COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN
CBN advies 103/2 - Omzet van expediteurs
In het Bulletin van de Commissie voor Boekhoudkundige Normen nr. 1 van augustus 1977, blz. 12 tot en met 14, heeft hoger vermeld orgaan zich uitgesproken over het op te geven omzetcijfer door tussenpersonen.
Volgens deze omschrijving, alinea 2, moet onderscheid gemaakt worden tussen omzet, kosten en opbrengsten van respectievelijk de makelaar en de andere ondernemingen.
Uit dit bulletin blijkt dus dat bijvoorbeeld expediteuren als omzetcijfer louter de verkregen commissielonen moeten opgeven, voor zover hun activiteit zich beperkt tot deze van expediteur.
Kan de geachte Minister mij meedelen1 :
- of de gegeven interpretatie inderdaad de juiste is en, in bevestigend geval;
- of de betrokken ondernemingen kunnen gebruikmaken van de wet van 10 februari 1981 en 2 juli 1981 en van het koninklijk besluit van 23 juni 1981 inzake de vrijstelling voor aangroei van personeelsbestand van 150 000 frank per persoon, voor zover zij een jaarlijks netto-commissieloon van 50 miljoen frank niet overschrijden, evenmin als een balanstotaal van 25 miljoen frank ?
Graag kreeg ik antwoord op deze theoretische benadering.
Antwoord van de Minister van Economische Zaken
Wat de toepassing betreft van het boekhoudrecht sluit ik me aan bij het advies van de Commissie voor Boekhoudkundige Normen betreffende het omzetcijfer van commerciële tussenpersonen2 .
Dit advies steunt op de burger- en handelsrechtelijke benadering van de verhoudingen tussen de tussenpersonen en de betrokken partijen.
Een onderscheid is nodig naargelang de tussenpersoon juridisch gezien optreedt als makelaar, mandataris of commissionair, enkel vergoed door een provisie, dan wel als koper voor eigen rekening van dezelfde goederen of diensten, anderzijds.
In het eerste geval bestaat het omzetcijfer van de tussenpersoon slechts uit de ontvangen provisies; in het tweede geval wordt het omzetcijfer gevormd door de prijs van de verkochte goederen of diensten.
Voor zover de vraag betrekking heeft op «commissionairs-expediteurs» zoals omschreven in de wet van 26 juni 1967 betreffende het statuut van de tussenpersonen op het gebied van het goederenvervoer, bestaat het omzetcijfer uit de door de commissionair-expediteur ontvangen provisie.
Voor het expeditiecontract op zichzelf bestaat geen wettelijke definitie. In het dagelijks woordgebruik dekt het begrip «expediteur» verschillende juridische situaties.
Daarom moeten voor elk geval dat zich voordoet, de verhoudingen tussen de betrokken partijen worden onderzocht.
Indien de «expediteur» optreedt als makelaar tussen de persoon voor wiens rekening het vervoer moet plaatshebben en de «vervoerder» of als mandataris of commissionair voor rekening van één van beide partijen, dan moet wat hem betreft, enkel het ontvangen makelaarsloon of de ontvangen provisie als omzet worden beschouwd.
Indien hij daarentegen voor eigen rekening twee onderscheiden contracten sluit met betrekking tot het vervoer van personen of van goederen, één met de «vervoerder» en één met de «opdrachtgever», dan bestaat het omzetcijfer uit het aan de opdrachtgever gefactureerde bedrag voor het overeengekomen vervoer.
Artikel 26, § 1 van de wet van 10 februari 1981, zoals gewijzigd door artikel 18 van de wet van 1 juli 1983, verwijst uitdrukkelijk, voor de omschrijving van de in dit artikel bedoelde kleine en middelgrote ondernemingen, naar de omvangcriteria - en specifiek naar het omzetcijfer - zoals bepaald in de oorspronkelijke versie van artikel 12 van de boekhoudwet van 17 juli 1975.
Uit deze verwijzing blijkt dat, voor de toepassing van deze fiscale wet, het omzetcijfer op dezelfde wijze dient te worden begrepen als voor de toepassing van de boekhoudwet.