COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN
CBN-advies 2020/02 – Afronding van betalingen in euro
Advies van 22 januari 20201
Inleiding
Sedert 1 oktober 2014 biedt het Wetboek van economisch recht aan ondernemers de mogelijkheid om voor consumenten die het te betalen totaalbedrag in speciën betalen, vrijwillig een regeling in te voeren waarmee betalingen worden afgerond naar een bedrag dat een veelvoud is van vijf eurocent2 . Dit systeem werd echter tot tweemaal toe gewijzigd, namelijk door de wet van 18 december 20153 en door die van 2 mei 20194 .
Ingevolge voornoemde wet van 18 december 20155 werd het onderscheid tussen betalingen in speciën en andere betalingen dan in speciën afgeschaft.6 De afrondingsregeling werd tot 7 januari 2016 enkel op de betalingen in speciën7 toegepast en bijgevolg niet op andere betalingen dan in speciën. Vanaf 8 januari 2016 werd de afronding van toepassing op elke betaalwijze.8 De afrondingsregeling bleef echter altijd facultatief.
De wet van 2 mei 2019, die op 1 december 2019 in werking trad, bepaalt dat de voorheen nog facultatieve afrondingsregeling voor betalingen in speciën, verplicht gemaakt wordt. De ondernemingen hebben echter nog steeds de mogelijkheid om de afronding ook toe te passen op andere betalingen dan in speciën9 , zoals bepaald in de wet van 18 december 201510 . Indien de onderneming kiest om de afrondingsregeling ook toe te passen op andere betalingen dan in speciën, moet zij de regeling ook toepassen op alle andere betaalmethoden11 .
Het bedrag dat wordt afgerond is altijd het te betalen totaalbedrag en niet de samenstellende bestanddelen van dit bedrag12 .
Afronding van het te betalen bedrag tot 30 november 2019
Ingevolge de inwerkingtreding op 8 januari 2016 van de wet van 18 december 2015, kan elk bedrag worden afgerond, ongeacht het betaalmiddel dat werd gebruikt. De afronding gebeurt op het te betalen totaalbedrag.
Voorbeeld 1
Een klant koopt vier artikelen. Deze artikelen kosten respectievelijk 3,98 euro, 2,98 euro, 3,98 euro en 10,98 euro. Het totaalbedrag bedraagt 21,92 euro. Indien de onderneming de afrondingsregeling toepast, zal het totaalbedrag van de aankoop 21,90 euro bedragen, ongeacht het betaalmiddel.
Afronding van het te betalen bedrag vanaf 1 december 2019
Vanaf 1 december 2019 is elke onderneming verplicht de afrondingsregeling toe te passen op betalingen in speciën.
Voorbeeld 2: Betaling in speciën
Een klant koopt vier artikelen en betaalt in speciën. Deze artikelen kosten respectievelijk 4,27 euro, 3,06 euro, 10,56 euro en 2,67 euro. Het totaalbedrag bedraagt 20,56 euro. De onderneming moet het bedrag verplicht afronden. Het totaalbedrag na afronding bedraagt 20,55 euro.
Indien de klant opteert voor een andere betaling dan in speciën, kiest de onderneming zelf of ze de afrondingsregeling wel of niet toepast.
Voorbeeld 3: Andere betaling dan in speciën (debet- of kredietkaart, elektronische betaling, overschrijving)
We hernemen de gegevens van voorbeeld 2, met als enige verschil dat de klant nu met een kredietkaart betaalt. Indien de onderneming de afrondingsregeling toepast op andere betalingen dan in speciën, zal de klant nu 20,55 euro betalen. Indien de onderneming deze regeling niet toepast op andere betalingen dan in speciën, zal het totaalbedrag van de aankoop 20,56 euro bedragen.
De ondernemingen die er voor kiezen de afrondingsregeling ook toe te passen op andere betalingen dan in speciën, zijn onderworpen aan een verplichting tot voorlichting. Deze verplichting geldt niet meer voor de afronding van betalingen in speciën, aangezien het hier gaat om de wettelijk verplichte afronding13 .
De afrondingsregels gelden eveneens voor de onderneming bij de terugbetalingen aan de consumenten. Hierbij vallen twee situaties te onderscheiden. Ten eerste wordt de afrondingsregeling verplicht toegepast bij terugbetalingen op totaalbedragen betaald in speciën. En ten tweede wordt de afrondingsregeling toegepast bij de terugbetalingen op totaalbedragen die anders dan in speciën betaald zijn, indien de onderneming ervoor kiest de totaalbedragen van andere betalingen dan in speciën afrondt14 .
Boekhoudkundige verwerking
Een onderneming zal in de praktijk te maken krijgen met kleine verschillen tussen de loutere som van de aangerekende prijs van de geleverde goederen en de verrichte prestaties en het totaalbedrag van de te betalen prijs. Dit verschil vloeit voort uit de afrondingsregel en kan zowel positief als negatief zijn. De onderneming vermeldt uitdrukkelijk de toegepaste afrondingsregel op elk document waarop het te betalen totaalbedrag vermeld staat.15
De Commissie is van mening dat het totale verschil tussen het totaalbedrag van de te betalen prijs en de som van de prijzen van de individuele prestaties, slechts een marginaal bedrag is ten opzichte van de totale omzet. Bovendien zal, gelet op het symmetrisch karakter van de afronding, een compensatie plaatsvinden tussen de positieve en de negatieve afrondingsverschillen. Volgens de Commissie zijn er twee methoden om de boekhouding te voeren: de ene is toepasbaar op ondernemingen die een vereenvoudigde boekhouding voeren, de andere op ondernemingen die een dubbele boekhouding voeren.
Eerste methode16
Het bedrag dat de onderneming die een vereenvoudigde boekhouding voert, inschrijft in het verkoopdagboek is het bedrag dat de consument heeft betaald. De samenstellende bestanddelen die zijn vermeld op het uitgereikte document worden niet verder uitgesplitst in het verkoopdagboek. Indien er een afronding heeft plaatsgevonden zoals hiervoor wordt beschreven, zal de onderneming dit afrondingsverschil niet afzonderlijk boeken.
Voorbeeld 4: Betaling in speciën
Een klant koopt twee artikelen. Het eerste artikel kost 10,0417 euro. De prijs van het tweede artikel bedraagt 12,0318 euro. Het te betalen bedrag na afronding bedraagt 22,05 euro. De onderneming schrijft in het verkoopdagboek een opbrengst in van 22,05 euro.
Tweede methode19
Voor de ondernemingen die een dubbele boekhouding voeren, splitst het boekhoudregistratiesysteem de verschillende bestanddelen die zijn vermeld op het uitgereikte document. Het eventuele verschil tussen de som van de samenstellende bestanddelen en het totaalbedrag dat het gevolg is van het afrondingsverschil wordt geboekt op rekening 700 Verkopen en dienstprestaties. Indien dit afrondingsverschil negatief is, wordt dit verschil geboekt op het debet van rekening 700 Verkopen en dienstprestaties. Indien dit verschil echter positief is, wordt het verschil geboekt op het credit van rekening 700 Verkopen en dienstprestaties.
Voorbeeld 5: Betaling in speciën
Een klant koopt twee artikelen in een warenhuis. Het eerste artikel kost 9,47 euro waarop een btw-tarief van 6% wordt geheven. De prijs van het tweede artikel bedraagt 9,94 euro waarop 21 % btw wordt geheven. Het te betalen bedrag (na afronding) bedraagt 22,05 euro.
Ondernemingen die deze methode hanteren, dienen deze verrichting als volgt te boeken:
570 | Kassen-contanten | 22,05 | |||
700 | Verkopen en dienstprestaties | 0,02 | |||
aan | 700 | Verkopen en dienstprestaties | 19,41 | ||
451 | Te betalen btw | 2,66 |
CBN-advies 2014/9 inzake de afronding van betalingen in euro wordt door de Commissie opgeheven bij het uitbrengen van onderhavig advies.
- 1Onderhavig advies is tot stand gekomen nadat een ontwerpadvies op 5 december 2019 ter publieke consultatie werd gepubliceerd op de website van de CBN.
- 2Wetboek van economisch recht, Boek VI Marktpraktijken en consumentenbescherming, Hoofdstuk 2/1 Afronding van het te betalen bedrag, artikel VI. 7/1 tot VI. 7/3, ingevoegd bij de wet van 15 mei 2014 houdende uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance.
- 3Wet van 18 december 2015 houdende diverse financiële bepalingen, houdende de oprichting van een administratieve dienst met boekhoudkundige autonomie ″Sociale activiteiten″, en houdende een bepaling inzake de gelijkheid van vrouwen en mannen, B.S., 29 december 2015, p. 79809.
- 4Wet van 2 mei 2019 houdende diverse bepalingen inzake economie, B.S., 22 mei 2019, p. 48542.
- 5Inwerkingtreding: 8 januari 2016.
- 6I. MASSIN. Afronding naar de hogere of lagere 5 eurocent: wat met de BTW?, Fiscoloog, 2 maart 2016, nr. 1466, 12.
- 7Met betaling in speciën werd er bedoeld: de betalingen door overhandiging van bankbiljetten en muntstukken uitgedrukt in euro of in cent, of via betaalmiddelen vergelijkbaar met bankbiljetten en muntstukken, zoals papieren maaltijdcheques, ecocheques en sport- en cultuurcheques (Wetsontwerp houdende uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance, Verslag namens de Commissie voor de financiën en de begroting, Parl. St., Kamer, 2013-2014, nr. 53-3479/006, p. 23). Vandaag de dag geldt de afrondingsregeling niet meer voor maaltijdcheques, ecocheques en waardebonnen aangezien deze altijd een vaste waarde hebben, zie Circulaire 2019/C/124, Addendum aan Circulaire Nr. E.T. 124.747 van 8 november 2016 – Geregistreerd kassasysteem.
- 8K. VAN TILBORG, “Afronding op 5 eurocent straks verplicht voor cashbetalingen”, Balans, 2019, editie 832, p. 3.
- 9Wetsvoorstel houdende diverse bepalingen inzake economie, Memorie van toelichting, Parl. St., Kamer, 2018-2019, nr. 3570/007, 6-7.
- 10Hiermee worden bedoeld: elektronische betalingen, betaling met debet- of kredietkaart en overschrijvingen (Wetsontwerp houdende uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance, Verslag namens de Commissie voor de financiën en de begroting, Parl. St., Kamer, 2013-2014, nr. 53-3479/006, p. 26).
- 11Wetboek van economisch recht, artikel VI. 7/2, eerste lid.
- 12De belasting over de toegevoegde waarde wordt, overeenkomstig artikel 26 van het btw-wetboek, voor de leveringen van goederen en de diensten in principe berekend over alles wat de leverancier van het goed of de dienstverrichter als tegenprestatie verkrijgt of moet verkrijgen van degene aan wie het goed wordt geleverd of de dienst wordt verstrekt, of van een derde, met inbegrip van de subsidies die rechtstreeks met de prijs van die handelingen verband houden. Volgens deze bepaling moet de belasting geheven worden in functie van de werkelijk van de klant gevorderde prijs die afgerond en betaald werd in euro. Deze oplossing werd als problematisch aanzien wanneer het aan de kassa betaalde bedrag betrekking heeft op leveringen van goederen of dienstverrichtingen die aan verschillende btw-tarieven zijn onderworpen, hetgeen aldus de toepassing van 'de regel van drie' veronderstelt. Er werd echter een administratieve tolerantie toegepast. Deze laat toe dat de btw wordt berekend over het totaal te betalen bedrag per tariefgroep voorafgaand aan de afronding en dit onder de strikte voorwaarde dat de onderneming die gebruik maakt van deze vereenvoudigingsmaatregel dit systematisch doet voor alle te betalen bedragen die zijn afgerond. (Zie: Circulaire 2019/C/123 betreffende de afronding van te betalen bedragen inzake de btw, beschikbaar op www.fisconetplus.be)
- 13Wetboek van economisch recht, artikel VI. 7/2, §3, tweede lid. Wetsvoorstel houdende diverse bepalingen inzake economie, Memorie van toelichting, Parl. St., 2018-2019, nr. 54-3570/001, 7-8.
- 14Wetboek van economisch recht, artikel VI. 7/2, § 4.
- 15Wetboek van economisch recht, artikel VI. 7/2, § 2.
- 16Hier worden ondernemingen bedoeld die een enkelvoudige boekhouding voeren.
- 17Bedrag inclusief btw.
- 18Bedrag inclusief btw.
- 19Hier worden ondernemingen bedoeld die een dubbele boekhouding voeren.