CBN-advies 117/2 - Munt waarin de boekhouding moet worden gevoerd en de jaarrekening opgesteld
De commissie heeft reeds uiteengezet waarom de vennootschappen naar Belgisch recht hun jaarrekening verplicht in Belgische franken moeten opstellen en openbaar maken1 .
Nu is de vraag gerezen of deze conclusie ook geldt voor de succursalen van buitenlandse ondernemingen in België, meer bepaald de succursalen waarvan de handelsverrichtingen, schulden en vorderingen, hoofdzakelijk, of zelfs integraal, in vreemde munt zijn uitgedrukt.
Voorts werd ook gevraagd of het opstellen van een jaarrekening in Belgische franken impliceert dat de boekhouding in Belgische franken wordt gevoerd en zo ja, wat het invoeren van een boekhouding in Belgische franken inhoudt.
Ten slotte werden de Commissie door de Minister van Economische Zaken, in toepassing van artikel 15 van de wet van 17 juli 1975, twee aanvragen om afwijking ter advies voorgelegd, ingediend door vennootschappen naar Belgisch recht die al hun activiteiten in een ander land uitoefenen, en die hun jaarrekening verder in de munt van dit land wensten te blijven opstellen.
Vooreerst is de keuze van de munt waarin de rekeningen worden opgesteld ook bepalend voor de jaarrekening. Dit geldt meer in het bijzonder voor wat de omvang betreft van het vermogen en van de resultaten, van zodra de diverse betrokken munten niet in een vaste verhouding tot elkaar staan.
Op de eerste vraag, namelijk of de regel die wil dat de jaarrekening in Belgische franken wordt opgesteld, ook toepasselijk is op de vestigingen in België van buitenlandse ondernemingen, heeft de Commissie bevestigend geantwoord. In het kader van de boekhoudwet en vooral van artikel 7 over de jaarrekening, dient men er immers van uit te gaan dat geen onderscheid wordt gemaakt naargelang het gaat om een onderneming naar Belgisch recht of een succursale van een onderneming naar buitenlands recht. De context waarnaar wordt verwezen in het vorig advies dat terzake door de Commissie werd uitgebracht is in beide gevallen dezelfde.
Hieruit volgt dat de jaarrekening van succursalen in Belgiëë van ondernemingen naar buitenlands recht in Belgische franken dient te worden opgesteld. Dit belet niet dat daarmee gelijklopend boekhoudkundige syntheses worden uitgewerkt om de opstelling van de jaarrekening van de buitenlandse onderneming in haar eigen nationale munt mogelijk te maken.
Het kan nochtans voorkomen - in uitzonderlijke gevallen - dat het opstellen van een jaarrekening in Belgische franken niet aangewezen is en dat zij, via al of niet gerealiseerde wisselkoersverschillen, een vertekend beeld zou geven van de economische werkelijkheid. Zo bij voorbeeld, wanneer de globale of zo goed als globale activiteit van een onderneming plaats heeft via in het buitenland gevestigde bedrijfszetels.
Om de economische werkelijkheid geen geweld aan te doen kan in dergelijke gevallen het opstellen van de jaarrekening in een andere munt dan de Belgische frank verantwoord zijn. Deze overweging heeft de Commissie ertoe gebracht de Minister gunstig te adviseren inzake het toestaan van een afwijking aan twee ondernemingen naar Belgisch recht die hun activiteiten integraal via in het buitenland gelegen vestigingen voeren, om hun jaarrekening verder te kunnen blijven opstellen, in de munt van dit ander land, waar zij de facto volledig ingschakeld zijn in het economische en sociale bestel.
De Commissie was daarentegen van oordeel dat het feit dat een in ons land gevestigde industriële onderneming haar aankopen en haar omzet grotendeels met het buitenland verwezenlijkt, als dusdanig niet volstaat om de toekenning te rechtvaardigen van een afwijking die de onderneming zou toelaten haar jaarrekening op te stellen in een vreemde munt.
In verband met de tweede vraag, over de munt waarin de boekhouding dient te worden gevoerd, is de Commissie van mening dat de gewilde en bij wet vastgelegde band tussen de jaarrekening en de rekeningen uit de boekhouding, impliceert dat deze laatste worden uitgedrukt in dezelfde munt als de jaarrekening.
«Uitgedrukt in dezelfde munt» betekent dat deze munt als rekeneenheid gebruikt wordt voor de bepaling van de waarde van activa en passiva, evenals voor de bepaling van de omvang der opbrengsten en kosten.
Gebeuren er verrichtingen in andere munten dan de Belgische frank, dan dienen zij der halve te worden omgezet in Belgische franken, hetzij op het ogenblik waarop zij worden geboekt, hetzij periodisch - bij voorbeeld maandelijks - enkel op het niveau van de syntheserekeningen.
De Commissie zal in een later advies terugkomen op de problemen in verband met de omzetting van vreemde munten in de boekhouding en in de jaarrekening.
- 1Cf. advies 117/1, Bull. CBN, nr. 5, mei 1979, p. 14.