CBN-advies 152/4 - Niet-monetaire financiële activa in deviezen (deelnemingen en aandelen)

Naar aanleiding van haar advies over de boekhoudkundige verwerking van vreemde valuta1 werd de Commissie ondervraagd over de wijze waarop de in dit advies geformuleerde beginselen moeten worden toegepast op de waardering van niet-monetaire financiële activa in deviezen (deelnemingen en aandelen). De Commissie heeft hieromtrent volgend aanvullend advies uitgebracht.

Vermits deelnemingen en aandelen, gelet op de omschrijving van "monetaire post" gegeven in Deel I van het geciteerde advies, als niet- monetaire activa moeten worden beschouwd is de aanschaffingswaarde waartegen zij worden en blijven geboekt, de aanschaffingswaarde in BEF die bekomen wordt door op de prijs in vreemde valuta de gekozen omrekeningskoers toe te passen. De aanschaffingswaarde van deze activa wordt - in principe - niet beïnvloed door het latere koersverloop van de munt waarin de aankoopschuld is uitgedrukt noch door de werkelijke koers waartegen de schuld op de vervaldag wordt aangezuiverd. Het is inderdaad zo dat het koersverloop van de valuta waarin de aankoopschuld is uitgedrukt, volledig los staat van de bepaling van de aanschaffingswaarde van deze niet-monetaire activa. Het is op grond van de aldus vastgestelde aanschaffingswaarde in BEF dat eventuele waardeverminderingen en herwaarderingen worden geboekt2 .

De aanschaffingswaarde van niet-monetaire activa is derhalve een in BEF uitgedrukte aanschaffingswaarde, ongeacht de valuta waarin de aanschaffingsprijs oorspronkelijk luidde of de valuta die voor de betaling van de aanschaffingsprijs werd gebruikt. Er is overigens geen principieel verband tussen de valuta waarin de aanschaffingsprijs luidde en de valuta van het land waarin de vennootschap waarin deelgenomen wordt, haar zetel heeft. Het is immers goed mogelijk dat de prijs voor de verwerving van een deelneming in een Franse vennootschap, door de partijen in BEF of in USD uitgedrukt wordt. 

Dit heeft tot gevolg dat eens de BEF-aanschaffingswaarde bepaald, er in het vervolg niet meer rekening moet -en mag - gehouden worden met de omstandigheid dat de aanschaffingsprijs oorspronkelijk in een andere valuta luidde. Derhalve moet verder geen onderscheid worden gemaakt in deze aanschaffingswaarde tussen de prijs in de verwervingsvaluta enerzijds, de toegepaste omrekeningskoers anderzijds. 

Het is deze BEF-aanschaffingswaarde waaraan voor de bepaling van de toe te passen of terug te nemen waardeverminderingen, de "actuele" BEF- waarde voor de houder van deze deelneming of van deze aandelen, moet getoetst worden. Zulke toetsing geschiedt op grond van de criteria bepaald bij het koninklijk besluit van 8 oktober 1976, respectievelijk voor de financiële vaste activa en voor de geldbeleggingen. Het is ook deze BEF-aanschaffingswaarde waaraan voor de eventuele uitdrukking van een meerwaarde, met toepassing van artikel 34 van voornoemd koninklijk besluit, de "actuele" BEF-waarde voor de houder van deze deelneming of van deze aandelen moet getoetst worden. 

Ten aanzien van financiële vaste activa is het criterium voor het boeken van een waardevermindering "een duurzame minderwaarde verantwoord door de toestand, de rendabiliteit en de vooruitzichten van de vennootschap waarin deelgenomen wordt"3 ; voor het (eventuele) boeken van een meerwaarde geldt als criterium het feit dat "de waarde van deze financiële vaste activa, bepaald in functie van hun nut voor de onderneming, op vaststaande en duurzame wijze uitstijgt boven hun boekwaarde"4

De lagere waarde aangenomen voor de bepaling van te boeken of terug te nemen waardeverminderingen en de hogere waarde aangenomen voor het boeken van een herwaardering, is een waarde in hoofde van de houder van deze vaste activa en derhalve voor een Belgische onderneming, een BEF- waarde. Wanneer het om een deelneming gaat in een buitenlandse vennootschap moet, indien de "actuele" waarde van de deelneming of van de aandelen eerst berekend wordt in een andere valuta dan de BEF, deze waarde in BEF worden omgerekend om met de BEF-aanschaffingswaarde te worden vergeleken. Deze omrekening zal normaliter geschieden tegen slotkoers (closing rate), voor zover deze koers de uitdrukking is van een "duurzame" evolutie van de betrokken vreemde valuta. Gelet op het vaak onvoorspelbaar koersverloop op de internationale wisselmarkten is bij de beoordeling van het duurzame karakter van een negatieve of positieve wisselkoersevolutie evenwel grote voorzichtigheid geboden. Deze vaststelling kan ertoe leiden bij de globale beoordeling van de actuele waarde van de betrokken financiële vaste activa, aan de intrinsieke bedrijfseconomische factoren (rendabiliteit, synergieën, vooruitzichten ...) meer gewicht te hechten dan aan de monetaire factor, daar zij in de regel met meer objectiviteit en zekerheid kunnen worden gemeten en beoordeeld dan de evolutie van de internationale wisselmarkten. 

Uit wat voorafgaat volgt derhalve dat de actuele wisselkoers een invloed kan hebben op de bepaling van de actuele BEF-waarde voor de houder van de betrokken activa, maar dat zij geen invloed heeft op de BEF- aanschaffingswaarde van deze vaste activa. 

Ten aanzien van geldbeleggingen in aandelen is het criterium voor het boeken van een waardevermindering, een realisatiewaarde die lager is dan de aanschaffingswaarde (artikel 31, tweede lid). Geldbeleggingen kunnen daarentegen niet worden geherwaardeerd. 

Indien de realisatiewaarde van deze aandelen bepaald wordt door een in een vreemde valuta vastgestelde koers, dan moet, voor de Belgische houder, deze koers in BEF worden omgerekend tegen slotkoers.

  • 1CBN-advies 152/1 Boekingen van deviezenverrichtingen en verwerking van tegoeden en verplichtingen in deviezen in de jaarrekening, Bull CBN nr. 20, december 1987.
  • 2CBN-advies 152/1 – Boeking van deviezenverrichtingen en verwerking van tegoeden en verplichtingen in deviezen in de jaarrekening, Bull CBN nr. 20, december 1987, p. 12.
  • 3Art. 29, § 2 KB 8 oktober 1976 met betrekking tot de jaarrekening van de ondernemingen.
  • 4Art. 34, eerste lid