interne jaarrekening heeft een ruimer toepassingsveld doordat het zonder onderscheid geldt voor al de beoogde ondernemingen, los van de verplichting tot openbaarmaking. Artikel 10 daarentegen geldt alleen voor de jaarrekening die moet openbaar gemaakt worden. 

Het koninklijk besluit van 8 oktober 1976 werd getroffen in uitvoering van deze twee artikelen1 . Hoofdstuk I verwijst in artikel 2 uitdrukkelijk naar het hierboven bedoelde artikel 7 van de wet en geldt dan ook voor al de ondernemingen, met uitzondering van die welke buiten haar toepassingsveld vallen. Hoofdstuk II daarentegen handelt over de balansen en resultatenrekeningen waarvan de wet de bekendmaking of de neerlegging voorschrijft. 

Daaruit volgt dat de interne jaarrekening en de te publiceren jaarrekening voor de grote ondernemingen dezelfde zijn doch dat voor de in artikel 39 bedoelde ondernemingen de bij de griffie neer te leggen of bekend te maken jaarrekening minder gedetailleerd mag zijn dan die welke intern moet worden opgesteld overeenkomstig Hoofdstuk I van het besluit. 

Dit expliciete onderscheid verklaart ook waarom het ontwerp van koninklijk besluit op het genormaliseerd rekeningstelsel geen bepaling bevat zoals die van artikel 39 van het koninklijk besluit van 8 oktober 1976. 

Voorts moet worden opgemerkt dat voor de toepassing van de afmetingscriteria waarin is voorzien door artikel 39, rekening moet worden gehouden met het gemiddelde aantal tewerkgestelde personen en met de omzet die verwezenlijkt werd tijdens het boekjaar aan het einde waarvan de te publiceren jaarrekening wordt opgesteld, evenals met het balanstotaal op diezelfde datum. Het zijn derhalve deze cijfers die in aanmerking genomen moeten worden en niet, zoals voor de toepassing van de artikelen 5 en 12 van de wet, die van het voorgaande boekjaar. 

Dit vloeit enerzijds voort uit de tekst zelf van artikel 39. Anderzijds is het onderscheid ook hierdoor verantwoord dat de redenen die ertoe aanzetten voor de toepassing van artikelen 5 en 12 van de wet rekening te houden met de cijfers van het voorgaande boekjaar (cfr. supra, Advies 12/2) niet voorhanden zijn als het om artikel 39 van het besluit van 8 oktober 1976 gaat. 

 

  • 1Cfr. de inleiding.