COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

Advies 2012/14 – Uitgewerkt voorbeeld bij het minimum genormaliseerd rekeningenstelsel voor verenigingen van mede-eigenaars zoals vastgesteld bij koninklijk besluit van 12 juli 2012

Advies van 5 september 2012

Inleiding

Mede-eigendom of de eigendom van een zaak die onverdeeld aan verscheidene personen toebehoort wordt geregeld zoals bepaald in de artikelen 577-2 tot 577-14 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). De mede-eigenaar heeft deel in de rechten en draagt bij in de lasten van de eigendom naar verhouding tot zijn aandeel1 . Hij draagt bij in de nuttige uitgaven tot behoud en tot onderhoud, alsook in de kosten van beheer, de belastingen en andere lasten betreffende de gemeenschappelijke zaak2

Het is om deze reden uiterst belangrijk dat de rekeningen in geval van mede-eigendom nauwkeurig, correct en op transparante wijze worden gehouden. De wet van 2 juni 2010 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek teneinde de werking van de mede-eigendom te moderniseren en transparanter te maken3  wijst de syndicus op zijn verantwoordelijkheid in deze. Ongeacht de bevoegdheid die hem door het reglement van mede-eigendom wordt toegekend, heeft de syndicus als opdracht de boekhouding van de vereniging van mede-eigenaars te voeren op een duidelijke, nauwkeurige en gedetailleerde wijze, volgens het door de Koning op te stellen minimum genormaliseerd rekeningenstelsel4 . Voor elke mede-eigendom die met uitzondering van de kelders, de garages en de parkeerplaatsen minder dan twintig kavels omvat, mag evenwel een vereenvoudigde boekhouding worden gevoerd. Deze vereenvoudigde boekhouding is ten minste een weerspiegeling van de ontvangsten en uitgaven, van de toestand van de kasmiddelen, alsook van de mutaties van beschikbare middelen in contant geld of op rekeningen, van het bedrag van het werkkapitaal5  en het reservekapitaal6 , van de schuldvorderingen en de schulden van de mede-eigenaars. 

De aard van de boekhouding die moet worden gevoerd hangt hierdoor af van de omvang van de vereniging van mede-eigenaars en bijgevolg van de grootte van de financiële stromen die deze vereniging met zich meebrengt. 

De boekhouding van een mede-eigendom die met uitzondering van de kelders, de garages en de parkeerplaatsen twintig of meer kavels omvat, moet worden gevoerd gebruik makende van een minimum genormaliseerd rekeningenstelsel, aangepast aan de aard van de verenigingen van mede-eigenaars. Artikel 577-8, § 4, 17° BW geeft aan de Koning de opdracht om een minimum genormaliseerd rekeningenstelsel voor verenigingen van mede-eigenaars vast te stellen. Dat rekeningenstelsel  is inmiddels in bijlage bij het koninklijk besluit van 12 juli 2012 tot vaststelling van een minimum genormaliseerd rekeningenstelsel voor verenigingen van mede-eigenaars7  verschenen en draagt ertoe bij dat de boekhouding van verenigingen van mede-eigenaars op een uniforme, voor de mede-eigenaars begrijpbare en transparante manier kan worden gevoerd en maakt het bovendien mogelijk dat de individuele rekening van elke mede-eigenaar op ieder tijdstip kan worden geraadpleegd. 

Dubbele boekhouding 

Om de boekhouding van de vereniging van mede-eigenaars te voeren op een duidelijke, nauwkeurige en gedetailleerde wijze, dienen de gebruikelijke regels van het dubbel boekhouden in acht te worden genomen8 . Alle verrichtingen worden zonder uitstel, getrouw, volledig en naar tijdsorde ingeschreven in een ongesplitst dagboek of in een hulpdagboek, al dan niet gesplitst in bijzondere hulpdagboeken. Deze verrichtingen worden methodisch overgebracht naar de rekeningen waarop ze betrekking hebben9

De inventaris geeft een overzicht van de aard en het bedrag van de bezittingen en de rechten van de vereniging van mede-eigenaars evenals van haar schulden en verplichtingen op de dag waarop het boekjaar wordt afgesloten. Hetzelfde geldt voor de aard en het bedrag van de kosten en de opbrengsten van het op die dag afgesloten boekjaar.

Compensatie tussen tegoeden en schulden, tussen rechten en verplichtingen en tussen kosten en opbrengsten is verboden.

Elk bestanddeel van het vermogen moet afzonderlijk worden gewaardeerd. Deze waarderingen moeten voldoen aan de eisen van voorzichtigheid, oprechtheid en goede trouw.

Er moet rekening worden gehouden met alle voorzienbare risico's, mogelijke verliezen en ontwaardingen, ontstaan tijdens het boekjaar waarop de inventaris betrekking heeft of tijdens voorgaande boekjaren, zelfs indien deze risico's, verliezen of ontwaardingen slechts gekend zijn tussen de balansdatum en het ogenblik waarop de inventaris wordt opgesteld.

Er moet rekening worden gehouden met de kosten en de opbrengsten die betrekking hebben op het boekjaar of op voorgaande boekjaren, ongeacht de dag waarop deze kosten en opbrengsten worden betaald of geïnd, behalve indien de effectieve inning van deze opbrengsten onzeker is.

Klein materieel dat bestendig wordt hernieuwd en waarvan de aanschaffingswaarde te verwaarlozen is, kan op het actief worden opgenomen voor een vast bedrag indien de hoeveelheid, de waarde en de samenstelling ervan niet aanmerkelijk verandert van het ene boekjaar tot het andere. De prijs voor de hernieuwing van deze bestanddelen wordt in dat geval meteen opgenomen onder de kosten.

Het koninklijk besluit voorziet dat vaste activa (zoals bijvoorbeeld de aankoop van een zitmaaier of een nieuwe filterinstallatie voor het zwembad) worden gewaardeerd tegen aanschaffingswaarde en voor dat bedrag in de inventaris worden opgenomen, onder aftrek van de desbetreffende afschrijvingen. Op die manier wordt de aankoopkost van dergelijke vaste activa gespreid over hun waarschijnlijke nuttigheids- of gebruiksduur. Uiteraard dienen enkel de vaste activa waarvan de aanschaffingswaarde een materieel bedrag bedraagt, als vaste activa geboekt te worden. Worden deze goederen niet als vaste activa geboekt, dan mag dit geen vertekend beeld geven van het vermogen van de vereniging van mede-eigenaars. Dergelijke activa, die geen materiële aanschaffingswaarde hebben, mogen direct in kosten worden genomen.

Vorderingen worden in de inventaris opgenomen voor hun nominale waarde. Op de vorderingen terugbetaalbaar op meer dan een jaar en op ten hoogste een jaar worden waardeverminderingen toegepast, zo er voor het geheel of een gedeelte van de vordering onzekerheid bestaat over de betaling hiervan op de vervaldag. 

Ook op geldbeleggingen en liquide middelen worden waardeverminderingen toegepast wanneer de realisatiewaarde op de datum van de jaarafsluiting lager is dan de aanschaffingswaarde.

Het minimum genormaliseerd rekeningenstelsel 

De rekeningen uit het rekeningenstelsel kunnen worden onderverdeeld in verschillende klassen. Bij deze onderverdeling werd getracht zo weinig mogelijk af te wijken van de klassen die ook gelden voor ondernemingen10  of verenigingen zonder winstoogmerk11 , doch waar noodzakelijk aangepast aan het specifieke karakter van de verenigingen van mede-eigenaars. 

De rekeningen van de klasse 1 

Dit betreffen de schulden van de vereniging van mede-eigenaars die een resterende looptijd hebben van meer dan één jaar. 

De rekeningen van de klasse 2 

Onder de rekeningen van de vaste activa worden eventuele vaste activa opgenomen die de vereniging van mede-eigenaars bezit (bijvoorbeeld een softwarelicentie, boenmachine of grasmaaier). De oorspronkelijke aanschaffingswaarde wordt opgenomen op een 2-rekening die eindigt op “0”, de geboekte afschrijvingen op een 2-rekening die eindigt op “9”. De boekhoudkundige verwerking van een dergelijke investering alsook de afschrijving erop komt aan bod in het uitgewerkt voorbeeld in dit advies.

Ook de door de vereniging van mede-eigenaars betaalde borgtochten worden opgenomen onder een rekening van de klasse 2.

De rekeningen van de klasse 4 

Het betreft de vorderingen en de schulden van verenigingen van mede-eigenaars die binnen het komende boekjaar zullen worden geïnd of zullen worden betaald. Hieronder worden bijvoorbeeld de aan de mede-eigenaars opgevraagde, maar nog niet gestorte, voorschotten op het reserve- en werkkapitaal opgenomen. Indien per einde boekjaar een overschot aan gestorte middelen wordt vastgesteld, dan wordt dit saldo overgedragen naar het volgende boekjaar. De wijze waarop dit boekhoudkundig gebeurt, wordt geïllustreerd in het voorbeeld bij dit advies. In principe kunnen de schuldenrekeningen Overgedragen middelen reserve- en werkkapitaal enkel een creditsaldo vertonen. De vereniging voor mede-eigenaars dient er zorg voor te dragen dat steeds voldoende reserve- en werkkapitaal aanwezig is om de werking van de vereniging te verzekeren.

Het is aanbevelenswaardig om de vorderingen- en schuldenrekeningen op te splitsen per kavel.12  Zo kan het individuele bedrag per kavel bijgehouden worden zowel voor wat betreft het reservekapitaal als voor wat betreft het werkkapitaal.

Ook de overlopende rekeningen zijn rekeningen van de klasse 4. Het behelst rekeningen die kunnen worden gebruikt om kosten en opbrengsten toe te rekeningen aan het boekjaar waartoe ze behoren, ongeacht het tijdstip van betaling ervan.

De rekeningen van de klasse 5

De beschikbare middelen van de vereniging van mede-eigenaars worden opgenomen onder de rekeningen van de klasse 5, zo ook de opgevraagde, reeds gestorte voorschotten op het reserve- en werkkapitaal. Op basis van artikel 577-8, § 4, 5° gebeurt dit verplicht op afzonderlijke rekeningen: een rekening voor het werkkapitaal en een rekening voor het reservekapitaal13 .

De rekeningen van de klasse 6

Onder de 6-rekeningen worden de kosten opgenomen. Met oog op het specifiek karakter van de verenigingen van mede-eigenaars wordt reeds een gedetailleerde uitsplitsing voorzien in het minimum genormaliseerd rekeningenstelsel.

De rekeningen van de klasse 7

De van de mede-eigenaars ontvangen voorschotten alsook de opbrengsten van de verenigingen van mede-eigenaars, zoals financiële opbrengsten (interesten op geldbeleggingen), worden opgenomen onder de 7-rekeningen. 

Voorbeeld

Het is de bedoeling van de Commissie voor Boekhoudkundige Normen om in dit advies aan de hand van een voorbeeld het gebruik van bepaalde rekeningen uit het minimum genormaliseerd rekeningenstelsel voor verenigingen van mede-eigenaars toe te lichten.

We gaan in dit voorbeeld uit van een mede-eigendom van 40 kavels. De syndicus zal hierdoor genoodzaakt zijn een dubbele boekhouding te voeren op een duidelijke, nauwkeurige en gedetailleerde wijze op basis van het minimum genormaliseerd rekeningenstelsel zoals opgenomen in de bijlage bij het koninklijk besluit van 12 juli 2012 tot vaststelling van een minimum genormaliseerd rekeningenstelsel voor verenigingen van mede-eigenaars. In het voorbeeld wordt voor de eenvoud verondersteld dat elke kavel identiek is en dus een gelijk deel heeft in de mede-eigendom zodat geen aparte bedragen dienen berekend te worden per kavel.

Opvraging voorschotten werk- en reservekapitaal

De syndicus van de vereniging van mede-eigenaars vraagt in het begin van het boekjaar 20N0 voor 24.000 euro op aan reservekapitaal (d.i. 600 euro per kavel) en voor 20.000 euro aan werkkapitaal (d.i. 500 euro per kavel).

Het door deze vereniging van mede-eigenaars gebruikt rekeningenstelsel werd via de creatie van subrekeningen (facultatief) uitgebreid, zodat op ieder moment de reeds betaalde voorschotten op het werk- en reservekapitaal per mede-eigenaar raadpleegbaar zijn.

De boekhoudkundige verwerking op het ogenblik van de opvraging van het reservekapitaal aan de 40 mede-eigenaars (24.000 euro in totaal) gebeurt als volgt:

410001  Opgevraagd voorschot reservekapitaal (kavel 1) t.e.m.    
410040  Opgevraagd voorschot reservekapitaal    (kavel 40)   24.000  
  aan  700  Voorschotten reservekapitaal    24.000

De boekhoudkundige verwerking op het ogenblik van de opvraging van het werkkapitaal aan de 40 mede-eigenaars (20.000 euro in totaal) gebeurt als volgt:

410101  Opgevraagd voorschot werkkapitaal (kavel 1) t.e.m.    
410140  Opgevraagd voorschot werkkapitaal (kavel 40)   20.000  
  aan  701  Voorschotten werkkapitaal     20.000

De opvraging van dergelijke voorschotten wordt in de boekhouding van de vereniging van mede-eigenaars verwerkt als zijnde opbrengsten (gebruik makende van rekeningen van de klasse 7). Deze opbrengsten worden in de resultatenrekening opgenomen.

Resultatenrekening
Kosten Opbrengsten
    Voorschotten reservekapitaal   24.000
    Voorschotten werkkapitaal 20.000
Totaal 0 Totaal 44.000

Het saldo op de door deze vereniging van mede-eigenaars gebruikte rekeningen kan worden geraadpleegd aan de hand van het volgende overzicht (de klassieke proef- en saldibalans binnen de techniek van het dubbel boekhouden):

Rekening-nummer    Naam rekening    Debet Credit Debet-saldo Credit-saldo
410001 t.e.m.
410040 
Opgevraagd voorschot reservekapitaal (kavel 1 t.e.m. kavel 40)  24.000 0 24.000 0
410101
t.e.m.
410140 
 Opgevraagd voorschot werkkapitaal (kavel 1 t.e.m. kavel 40) 20.000 0 20.000 0
Totaal klasse 1 t.e.m. 5   44.000  0  44.000   0
700  Voorschotten reservekapitaal  0  24.000 0 24.000
701 Voorschotten werkkapitaal 0 20.000 20.000
Totaal klasse 6 en 7  0  44.000 0 44.000
TOTAAL 44.000  44.000  44.000 44.000

Mocht op dit moment een inventaris worden opgesteld, dan wordt het saldo van de resultatenrekening samengevat weergegeven aan de passiefzijde van de inventaris. Dit resulteert in een vermogenstoename of een bron van vermogen (in geval de opbrengsten de kosten overtreffen) of een vermogensafname of aanwending van vermogen (in geval de kosten de opbrengsten overstijgen). Gezien de vereniging van mede-eigenaars niet over een daadwerkelijk eigen vermogen beschikt, zal dit in de inventaris die wordt opgesteld per einde boekjaar worden genoteerd als een schuld of een vordering op de mede-eigenaars (cfr. infra).

Inventaris
Actief   Passief
Vordering reservekapitaal 24.000

 Opbrengsten

 
Vordering werkkapitaal 20.000
  • Voorschot reservekapitaal    
24.000
   
  • Voorschot werkkapitaal
20.000
Totaal  44.000  Totaal 44.000

Bij betaling wordt, op basis van artikel 577-8, § 4, 5° BW, het vermogen in zijn geheel geplaatst op diverse rekeningen, waaronder verplicht een afzonderlijke rekening voor het werkkapitaal (op basis van het minimum genormaliseerd rekeningenstelsel: de rekening 551) en een afzonderlijke rekening voor het reservekapitaal (de rekening 550). Deze rekeningen moeten op naam van de vereniging van mede-eigenaars worden geplaatst.

Op het ogenblik dat de mede-eigenaars hun voorschot betalen, vinden de volgende boekingen plaats:

  • betaling opgevraagd voorschot reserve- en werkkapitaal door mede-eigenaar(s) kavel 1:
550  Kredietinstelling: Reservekapitaal 600  
  aan  410001  Opgevraagd voorschot reservekapitaal     600
551  Kredietinstelling: Werkkapitaal   500  
  aan  410101  Opgevraagd voorschot werkkapitaal     500
  • betaling opgevraagd voorschot reserve- en werkkapitaal door mede-eigenaar(s) kavel 2:
550  Kredietinstelling: Reservekapitaal   600  
  aan  410002  Opgevraagd voorschot reservekapitaal     600
551  Kredietinstelling: Werkkapitaal     500  
  aan  410102  Opgevraagd voorschot werkkapitaal    500
  • betaling opgevraagd voorschot reserve- en werkkapitaal door mede-eigenaar(s) kavel 3:
550  Kredietinstelling: Reservekapitaal  600  
  aan  410003  Opgevraagd voorschot reservekapitaal     600
551  Kredietinstelling: Werkkapitaal   500  
  aan  410103  Opgevraagd voorschot werkkapitaal   500

Dezelfde boekingen vinden plaats op het ogenblik dat de mede-eigenaars van de kavels 4 tot en met 40 het voorschot betalen.

Het saldo op de door deze vereniging van mede-eigenaars gebruikte rekeningen wijzigt n.a.v deze betalingen als volgt:

Rekening-nummer   Naam rekening   Debet  Credit  Debet-saldo Credit-saldo
410001
t.e.m.
410040
Opgevraagd voorschot reservekapitaal (kavel 1 t.e.m. kavel 40) 24.000  24.000  0 0
410101
t.e.m.
410140
Opgevraagd voorschot werkkapitaal (kavel 1 t.e.m. kavel 40) 20.000 20.000 0 0
550  Kredietinstelling: Reservekapitaal 24.000 0 24.000 0
551 Kredietinstelling: Werkkapitaal 20.000 0 20.000  0
Totaal klasse 1 t.e.m. 5  88.000  44.000  44.000 0
700  Voorschotten reservekapitaal  0 24.000 0 24.000
701 Voorschotten werkkapitaal  0 20.000 0 20.000
Totaal klasse 6 en 7  0  44.000  0  44.000
TOTAAL  88.000  88.000 44.000 44.000

Mocht op dit moment een inventaris worden opgesteld, dan zou deze op het moment dat alle mede-eigenaars betaald hebben ons de volgende informatie geven:

Inventaris
Actief  Passief
Kredietinstelling: Reservekapitaal 24.000 Opbrengsten  
Kredietinstelling: Werkkapitaal 20.000 
  • Voorschot reservekapitaal
24.000
   
  • Voorschot werkkapitaal 
20.000
Totaal 44.000 Totaal 44.000

Het valt naar de mening van de Commissie aan te bevelen om de opvragingen extracomptabel bij te houden om aldus per kavel het nog resterend gedeelte aan werk- en reservekapitaal te kunnen oplijsten (zie ook infra).

Levering stookolie

Er wordt stookolie geleverd ter waarde van 5.000 euro. Deze levering wordt betaald met het werkkapitaal.

  • Ontvangst van de factuur van de leverancier:

61232

 Leveringen stookolie     5.000  
  aan  440  Leveranciers   5.000
  • Betaling van de factuur:
440  Leveranciers  5.000  
  aan  551  Kredietinstelling: Werkkapitaal     5.000

De vereniging voor mede-eigenaars heeft een kost gemaakt van 5.000 euro. Deze kost wordt opgenomen in de resultatenrekening.

Resultatenrekening
Kosten     Opbrengsten
Levering stookolie 5.000  Voorschotten reservekapitaal 24.000
    Voorschotten werkkapitaal  20.000
Totaal  5000 Totaal 44.000

Het saldo op de door deze vereniging van mede-eigenaars gebruikte rekeningen wijzigt n.a.v. deze transactie als volgt:

Rekening-nummer Naam rekening  Debet    Credit Debet-saldo   Credit-saldo
410001
t.e.m.
410040  
 Opgevraagd voorschot reservekapitaal (kavel 1 t.e.m. kavel 40) 24.000  24.000   0 0
410101
t.e.m.
410140 
Opgevraagd voorschot werkkapitaal (kavel 1 t.e.m. kavel 40)  20.000 20.000 0 0
440   Leveranciers  5.000   5.000   0 0
550    Kredietinstelling: Reservekapitaal 24.000 0   24.000    0
551  Kredietinstelling: Werkkapitaal 20.000  5.000  15.000 0
Totaal klasse 1 t.e.m. 5 93.000 54.000 39.000  0
61232 Leveringen stookolie  5.000 0 5.000   
700   Voorschotten reservekapitaal  0  24.000   0  24.000
701   Voorschotten werkkapitaal  0 20.000   0 20.000
Totaal klasse 6 en 7  5.000  44.000 5.000  44.000
TOTAAL    98.000 98.000  44.000 44.000

Mocht op dit moment de inventaris worden opgesteld, dan zou de boeking van deze kost de inventaris als volgt beïnvloeden:

Inventaris
Actief   Passief
Kredietinstelling: Reservekapitaal 24.000 Opbrengsten  
Kredietinstelling: Werkkapitaal   15.000
  • Voorschot reservekapitaal  
24.000
   
  • Voorschot werkkapitaal  
20.000
     Kosten  
   
  • Levering stookolie    
(5.000)
Totaal  39.000 Totaal  39.000

Het valt naar de mening van de Commissie aan te bevelen om ook de kosten die de vereniging draagt extracomptabel bij te houden per kavel zodat de vereniging op het einde van elke rapporteringsperiode een juiste detailvoorstelling kan geven van de nog resterende schuld reserve- en werkkapitaal per kavel (zie ook supra). Deze informatie kan bezwaarlijk bijgehouden worden in een algemene boekhouding vermits deze rapporteert naar kostensoort en niet naar kostenplaats.    

Bijkomende opvraging werkkapitaal

De syndicus besluit tot een bijkomende opvraging van werkkapitaal voor 5.000 euro (125 euro per kavel).

  • Opvraging werkkapitaal aan 40 mede-eigenaars:
410101  Opgevraagd voorschot werkkapitaal (kavel 1) t.e.m.    
410140  Opgevraagd voorschot werkkapitaal (kavel 40) 5.000  
  aan  701  Voorschotten werkkapitaal   5.000

 De opvraging van dit voorschot wordt in de boekhouding van de vereniging van mede-eigenaars verwerkt als zijnde een opbrengst. Deze opbrengst wordt in de resultatenrekening opgenomen.

Resultatenrekening
Kosten Opbrengsten
Levering stookolie 5.000  Voorschotten reservekapitaal  24.000
    Voorschotten werkkapitaal    25.000
       
Totaal  5.000 Totaal    49.000
  • Betaling voorschot door de mede-eigenaars (40 keer):
551  Kredietinstelling: Werkkapitaal 125  
  aan  410101  Opgevraagd voorschot werkkapitaal (kavel 1) t.e.m.    
     410140  Opgevraagd voorschot werkkapitaal (kavel 40)     125

Het saldo op de door deze vereniging van mede-eigenaars gebruikte rekeningen wijzigt n.a.v. transactie als volgt:

Rekening-nummer   Naam rekening Debet  Credit   Debet-saldo  Credit-saldo
410001
t.e.m.
410040 
Opgevraagd voorschot reservekapitaal (kavel 1 t.e.m. kavel 40) 24.000  24.000 0 0
410101
t.e.m.
410140 
Opgevraagd voorschot werkkapitaal (kavel 1 t.e.m. kavel 40) 25.000  25.000 0 0
440   Leveranciers   5.000    5.000 0 0
550  Kredietinstelling: Reservekapitaal 24.000  0 24.000 0
551 Kredietinstelling: Werkkapitaal 25.000 5.000 20.000 0
Totaal klasse 1 t.e.m. 5   103.000  59.000 44.000 0
61232   Leveringen stookolie 5.000 0  5.000  
700   Voorschotten reservekapitaal 0 24.000  0  24.000
701 Voorschotten werkkapitaal 0 25.000 0 25.000
Totaal klasse 6 en 7  5.000 49.000    5.000  49.000
TOTAAL  108.000 108.000  49.000    49.000

Mocht op dit moment een inventaris worden opgesteld, dan zou op het moment dat alle mede-eigenaars betaald hebben deze inventaris ons de volgende informatie geven:

Inventaris
Actief   Passief
Kredietinstelling: Reservekapitaal 24.000 Opbrengsten  
Kredietinstelling: Werkkapitaal   20.000
  • Voorschot reservekapitaal    
24.000
   
  • Voorschot werkkapitaal
25.000
    Kosten  
    Levering stookolie   (5.000)
Totaal  44.000  Totaal  44.000

Aankoop stofzuiger 

De vereniging van mede-eigenaars beslist om een stofzuiger aan te kopen voor de reiniging van het zwembad ten bedrage van 500 euro. De algemene vergadering is van oordeel dat deze aanschaffingswaarde niet materieel is en besluit om de aankoop van de stofzuiger onmiddellijk in kosten te boeken. Gezien dit echter geen periodieke uitgave betreft wordt het bedrag aangerekend op het reservekapitaal.
 

  • Ontvangst factuur van de leverancier:
61082  Overig onderhoud zwembad / technische installaties   500  
  aan  440  Leveranciers    500
  • Betaling van de factuur:
440  Leverancier   500  
  aan  550  Kredietinstelling: Reservekapitaal    500

De vereniging voor mede-eigenaars heeft als gevolg van deze aankoop een kost gemaakt van 500 euro. Deze kost wordt opgenomen in de resultatenrekening.

Resultatenrekening
Kosten   Opbrengsten
Levering stookolie  5.000 Voorschotten reservekapitaal  24.000
Onderhoud zwembad  500  Voorschotten werkkapitaal 25.000
Totaal 5.500  Totaal  49.000

Het saldo op de door deze vereniging van mede-eigenaars gebruikte rekeningen wijzigt n.a.v transactie als volgt:

Rekening-nummer  Naam rekening  Debet   Credit  Debet-saldo Credit-saldo
410001
t.e.m.
410040
Opgevraagd voorschot reservekapitaal (kavel 1 t.e.m. kavel 40)    24.000 24.000 0 0
410001
t.e.m.
410040
 Opgevraagd voorschot werkkapitaal (kavel 1 t.e.m. kavel 40 25.000 25.000 0 0
440   Leveranciers  5.500  5.500 0 0
550  Kredietinstelling: Reservekapitaal  24.000 500 23.500 0
551 Kredietinstelling: Werkkapitaal 25.000 5.000 20.000 0
Totaal klasse 1 t.e.m. 5  103.500 60.000 43.500 0
61082  Overig onderhoud zwembad 500 0 500 0
61232 Leveringen stookolie 5.000 0 5.000 0
700  Voorschotten reservekapitaal  0 24.000  0 24.000
701 Voorschotten werkkapitaal 0 25.000 0 25.000
Totaal klasse 6 en 7 5.500 49.000 5.500 49.000
TOTAAL  109.000 109.000  49.000  49.000

Mocht op dit moment de inventaris worden opgesteld, dan zou deze, rekening houdende met het saldo van de resultatenrekening, de volgende bedragen vertonen:

Inventaris
Actief    Passief
Kredietinstelling: Reservekapitaal 23.500 Opbrengsten  
Kredietinstelling: Werkkapitaal   20.000 
  • Voorschot reservekapitaal
24.000
   
  • Voorschot werkkapitaal 
25.000
    Kosten  
   
  • Levering stookolie
(5.000)
   
  • Onderhoud zwembad 
(500)
Totaal    43.500  Totaal   43.500

Overdracht werk- en reservekapitaal per einde boekjaar 20N0

Op het einde van het boekjaar 20N0 wordt de boekhouding afgesloten. Aangezien uit de resultatenrekening blijkt dat het bedrag van de aan de mede-eigenaars opgevraagde voorschotten of de opbrengsten (in totaal voor 24.000 euro aan reservekapitaal en voor 25.000 euro aan werkkapitaal) het bedrag van de kosten van het boekjaar (5.500 euro) overschrijdt, zal het saldo (43.500 euro) worden uitgedrukt als een schuld t.o.v. de mede-eigenaars. De vereniging van mede-eigenaars kan geen ander vermogen hebben dan de roerende goederen nodig voor de verwezenlijking van haar doel, dat uitsluitend bestaat in het behoud en het beheer van het gebouw of de groep van gebouwen14 . In geval van eigendomsoverdracht van een kavel blijft het aandeel van uittredende mede-eigenaar schuldeiser in het reservekapitaal evenwel eigendom van de vereniging van mede-eigenaars15 . Om dit onderscheid duidelijk te stellen wordt het onderscheid gemaakt tussen het over te dragen reservekapitaal en het over te dragen werkkapitaal.

693  Over te dragen middelen  43.500  
  aan  48901  Schulden: Overgedragen middelen reservekapitaal    23.500
     48902  Schulden: Overgedragen middelen werkkapitaal   20.000

Na overdracht van het saldo van de resultatenrekening naar de inventaris kan de resultatenrekening als volgt worden voorgesteld:

Resultatenrekening
Kosten   Opbrengsten
Levering stookolie 5.000 Voorschotten reservekapitaal   24.000
Onderhoud zwembad 500 Voorschotten werkkapitaal  25.000
Overgedragen saldo   43.500     
Totaal 49.500 Totaal   49.000

Het saldo op de door deze vereniging van mede-eigenaars gebruikte rekeningen wijzigt n.a.v. de overdracht van het saldo op de resultatenrekening naar de inventaris als volgt:

Rekening-nummer  Naam rekening Debet Credit   Debet-saldo  Credit-saldo
410001
t.e.m.
410040 
Opgevraagd voorschot reservekapitaal (kavel 1 t.e.m. kavel 40) 24.000 24.000 0 0
410101
t.e.m.
410140 
 Opgevraagd voorschot werkkapitaal (kavel 1 t.e.m. kavel 40) 25.000 25.000  0 0
440 Leveranciers  5.500 5.500  0 0
48901 Overgedragen middelen reservekapitaal 0  23.500 0 23.500
 
48902 Overgedragen middelen werkkapitaal 0 20.000 0 20.000
550 Kredietinstelling: Reservekapitaal  24.000 500 23.500 0
551  Kredietinstelling: Werkkapitaal 25.000 5.000 20.000  0
Totaal klasse 1 t.e.m. 5 103.500  103.500 43.500   43.500
61082 Overig onderhoud zwembad 500 0 500 0
61232    Leveringen stookolie  5.000   0 5.000      
693 Over te dragen middelen 43.500  0  43.500   0
700   Voorschotten reservekapitaal  0 24.000 0 24.000
701  Voorschotten werkkapitaal   0 25.000 0 25.000
Totaal klasse 6 en 7   49.000 49.000 49.000 49.000
TOTAAL  152.500  152.500 92.500 92.500

De inventaris ziet er per einde boekjaar 20N0, na saldering van de resultatenrekening, als volgt uit:

Inventaris
Actief   Passief
Kredietinstelling: Reservekapitaal  23.500  Schulden: Overgedragen middelen
reservekapitaal
 23.500
Kredietinstelling: Werkkapitaal 20.000 Schulden: Overgedragen middelen
werkkapitaal
20.000
Totaal 43.500  Totaal  43.500

Zoals reeds hoger aangegeven, worden de verschillende passiefrekeningen best opgedeeld per kavel zodat per saldo op het einde van elke rapporteringsperiode de juiste schuld aan werk- en reservekapitaal per kavel tot uiting komt.

Opening nieuw boekjaar 20N1

Bij het begin van het volgende boekjaar, wordt deze schuld onmiddellijk terug afgeboekt en worden de gestorte voorschotten toegevoegd aan respectievelijk het reservekapitaal resp. werkkapitaal.

48901  Schulden: Overgedragen middelen reservekapitaal  23.500  
48902  Schulden: Overgedragen middelen werkkapitaal    20.000  
  aan  700  Voorschotten reservekapitaal   23.500
     701  Voorschotten werkkapitaal    20.000

Deze voorschotten worden terug als opbrengst in de resultatenrekening van 20N1 vermeld. Op die manier wordt de boekhouding voor de vereniging voor mede-eigenaars een bruikbaar instrument waarmee te allen tijde kan worden nagegaan in welke mate de kosten gedekt zijn door de reeds opgevraagde gelden.

Resultatenrekening
Kosten  Opbrengsten
    Voorschotten reservekapitaal   23.500
    Voorschotten werkkapitaal   20.000
Totaal   0 Totaal   43.500

Het saldo op de door deze vereniging van mede-eigenaars gebruikte rekeningen wijzigt als volgt:

Rekening-nummer Naam rekening Debet Credit   Debet-saldo Credit-saldo
48901  Overgedragen middelen reservekapitaal 23.500 23.500 0 0
48902   Overgedragen middelen werkkapitaal   20.000  20.000 0 0
550 Kredietinstelling: Reservekapitaal 23.500 0 23.500 0
551  Kredietinstelling: Werkkapitaal 20.000  0 20.000  0
Totaal klasse 1 t.e.m. 5  87.000  43.500  43.500 0
700 Voorschotten reservekapitaal  0 23.500 0  23.500
701   Voorschotten werkkapitaal  0 20.000  0 20.000 
Totaal klasse 6 en 7 0  43.500 0 43.500
TOTAAL     87.000  87.000   43.500  43.500 

De inventaris ziet er bij opening van het nieuwe boekjaar als volgt uit:

Inventaris
Actief   Passief
Kredietinstelling: Reservekapitaal 23.500  Opbrengsten  
Kredietinstelling: Werkkapitaal   20.000
  • Voorschot reservekapitaal  
23.500
   
  • Voorschot werkkapitaal 
20.000
Totaal   43.500 Totaal 43.500

Onderhoud lift

De lift heeft nood aan een grondig onderhoud. Er komt een technicus. Deze stuurt een factuur op voor zijn geleverde diensten van 1.200 euro.

  • Ontvangst factuur van de leverancier:
61011  Onderhoudscontract liften   1.200  
  aan  440  Leveranciers    1.200
  • Betaling van de factuur:
440  Leveranciers       1.200  
  aan  551  Kredietinstelling: Werkkapitaal      1.200

Opname van de kost in de resultatenrekening:

Resultatenrekening
Kosten Opbrengsten
Onderhoudscontract lift 1.200 Voorschotten reservekapitaal   23.500
    Voorschotten werkkapitaal   20.000
Totaal 1.200 Totaal 43.500

Het saldo op de door deze vereniging van mede-eigenaars gebruikte rekeningen wijzigt n.a.v. deze transactie als volgt:

Rekening-nummer  Naam rekening   Debet Credit Debet-saldo   Credit-saldo
440  Leveranciers  1.200 1.200 0 0
48901 Overgedragen middelen reservekapitaal 23.500 23.500 0 0
48902 Overgedragen middelen werkkapitaal 20.000 20.000 0 0
550 Kredietinstelling: Reservekapitaal  23.500 0 23.500 0
551  Kredietinstelling: Werkkapitaal    20.000 1.200 18.800 0
Totaal klasse 1 t.e.m. 5    88.200 45.900  42.300 0
61011   Onderhoudscontract liften   1.200   0 1.200 0
700   Voorschotten reservekapitaal  0 23.500 0 23.500
701 Voorschotten werkkapitaal  0 20.000 0 20.000
Totaal klasse 6 en 7  1.200 43.500 1.200 43.500
TOTAAL  89.400 89.400 43.500 43.500

Mocht tussentijds een inventaris worden opgesteld, dan zou deze de volgende bedragen vertonen:

Inventaris
Actief   Passief
Kredietinstelling: Reservekapitaal 23.500 Opbrengsten  
Kredietinstelling: Werkkapitaal   18.800
  • Voorschot reservekapitaal
23.500
   
  • Voorschot werkkapitaal
20.000
    Kosten  
   
  • Onderhoud lift  
(1.200)
Totaal   42.300 Totaal   42.300

 Aankoop grasmaaier

De vereniging van mede-eigenaars koopt een grasmaaier aan voor een bedrag van 2.800 euro. Op basis van de aankoopfactuur wordt de aanschaffingswaarde van de grasmaaier geboekt op een subrekening van de rekening 23 Installaties, machines en uitrusting, eindigend op een “0”.
 

  • Ontvangst van de factuur van de leverancier:
23..0  Installaties, machine en uitrusting – grasmaaier: aanschaffingswaarde   2.800  
  aan  440  Leveranciers    2.800

De aankoop van de grasmaaier is een investering voor de vereniging van mede-eigendom. De aankoopprijs wordt m.a.w. niet in kosten genomen op het ogenblik van de aankoop, maar pas op het ogenblik van de afschrijving ervan. De resultatenrekening ondergaat bijgevolg geen wijziging als gevolg van deze aankoop.
 

  • Betaling van de factuur:
440  Leverancier  2.800

 

  aan  550  Kredietinstelling: Reservekapitaal    2.800

Het saldo op de door deze vereniging van mede-eigenaars gebruikte rekeningen wijzigt n.a.v. deze transactie als volgt:

Rekening-nummer   Naam rekening   Debet  Credit   Debet-saldo   Credit-saldo
23..0   Grasmaaier: aanschaffingswaarde   2.800 0  2.800 0
440    Leveranciers  4.000  4.000 0 0
48901 Overgedragen middelen reservekapitaal   23.500  23.500 0 0
48902 Overgedragen middelen werkkapitaal   20.000  20.000 0 0
550  Kredietinstelling: Reservekapitaal 23.500    2.800  20.700  0
551   Kredietinstelling: Werkkapitaal  20.000 1.200 18.800 0
Totaal klasse 1 t.e.m. 5  93.800  51.500  42.300 0
61011   Onderhoudscontract liften    1.200 0  1.200 0
700 Voorschotten reservekapitaal   0  23.500 0  23.500
701  Voorschotten werkkapitaal 0  20.000 0  20.000
Totaal klasse 6 en 7 1.200  43.500 1.200  43.500
TOTAAL  95.000   95.000   43.500 43.500

Mocht op dit ogenblik de inventaris worden opgesteld, dan zouden deze investering aan de actiefzijde worden toegevoegd.

Inventaris
Actief       Passief
Installaties, machines en uitrusting  2.800
 
Opbrengsten  
Kredietinstelling: Reservekapitaal  20.700
  • Voorschot reservekapitaal 
23.500
Kredietinstelling: Werkkapitaal 18.800
  • Voorschot werkkapitaal 
20.000
    Kosten  
   
  • Onderhoud lift    
(1.200)
 Totaal 42.300   Totaal 42.300

Ontvangst interesten

De vereniging van mede-eigenaars ontvangt voor 310 euro aan interesten van de kredietinstelling op haar reservekapitaal en voor 280 euro aan interesten op haar werkkapitaal. Deze interesten betekenen een financiële opbrengst voor de vereniging van mede-eigenaars en worden als dusdanig in de resultatenrekening verwerkt.
 

550 Kredietinstelling: Reservekapitaal 310  
  aan 751 Financiële opbrengsten: interest reservekapitaal        310
551 Kredietinstelling: Werkkapitaal 280  
  aan  752 Financiële opbrengsten: interesten werkkapitaal    280         
Resultatenrekening
Kosten Opbrengsten
Onderhoudscontract lift 1.200 Voorschotten reservekapitaal  23.500
    Voorschotten werkkapitaal 20.000
    Interesten reservekapitaal 310
    Interesten werkkapitaal     280
Totaal  1.200 Totaal  44.090

Het saldo op de door deze vereniging van mede-eigenaars gebruikte rekeningen wijzigt n.a.v. deze transactie als volgt:

Rekening-nummer  Naam rekening Debet  Credit    Debet-saldo Credit-saldo
23..0 Grasmaaier: aanschaffingswaarde 2.800   0 2.800   0
440   Leveranciers  4.000  4.000 0 0
48901 Overgedragen middelen reservekapitaal  23.500  23.500 0 0
48902 Overgedragen middelen werkkapitaal  20.000    20.000 0 0
550   Kredietinstelling: Reservekapitaal 23.810 2.800 21.010 0
551  Kredietinstelling: Werkkapitaal 20.280  1.200  19.080 0
Totaal klasse 1 t.e.m. 5 94.390  51.500  42.890 0
61011    Onderhoudscontract liften 1.200 0 1.200 0
700  Voorschotten reservekapitaal  0 23.500  0 23.500
701  Voorschotten werkkapitaal 0  20.000 0  20.000
751  Interesten reservekapitaal 0 310 0 310
752   Interesten werkkapitaal 0 280 0 280
Totaal klasse 6 en 7     1.200  44.090   1.200  44.090
TOTAAL    95.590  95.590  44.090  44.090

Mocht op dit ogenblik de inventaris worden opgesteld, dan betekenen deze interestopbrengsten een nieuwe bron van vermogen.

Inventaris
Actief      Passief
Installaties, machines en uitrusting 2.800     Opbrengsten  
Kredietinstelling: Reservekapitaal 21.010   
  • Voorschot reservekapitaal 
23.500
Kredietinstelling: Werkkapitaal   19.080   
  • Voorschot werkkapitaal
20.000
   
  • Interesten reservekapitaal
310
   
  • Interesten werkkapitaal
280
    Kosten  
   
  • Onderhoud lift 
(1.200)
Totaal  42.890 Totaal  42.890

Afschrijving grasmaaier

De vermoedelijke gebruiksduur van deze grasmaaier wordt geraamd op 5 jaar. Jaarlijks zal 1/5 van de aanschaffingswaarde ten laste van het resultaat van het boekjaar worden gelegd. Op het einde van elk boekjaar wordt deze kost als volgt geboekt:
 

6302 Afschrijvingen op materiële vaste activa   560  
  aan 23..9 Installaties, machine en uitrusting
 - grasmaaier: geboekte afschrijvingen  
   560

Deze afschrijving betekent een kost van het boekjaar.

Resultatenrekening
Kosten   Opbrengsten
Onderhoudscontract lift 1.200    Voorschotten reservekapitaal 23.500
Afschrijving grasmaaier   560     Voorschotten werkkapitaal 20.000
    Interesten reservekapitaal 310
    Interesten werkkapitaal     280
Totaal  1.760   Totaal  44.090

Het saldo op de door deze vereniging van mede-eigenaars gebruikte rekeningen wijzigt n.a.v. deze transactie als volgt:

Rekening-nummer  Naam rekening   Debet   Credit Debet-saldo  Credit-saldo
23..0   Grasmaaier: aanschaffingswaarde 2.800 0 2.800 0
23..9  Grasmaaier: geboekte afschrijvingen 0 560 0 560
440   Leveranciers   4.000   4.000   0 0
48901 Overgedragen middelen reservekapitaal  23.500  23.500  0 0
48902  Overgedragen middelen werkkapitaal 20.000  20.000  0 0
550  Kredietinstelling: Reservekapitaal 23.810   2.800 21.010 0
551  Kredietinstelling: Werkkapitaal 20.280   1.200   19.080 0
Totaal klasse 1 t.e.m. 5  94.390   52.060  42.890 560
61011  Onderhoudscontract liften  1.200  0  1.200  0
6302  Afschrijvingen op materiële vaste activa   560 0 560 0
700  Voorschotten reservekapitaal 0 23.500 0 23.500
701  Voorschotten werkkapitaal 0 20.000 0 20.000
751  Interesten reservekapitaal 0  310   0  310
752 Interesten werkkapitaal   280   280
Totaal klasse 6 en 7 1.760   44.090 1.760   44.090
TOTAAL  96.150  96.150 44.650 44.650

De inventaris ondergaat als gevolg van deze afschrijving een aanpassing. Enkel de netto-boekwaarde van het actief wordt vermeld. De inventaris kan als volgt worden opgesteld:

Inventaris
Actief     Passief
Installaties, machines en uitrusting 2.240   Opbrengsten  
Kredietinstelling: Reservekapitaal  21.010  
  • Voorschot reservekapitaal 
23.500
Kredietinstelling: Werkkapitaal     19.080  
  • Voorschot werkkapitaal 
20.000
   
  • Interesten reservekapitaal
310
   
  • Interesten werkkapitaal
280
    Kosten  
   
  • Onderhoud lift
(1.200)
   
  • Afschrijving grasmaaier
(560)
Totaal  42.330   Totaal  42.330

Overdracht werk- en reservekapitaal per einde boekjaar 20N1

Op het einde van het boekjaar 20N1 wordt de boekhouding opnieuw afgesloten. Uit de resultatenrekening blijkt dat het bedrag van de aan de mede-eigenaars opgevraagde voorschotten of de opbrengsten (in totaal voor 23.500 euro aan reservekapitaal, voor 20.000 euro aan werkkapitaal en voor 590 euro aan interesten) het bedrag van de kosten van het boekjaar (1.760 euro) overschrijdt. Het saldo (42.330 euro) worden uitgedrukt als een schuld t.o.v. de mede-eigenaars, waarbij, zoals hoger vermeld, het onderscheid wordt gemaakt tussen het over te dragen reservekapitaal en het over te dragen werkkapitaal.
In geval van eigendomsoverdracht blijft het aandeel van de uittredende mede-eigenaar in het reservekapitaal eigendom van de vereniging. Bij aankoop van de grasmaaier werd de aanschaffingswaarde aangerekend op het reservekapitaal. De aankoop van de grasmaaier is immers geen periodieke uitgave en blijft, als roerend goed ook eigendom van de vereniging van mede-eigenaars16 . Het overgedragen reservekapitaal bedraagt per einde boekjaar het saldo op de afzonderlijke rekening Reservekapitaal verhoogd met de netto-boekwaarde van de grasmaaier (21.010 + 2.240 = 23.250).

693 Over te dragen middelen    42.330  
  aan  48901 Schulden: Overgedragen middelen reservekapitaal    23.250
     48902 Schulden: Overgedragen middelen werkkapitaal     19.080

Na overdracht van het saldo van de resultatenrekening naar de inventaris kan de resultatenrekening als volgt worden voorgesteld:

Resultatenrekening
Kosten   Opbrengsten
Onderhoudscontract lift 1.200   Voorschotten reservekapitaal   23.500
Afschrijving grasmaaier  560   Voorschotten werkkapitaal 20.000
Overgedragen saldo  42.330   Interesten reservekapitaal 310
    Interesten werkkapitaal  280
Totaal    44.090  Totaal    44.090

Het saldo op de rekeningen wijzigt n.a.v. de overdracht van het saldo op de resultatenrekening naar de inventaris als volgt:

Rekening-nummer Naam rekening  Debet Credit Debet-saldo Credit-saldo
23..0 Grasmaaier: aanschaffingswaarde 2.800 0 2.800 0
23..9 Grasmaaier: geboekte afschrijvingen 0 560  0 560 
440  Leveranciers 4.000 4.000 0 0
48901  Overgedragen middelen reservekapitaal 23.500  46.750  0 23.250
48902  Overgedragen middelen werkkapitaal  20.000   39.080 0 19.080
550    Kredietinstelling: Reservekapitaal   23.810  2.800  21.010  0
551  Kredietinstelling: Werkkapitaal 20.280   1.200   19.080  0
Totaal klasse 1 t.e.m. 5 94.390  94.390  42.890 42.890
61011  Onderhoudscontract liften 1.200   0 1.200   0
6302   Afschrijvingen op materiële vaste activa  560   0 560   0
693  Over te dragen middelen 42.330  0 42.330  0
700  Voorschotten reservekapitaal   0 23.500   0 23.500  
701 Voorschotten werkkapitaal 0 20.000 0 20.000
751 Interesten reservekapitaal  0 310   0 310  
752   Interesten werkkapitaal 0 280 0 280
Totaal klasse 6 en 7   44.090   44.090   44.090   44.090 
TOTAAL   138.480  138.480  86.980    86.980  

De inventaris ziet er per einde boekjaar 20N1, na saldering van de resultatenrekening, dan als volgt uit:

Inventaris
Actief      Passief17
Installaties, machines en uitrusting 2.240    Schulden: Overgedragen middelen reservekapitaal  23.250
Kredietinstelling: Reservekapitaal  21.010   Schulden: Overgedragen middelen werkkapitaal 19.080
Kredietinstelling: Werkkapitaal  19.080      
Totaal 42 330 Totaal 42 330

 

  • 1Artikel 577-2, § 3 BW.
  • 2Artikel 577-2, § 7 BW.
  • 3BS 26 juni 2010.
  • 4Artikel 577-8, § 4, 17° BW.
  • 5Onder werkkapitaal wordt verstaan de som van de voorschotten die zijn betaald door de mede-eigenaars als voorziening voor het betalen van de periodieke uitgaven, zoals de verwarmings- en verlichtingskosten en de uitgaven voor de huisbewaarder (artikel 577-11, § 5).
  • 6Onder reservekapitaal wordt verstaan de som van de periodiek ingebrachte bedragen die bestemd zijn voor het dekken van niet-periodieke uitgaven, zoals de uitgaven voor de vernieuwing van het verwarmingssysteem, de herstelling of de vernieuwing van een lift of het leggen van een nieuwe dakbedekking (artikel 577-11, § 5).
  • 7BS 3 augustus 2012.
  • 8Artikel 9, koninklijk besluit van 12 juli 2012 tot vaststelling van een minimum genormaliseerd rekeningenstelsel voor verenigingen van mede-eigenaars.
  • 9 Artikel 3, tweede lid koninklijk besluit van 12 juli 2012 tot vaststelling van een minimum genormaliseerd rekeningenstelsel voor verenigingen van mede-eigenaars.
  • 10Zoals voorzien in het koninklijk besluit van 12 september 1983 tot bepaling van de minimumindeling van een algemeen rekeningenstelsel.
  • 11Zoals voorzien in de bijlage bij het koninklijk besluit van 19 december 2003 betreffende de boekhoudkundige verplichtingen en de openbaarmaking van de jaarrekening van bepaalde verenigingen zonder winstoogmerk, internationale verenigingen zonder winstoogmerk en stichtingen.
  • 12Via de creatie van subrekeningen.
  • 13Al deze rekeningen moeten op naam van de vereniging van mede-eigenaars worden geplaatst.
  • 14Artikel 577-5, § 3 BW.
  • 15Artikel 577-11, § 5, 2° BW.
  • 16Artikel 577-5, § 3 BW.
  • 17Zoals hoger reeds aangegeven, worden de verschillende passiefrekeningen best opgedeeld per kavel zodat per saldo op het einde van elke rapporteringsperiode de juiste schuld aan werk- en reservekapitaal per kavel tot uiting komt.