CBN-advies 116 - Financiële kortingen

In het handelsverkeer wordt vaak in overeenkomsten of in facturen een korting voorzien ten belope van een zeker percentage van het gefactureerde bedrag bij betaling van dit bedrag vóór een vastgestelde datum. 

De vraag werd gesteld hoe dergelijke financiële kortingen in de jaarrekening moeten worden tot uiting gebracht. Moeten zij worden aangerekend hetzij op de omzet indien het gaat om opgemaakte facturen of moeten zij worden beschouwd als financiële resultaten respectievelijk als opbrengsten of als kosten? Daarbij komt de vraag of een onderscheid moet worden gemaakt naargelang de schuldenaar al dan niet gebruik gemaakt heeft van de hem geboden mogelijkheid. 

Inzake kortingen zijn de handelsgebruiken en contractuele regelingen zeer verscheiden en zijn ook de gebruikte benamingen weinig precies. Het valt dan ook moeilijk er in abstracto gemeenschappelijke kenmerken uit af te leiden en op grond daarvan hun boekingswijze te bepalen. Het hoofdbeginsel is ook hier dat de verwerking in de boekhouding en in de jaarrekening moet overeenstemmen met de werkelijke draagwijdte van de afgesloten overeenkomst en met de bedoeling van de partijen. Kunnen opbrengsten of kosten tot meer dan één rubriek of onderrubriek van de resultatenrekening behoren, dan moeten zij, overeenkomstig artikel 8 van het koninklijk besluit van 8 oktober 1976, ingeschreven worden onder die post die in concreto het meest aangewezen lijkt gelet op het vereiste van een getrouw en duidelijk beeld zoals bedoeld in artikel 3 van ditzelfde besluit. 

Soms zal er geen twijfel over bestaan dat de korting een financieel karakter heeft. Dit zal het geval zijn indien het bedrag van de korting, rekening houdend met de contractuele of gebruikelijke betalingstermijnen, beantwoordt - weze het bij benadering - aan de interest op het gefactureerde bedrag, berekend op basis van een normale marktrente. In dat geval zal de financiële korting ook als zodanig in de jaarrekening moeten worden behandeld. De korting zal aldus op de financiële resultaten worden aangerekend. 

Veelal wordt een korting echter aangeduid als financiële korting terwijl zij in werkelijkheid een zuiver commercieel karakter heeft. Dit is het geval indien het bedrag van de korting niet overeenstemt met een gebruikelijke rentevoet. In dit geval is het verantwoord de korting aan te rekenen op de omzet of op de aankopen naargelang het gaat om uitgegeven dan wel om ontvangen facturen. 

In geen van beide gevallen dient een onderscheid te worden gemaakt naargelang de schuldenaar al dan niet gebruik gemaakt heeft van de korting door betaling vóór een vastgestelde datum. Inderdaad blijft het benutten van deze mogelijkheid zonder invloed op de aard van de korting.