CBN-advies 3-2 - Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen
Zowel in de bepalingen zelf als in de verantwoording van de wet van 17 juli 1975 en van de ter uitvoering hiervan genomen besluten is duidelijk de nadruk gelegd op de noodzaak om niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen te boeken, te inventariseren aan het einde van het boekjaar en op passende wijze in de jaarrekening te vermelden.
Zulks betekent geenszins dat deze rechten en verplichtingen buiten het bestek vielen van de wetgeving die gold vóór de wet van 975.
Krachtens de vroegere wetsbepalingen inzake de boeken van koophandel moesten deze verplichtingen of althans sommige ervan1
dag na dag worden geregistreerd. Bovendien schreef de vennootschapswet (thans Wetboek van vennootschappen) voor dat bij de inventaris een bijlage moest worden gevoegd, met een samenvatting van alle verplichtingen van de vennootschap2
.
Het is onbetwistbaar dat de wetgeving van 1975 zeer uitdrukkelijk het belang heeft willen onderstrepen van dergelijke rechten e verplichtingen en derhalve van hun boekhoudkundige verwerking alsmede van hun integratie in de informatieverstrekking aan vennoten en derden, via de jaarrekening.
Wat de boekhoudkundige verwerking betreft worden verrichtingen waaruit rechten en verplichtingen ontstaan die niet in de balanszijn opgenomen, op dezelfde wijze behandeld als verrichtingen waaruit activa, passiva, opbrengsten of kosten ontstaan. Zij worden «zonder uitstel, getrouw en volledig» ingeschreven in de dagboeken en overgebracht naar de rekeningen, met inachtneming van de gebruikelijke regels van het dubbel boekhouden (artikelen 3, 1ste lid en 4, 1ste en 2de lid van de wet van 17 juli 1975). Het koninklijk besluit van 7 maart 1978 tot bepaling van de inhoud en van de indeling van een als minimum geldend genormaliseed rekeningstelsel alsmede het vervangingsbesluit van 12 september 1983 bevatten derhalve een nomenclatuur van de rekeningen inzke rechten en verplichtingen (klasse 0) die werkt volgens het beginsel van het dubbel boekhouden.3
Hetzelfde voorschrift inzake rechten en verplichtingen wordt herhaald in artikel 9 van de wet van 17 juli 1975, met betrekking tot de inventaris en de jaarrekening : “elke onderneming verricht, omzichtig en ter goeder trouw ten minste eens per jaar ... de inventaris (opmaken) van al haar bezittingen, vorderingen, schulden en verplichtingen van welke aard ook ...».
Het koninklijk besluit van 30 januari 2001 van zijn kant bevat, voor niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen, als algemeen voorschrift, enerzijds, dat in de toelichting per soort de rechten en verplichtingen moeten worden vermeld die het vermogen, de financiële positie of het resultaat van de onderneming aanmerkelijk kunnen beïnvloeden (art. 25,§3 van het koninklijk besluit van 30 januari 2001) en anderzijds, specifieke bepalingen over de vermelding van sommige welomschreven rechten en verplichtingen in de toelichting (staat XVII van de toelichting bij het volledige schema opgenomen in artikel 91 A van het koninklijk besluit van 30 januari 200 en staat VIII van de toelichting bij het verkorte schema opgenomen in artikel 94 A van het koninklijk besluit van 30 januari 001).
In verband met deze rechten en verplichtingen verduidelijkt de Memorie van Toelichting van de wet, als antwoord op een opmerking van de Raad van State, dat daarmee onder meer worden bedoeld, «de rechten en verbintenissen die voortvloeien uit geplaatste of ontvangen bestellingen, overeenkomsten op termijn, borgtochten, waarborgen of zekerheden, reële of niet, door de onderneming gevormd ten gunste van derden, het in deposito of in waarborg nemen van aan derden toebehorende waarden».
Zoals aangekondigd tijdens de parlementaire werkzaamheden, bevat het koninklijk besluit tot bepaling van de minimumindeling van een algemeen rekeningstelsel een lijst met de voornaamsterekeningen voor deze rechten en verplichtingen. Deze rekeningen zijn gegroepeerd onder de volgende hoofdingen (koninklijk besluit van 12 september 1983):
00 Zekerheden door derden gesteld voor rekening van de onderneming
01 Persoonlijke zekerheden gesteld voor rekening van derden
02 Zakelijke zekerheden gesteld op eigen activa
03 Ontvangen zekerheden
04 Goederen en waarden gehouden door derden in hun naam, maar ten bate en op risico van de onderneming
05 Verplichtingen tot aan‐ en verkoop van vaste activa4
06 Termijnovereenkomsten
07 Goederen en waarden van derden gehouden door de onderneming
08
09 Diverse rechten en verplichtingen
Het belang dat de wetgever hecht aan de boekhoudkundige registratie van rechten en verplichtingen «buiten balans» heeft te maken met het feit dat zij voor de onderneming zeer vaak betekenisvol zijn en het vermogen en de resultaten kunnen benvloeden. Bovendien liet hun boekhoudkundige registratie voorheen vaak te wensen over, met als gevolg dat vele potentiële risico's en rechten boekhoudkundig niet werden verwerkt noch gevolgd en dat moeilijk kon woden nagegaan of de boekhouding volledig en de jaarrekening getrouw was.
Zelfs nu nog overheerst de indruk dat de boekhoudkundige registratie van dergelijke rechten en verplichtingen te weinig aandach krijgt bij de verantwoordelijken voor het administratief en boekhoudkundig beheer van de ondernemingen alsook vanwege de persoen die de jaarrekening moeten controleren en certificeren dat de boekhoudkundige voorschriften werden nageleefd (artikel 144, 2° en 3° van het Wetboek van vennootschappen).
De rekeningen van klasse 0 in het algemeen rekeningenstelsel drukken nochtans allemaal betrekkingen met derden uit, met een potentiële ‐ gunstige dan wel ongunstige ‐ weerslag op de positie van de onderneming of haar schuldeisers.
Op het vlak van de boekhouding mogen deze betrekkingen met derden uiteraard niet buiten beschouwing worden gelaten.
Antwoordend op een vraag terzake heeft de Commissie er dan ook op gewezen dat een onderneming er zich niet mag toe beperken vandeze rechten en verplichtingen eens per jaar een opgave op te stellen, bij gelegenheid van de inventaris, en ze slechts op dat ogenblik boekhoudkundig te registreren, zomin als zij aldus mag tewerk gaan voor verrichtingen met derden waaruit een tegoed of een schuld, een opbrengst of een kost ontstaat.
De rechten en verplichtingen onder de nummers 00 tot 07 van het algemeen rekeningenstelsel vormen beslist geen exhaustieve lijs van de rechten en verplichtingen «buiten balans» van een onderneming.
De registratie van deze rechten en verplichtingen die niet in de rekeningen 00 tot 07 voorkomen, moet worden beoordeeld op grond van hun betekenis voor de onderneming.
Als voorbeelden kunnen worden aangehaald : de verplichtingen en eventuele correlatieve verhaalrechten die voor een onderneming kunnen voortvloeien uit geschillen, aansprakelijkheden, wetsbepalingen.
Het besluit schrijft weliswaar niet voor dat in het kader van de gewone bedrijfsuitoefening geplaatste of ontvangen bestellinge moeten worden geboekt, maar het spreekt vanzelf dat een onderneming die met belangrijke bestellingen werkt, zich moeilijk kan beroepen op het gebrek aan een dergelijke rubriek om geen boekhouding te voeren van haar bestellingen.
Wat deze rechten en verplichtingen betreft die niet voorkomen in de rekeningen 00 tot 07 van het algemeen rekeningenstelsel, is de Commissie van oordeel dat de boekhoudkundige registratie ervan evenals de vermelding en waardering ervan in de inventari noodzakelijk zijn, althans voor zover, naar het voorschrift van artikel 25 §3 koninklijk besluit van 30 januari 2001, zij een aanmerkelijke invloed hebben op het vermogen, de financiële positie of het resultaat van de onderneming.
Vaak openen ondernemingen, om administratieve of statistische redenen, rekeningen «voor order» die geen betrekkingen met derden weergeven of die reeds in de balans‐ en resultatenrekeningen uitgedrukte betrekkingen met derden anders rangschikken. Op deze boekingen zijn voornoemde regels ‐ en de onderliggende verantwoording ‐ niet van toepassing.
- 1 Artikel 16 (Boek I, Titel III W.Kh.) «Elke koopman is verplicht een dagboek te hebben waarin dag na dag worden opgetekend zijn schuldvorderingen en schulden, de verrichtingen van zijn handel, zijn verhandelingen, acceptatiën of rugtekeningen van effecten, en in het algemeen al zijn ontvangsten en uitgaven van welke aard ook, ...»
- 2Artikel 77, eerste lid Venn. W. in de versie van vóór de wet van 24 maart 1978.
- 3De natuurlijke personen die koopman zijn en vennootschappen met onbeperkte aansprakelijkheid die, krachtens artikel 5 van de wet, een vereenvoudigde boekhouding mogen voeren, zijn niet verplicht deze rechten en verplichtingen te boeken. Zij moeten deze wel vermelden in hun inventaris en jaarrekening, ook al hoeven deze stukken niet te worden opgemaakt volgens de regels van het koninklijk besluit van 30 januari 2001.
- 4Verplichtingen tot aan‐ en verkoop van vaste activa die tot de gewone bedrijfsuitoefening van de onderneming behoren en haar vermogen of resultaat nie aanmerkelijk beïnvloeden behoeven niet te worden geboekt (omschrijving van rubriek 05 in het koninklijk besluit van 12 september 1983 en artikel 97 van het koninklijk besluit van 30 janari 2001).