§ 1. Genoteerde vennootschappen en vennootschappen waarvan de effecten zijn toegelaten tot de verhandeling op een MTF moeten de verrichtingen tot vervreemding die zij met toepassing van artikel 7:218, § 1, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen hebben uitgevoerd, uiterlijk op het einde van de zevende beursdag volgend op de datum van uitvoering van deze verrichtingen openbaar maken.
Bij een verrichting tot vervreemding op termijn moet de openbaarmaking als bedoeld in het eerste lid uiterlijk plaatsvinden op het einde van de zevende beursdag volgend op de datum waarop de overeenkomst tot vervreemding wordt afgesloten.
§ 2. Deze openbaarmaking omvat:
- de datum van de verrichting;
- het tijdstip waarop de verrichting heeft plaatsgevonden als zij niet is uitgevoerd in het centraal orderboek van een gereglementeerde markt of een MTF;
- het aantal vervreemde effecten;
- de prijs van de vervreemde effecten;
- de handelsmethode en, in voorkomend geval, de markt of de MTF waarop de verrichting heeft plaatsgevonden.
§ 3. Wanneer de vennootschap de informatie bedoeld in paragraaf 2 openbaar maakt, maakt zij die tegelijkertijd over aan de FSMA, op de door de FSMA bepaalde wijze.
Op verzoek van de FSMA deelt de vennootschap haar ook mee welke bemiddelaar de verrichtingen tot vervreemding heeft uitgevoerd overeenkomstig artikel 7:218, § 1, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
§ 4. De informatie die overeenkomstig paragraaf 2 openbaar wordt gemaakt over verrichtingen tot vervreemding die in het centraal orderboek van een gereglementeerde markt of een MTF zijn uitgevoerd, mag worden gebundeld per beursdag en per markt of per MTF, met opgave van de gemiddelde prijs, de hoogst verkregen prijs en de laagst verkregen prijs.
De informatie die openbaar wordt gemaakt over verrichtingen tot vervreemding die buiten het centraal orderboek van een gereglementeerde markt of een MTF zijn uitgevoerd, mag niet worden gebundeld.
§ 5. De in paragraaf 1 bedoelde openbaarmaking gebeurt overeenkomstig de artikelen 35, § 1, 36, § 1, eerste lid, § 2 en § 3, en 37 van het koninklijk besluit van 14 november 2007 en met inachtneming van artikel 5, eerste lid, van hetzelfde besluit.
De regels die zijn vastgesteld in artikel 4, § 1, tweede lid, 8°, a) en b) van het koninklijk besluit van 21 augustus 2008 houdende nadere regels voor bepaalde multilaterale handelsfaciliteiten gelden bij toepassing van artikel 35 van het koninklijk besluit van 14 november 2007 door de vennootschappen waarvan de effecten zijn toegelaten tot de verhandeling op een MTF.
De genoteerde vennootschappen en de vennootschappen waarvan de effecten zijn toegelaten tot de verhandeling op een MTF, stellen de informatie bedoeld in paragraaf 2, op het ogenblik van de openbaarmaking ervan, ter beschikking op hun website.
§ 6. De FSMA ziet toe op de toepassing van dit artikel.
§ 7. Als de FSMA van oordeel is dat de bepalingen van dit artikel niet zijn nageleefd, stelt zij de betrokken vennootschap daarvan in kennis met het verzoek om haar, binnen de termijn die zij vaststelt, haar opmerkingen mee te delen.
Na het verstrijken van de door haar vastgestelde termijn kan de FSMA, op de wijze die zij bepaalt en op kosten van de betrokken vennootschap, een waarschuwing openbaar maken die vermeldt dat de betrokken vennootschap de bepalingen van dit artikel niet heeft nageleefd. Als zij dit aangewezen vindt, kan zij, om rekening te houden met de opmerkingen van de vennootschap, een waarschuwing openbaar maken die verschilt van haar oorspronkelijke standpunt.
§ 8. Voor de uitvoering van haar toezichtsbevoegdheid als bedoeld in paragraaf 6 beschikt de FSMA ten aanzien van de vennootschappen die aan de betrokken regels zijn onderworpen, de financiële tussenpersonen, de leden van een Belgische gereglementeerde markt of MTF, de marktondernemingen, de MTF's, de verrekenings- of vereffeningsinstellingen, en de met vereffeningsinstellingen gelijkgestelde instellingen over de bevoegdheid om zich elke informatie en elk document, in welke vorm ook, te laten meedelen, met inbegrip van informatie en documenten die betrekking hebben op de relaties tussen de tussenpersoon en een bepaalde cliënt.