Individuele Beslissing inzake Boekhoudrecht
IBB 2021/07 – Aanpassing van de aanschaffingsprijs van aandelen in het kader van een rechterlijke beslissing
Beslissing van 9 november 2021
Voorwerp van de aanvraag
De aanvraag strekt ertoe de bevestiging te verkrijgen dat de vergoeding die in het kader van een gerechtelijke beslissing zou worden toegekend aan vennootschap A, zou moeten worden beschouwd als een herziening van de aanschaffingsprijs van aandelen, en dat deze vergoeding bijgevolg niet in opbrengst moet worden genomen.
Beschrijving door de aanvrager
Vennootschap A (de koper) heeft de groep van vennootschappen B (de verkoper) verworven.
Vóór de verwerving van groep B, gaf vennootschap A aan haar advocaat, de heer X, de opdracht een juridische audit uit te voeren van de vennootschappen van groep B. De advocaat werd eveneens ingeroepen voor algemene bijstand bij alle juridische aspecten van de transactie, inclusief de onderhandelingen en de opstelling van verschillende contracten. Het due diligence-verslag vermeldde geen enkel voorbehoud en er werd geconcludeerd dat alle toepasselijke wetten en regelgevingen door groep B werden nageleefd.
Na de verwerving van groep B, stelde vennootschap A geleidelijk aan vast dat de activiteiten van groep B te lijden hadden onder grote juridische fouten en ernstige onregelmatigheden. Vennootschap A kwam tot het besef dat ze een groep had verworven die helemaal niet voldeed aan het geruststellende beeld dat werd gegeven door de uitgevoerde due diligence en dat de groep in werkelijkheid minder waard was dan de betaalde prijs.
De eerste onderhandelingen die tussen vennootschap A en de verkoper, naar aanleiding van de gedane vaststellingen, werden gevoerd, kenden voor de koper geen gunstige afloop. De juridische problemen, ongeacht de ernst ervan, konden immers niet worden verhaald op de verkoper, aangezien alle relevante en achterliggende stukken wel degelijk kenbaar werden gemaakt door de verkoper aan de koper. De verkoper stelde dat hij op eerlijke, volledige en transparante wijze alle informatie die in zijn bezit was, ter beschikking heeft gesteld van de raadsman van de koper.
Vennootschap A heeft zich vervolgens beroepen op de waarborgclausule uit de afgesloten aankoopovereenkomst voor de overdracht van de aandelen. Het geschil dat ontstond uit de vordering jegens de verkoper heeft uiteindelijk het voorwerp uitgemaakt van een dadingsovereenkomst. Hiermee liet vennootschap A haar vorderingen vallen in ruil voor een vermindering van de aanschaffingsprijs door de verkoper. Via de dadingsovereenkomst werden alle waarborgen van de verkoper vereffend.
Daarnaast vroeg vennootschap A haar advocaat om opheldering en wees zij op diens aansprakelijkheid, met als doel een vergoeding te verkrijgen voor de schade die door zijn fout werd geleden. De advocaat heeft de ernstige juridische fouten niet blootgelegd en heeft de aankoopprijs voor de overname van groep B verkeerd beoordeeld.
Dit resulteerde in een gerechtelijke procedure waaruit bleek dat het oorzakelijk verband tussen de fout van de heer X en de schade geleden door vennootschap A, vaststaat.
De aanvrager meent dat de betaling van de schade door de heer X bestaat uit een vergoeding voor de te hoge prijs die betaald werd voor de verwerving van de aandelen van groep B. Vanuit boekhoudkundig standpunt meent de aanvrager dat dergelijke vergoeding behandeld moet worden als een prijsherziening van het initieel betaalde aankoopbedrag.
Beslissing van het College
Gelet op de artikelen III.93 en III.93/1 van het Wetboek van economisch recht en de voormelde overwegingen beslist het College in de zitting van 9 november 2021 dat de vergoeding die door de heer X aan vennootschap A zou worden betaald, niet kan worden beschouwd als een herziening van de aanschaffingsprijs van de aandelen. De vergoeding zou moeten worden opgenomen onder de opbrengsten in de resultatenrekening.
In casu zou de vergoeding niet worden betaald door de verkoper (groep B) op basis van de overeenkomst voor de overdracht van aandelen, maar wel door de heer X in hoofde van diens aansprakelijkheid als raadsman van de koper (vennootschap A).
Aldus beslist het College om hierover een negatief advies uit te brengen.